Terugkijkend op 2020 realiseer ik mij dat veel anders is gelopen dan ik in mijn vooruitblik bij het vorige jaarverslag had opgeschreven. Eerlijk gezegd, ik had met een en ander rekening gehouden, maar niet met een pandemie. Er zijn deskundigen die de crisis wel hadden voorspeld en dat de pandemie eerder als kansrijk dan als onzekerheid moet worden beschouwd. Of is dat, net als dit jaarverslag, wijsheid achteraf?
Het jaar begon vrolijk, met mijn beëdiging eind januari 2020 tijdens het symposium
“10 jaar Accountantskamer: De toekomst van het tuchtrecht”. En hoewel er langzaamaan beelden uit China in de media opdoken, dacht ik, optimist als ik ben, dat virus blijft daar wel. Misschien maar goed, want vol energie zijn we met onze doelen voor 2020 aan de slag gegaan. Verlaging van doorlooptijd, digitalisering, klare taal in beslissingen voorzien van ons nieuwe logo, in een nieuw uitspraakmodel vervat.
De kink in de kabel ontstond medio maart vanwege de eerste lockdown en de sluiting van (onze zittingzalen in) rechtbank Overijssel. Niet alleen de Rechtspraak, maar ook wij hebben met de beperkingen vanwege de coronamaatregelen moeten leren werken. Dat heeft geleid tot het afzeggen van acht zittingen. Een drietal zittingen kon op een externe vergaderlocatie worden gehouden. Eind mei konden zittingen in de rechtbank worden hervat nadat zittingzalen “corona-proof” waren gemaakt. Met plexiglas spatschermen, digitale voorzieningen en zitplaatsen op 1,5 meter afstand. Het waren turbulente tijden om eerdere vanzelfsprekendheden, zoals toegankelijkheid en openbaarheid van zittingen en het nakomen van fundamentele rechtsbeginselen te organiseren. Denkkracht is aangewend om oplossingen te zoeken, waardoor afgezegde zaken snel, met flexibiliteit van partijen en hun advocaten werden gepland en inmiddels met enige vertraging zijn afgehandeld. Zoekend naar perspectief zijn enkele tuchtzaken digitaal, via het scherm, behandeld. Dat was niet altijd even succesvol, soms vanwege een matige verbinding, slechte verstaanbaarheid van partijen of omdat, zeker in het begin van de crisis, nogal eens goede digitale vaardigheden bij partijen of gemachtigden ontbraken. Sommigen wilden uit angst voor besmetting liever niet naar de zitting komen, anderen juist wel om eindelijk hun verhaal te kunnen doen. En soms is op verzoek een extra schriftelijke ronde ingelast. We zijn er flexibel mee omgegaan in die fase van de pandemie. Hoewel de instroom aanvankelijk terugliep zijn er uiteindelijk 176, iets meer klachten dan vorig jaar, ingediend. In 2020 zijn niettemin 215 zaken afgedaan, waaronder 36 gegronde PE-zaken wegens het niet naleven door accountants van hun nascholingsverplichting.
De beoogde daling van de doorlooptijd heeft niettemin doorgezet. Noteerde ik in het vorige jaarverslag een gemiddelde doorlooptijd van 285 dagen, we hebben 2020 kunnen afsluiten met een gemiddelde van 211 dagen. Ik ben trots op ons team en de leden die zich daarvoor hebben ingespannen! En hoewel we hadden ingezet op verdere digitalisering van ons proces waarbij partijen hun klaagschrift en verweer digitaal kunnen indienen, zijn we daarmee minder ver gekomen dan we hadden gewild. Dat pakken we in 2021 verder op. Positief te noemen is dat de coronacrisis ons heeft genoodzaakt tot ontwikkeling van een virtuele omgeving voor overleg en afstemming en gezien de tijdwinst is dat een “blijver”. De mogelijkheid om digitaal deel te nemen aan de zitting heeft vooral meerwaarde gehad toen een lid van het college kort voor de behandeling van een mega-zaak in quarantaine moest. En hoewel dat aanhouding van de zaak heeft voorkomen, laat dat onverlet dat een live-gesprek op de zitting met partijen de voorkeur heeft van veel leden van de Accountantskamer. De dynamiek en communicatie via scherm is een andere; gevoel en vertrouwen krijgen bij partijen ingewikkeld. Datzelfde geldt voor het overleg in raadkamer waar de professionele discussie over de klacht door de accountants- en rechterlijke leden om een goede setting vraagt. In dit jaarverslag zijn als bijdrage de ervaringen van accountant drs. Wim Schoonderbeek RA als tuchtrechter opgetekend.
“Je staat met 1-0 voor als je een schadeclaim indient nadat de tuchtrechter de klacht gegrond heeft verklaard. In ieder geval in zaken over wettelijke controles. De civiele rechter neemt bij vier van de vijf schadeclaims het oordeel van de tuchtrechter over1. De Accountantskamer kon meer complexe zaken verwachten”.
Dat is een tendens die afgelopen jaar zichtbaar was. Tuchtklachten, met vaak een groot (financieel) belang van klagers, de uitspraak van de Accountantskamer als opmaat naar een financiële regeling al dan niet via de civiele rechter. Dat noopt tot duidelijke en goed gemotiveerde uitspraken door de Accountantskamer en dat blijft ook voor 2021 onze uitdaging. Het oordeel van de Accountantskamer, ergo de tuchtrechter, dat is gehandeld in strijd met de voor het beroep geldende normen en regels, brengt niet zonder meer met zich mee dat een accountant ook civielrechtelijk aansprakelijk is wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm. Maar als de rechter afwijkt van dat oordeel van de tuchtrechter, moet hij dat wel voldoende motiveren2. Met de bijdrage van advocaat mr. Noor Zetteler deelt zij haar ervaringen met klacht- en tuchtrecht voorzien van suggesties voor de rol van de Accountantskamer.
Terugkijkend op 2020 heb ik het tuchtrecht ervaren als een belangrijk instrument om de kwaliteit van de accountancy te verbeteren en normen te verduidelijken. De diversiteit aan zaken die we hebben behandeld laat zien dat de keuze van de wetgever destijds om de Accountantskamer niet alleen de “controle-zaken” tegen externe accountants te laten behandelen goed is geweest.
2020 was een impactvol jaar dat aanzette tot reflectie. Het heeft mij geleerd dat onze samenleving en daarmee de Accountantskamer minder maakbaar en beheersbaar is dan ik dacht. Er is door medewerkers en leden, veelal vanuit huis, hard gewerkt om op koers te blijven en ben hun dan ook zeer erkentelijk voor hun toewijding en inzet.
Een reeks infographics illustreert de kerncijfers die onder meer inzicht bieden in de zaken die de Accountantskamer in 2020 heeft behandeld.
In de bij dit jaarverslag gevoegde vooruitblik beschrijf ik de plannen, nu met potlood, voor 2021.
Ik wens u veel leesplezier!
Sandra Schreuder
Voorzitter Accountantskamer