Jaarverslag 2024

Interview drs. Dirk van der Bij RA BB

“Wij moeten ons blijven realiseren dat de uitspraken niet alleen tot doel hebben om ten behoeve van de klager het gedrag van de accountant te duiden in het kader van de regelgeving. Maar ook richting te geven aan het accountantsberoep over de uitvoering van ons beroep.”

Dirk van der Bij is sinds dit jaar plv. accountantslid van de Accountantskamer. Hij werkt als volledig tekeningsbevoegde registeraccountant en compliance-officer op een accountantskantoor in Sneek. Ook is hij als docent verbonden aan SRA en aan een Hoge School voor de accountantsopleiding (Bsc en post HBO) en treedt hij op als examinator geïntegreerd slotexamen van de NBA. Dirk van der Bij was daarnaast tot 1 oktober 2024 werkzaam als voorzitter van de klachtencommissie van de NBA.

Wat is het grote verschil tussen de procedure bij en uitspraak van de klachtencommissie NBA en de Accountantskamer?

De klachtencommissie bestaat voornamelijk uit accountants. Alleen de plaatsvervangende voorzitter en de secretaris zijn jurist. Bij de klachtencommissie staat het belang van de klager centraal. Niet iedereen kan klagen bij de klachtencommissie. Je moet zelf last hebben gehad van het gedrag van de accountant. De nadruk ligt op het bereiken van overeenstemming. Dat kan zowel voor, tijdens of na een hoorzitting. Als er overeenstemming wordt bereikt, doet de klachtencommissie geen uitspraak. Als er een hoorzitting is geweest en de klacht is niet ingetrokken wordt er een uitspraak gedaan of de klacht gegrond is. Er kunnen geen maatregelen worden opgelegd en alleen de klager en accountant krijgen de uitspraak. Deze wordt niet gepubliceerd. Een uitspraak van de Accountantskamer wordt gepubliceerd en er wordt wanneer de klacht gegrond is een maatregel opgelegd. De Accountantskamer is in mijn optiek ook meer gericht op het via de uitspraken op niveau houden van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het bijdragen aan vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de beroepsuitoefening van de accountant.

Welke verwachting had je toen je als accountantslid bij de Accountantskamer begon en bleek deze te kloppen?

Toen ik begon als accountantslid hoopte ik mijn werk bij de klachtencommissie te kunnen voortzetten in een andere omgeving en in een gelijkwaardig en plezierig team van accountants en juristen een bijdrage te gaan leveren aan uitingen van de Accountantskamer. De kern van deze uitingen zouden dan de overwegingen moeten zijn op basis waarvan een klacht gegrond is. Ik wilde ook graag een bijdrage gaan leveren aan de formulering van de overwegingen, omdat ik mij vanuit het onderwijs realiseer dat er veel waarde wordt gehecht aan de uitspraken van de Accountantskamer voor interpretatie van wet- en regelgeving en lerende effecten die er van uitgaan. Hoewel de setting van een zitting bij de Accountantskamer een formele uitstraling heeft, verwachtte ik wel een laagdrempelige sfeer voor klager en verweerder. Dat heb ik ook zo ervaren. Ik heb nu aan een aantal zittingen als accountantslid een bijdrage mogen leveren. De werksfeer is plezierig en professioneel tegelijkertijd, waarbij er veel waarde wordt gehecht aan inbreng van een ieder.

Als accountant verleen je diensten aan ondernemingen, maar ook aan non-profit organisaties en je hebt veel ervaring met de controle van de verantwoording volgens RJ 640. In hoeverre komt de ruime praktijk- en werkervaring, onder meer voor de klachtencommissie NBA, je van pas in deze functie?

Doordat ik zelf openbaar accountant ben en ik door zowel de uitoefening van het beroep als door mijn bijdrage in het onderwijs goed ben ingevoerd in de toepassing van de HRA en de RJ in zowel de assurance- als samenstelpraktijk, merk ik dat ik bij gebeurtenissen die het onderwerp vormen van zittingen gemakkelijker een beeld kan vormen. Dat geldt ook voor de dilemma’s waar accountants soms voor hebben gestaan in de spanningsvelden van governance en belangen van betrokkenen waarmee zij te maken hebben gehad in casusposities en soms voor niet al die belangen oog hebben gehad. Door mijn controle-ervaring heb ik geleerd hoe belangrijk verantwoordingen kunnen zijn voor beslissers binnen en buiten een organisatie en welke bijdrage de accountant kan leveren als hij de belangen van de stakeholders voldoende kan overzien.

De Accountantskamer behandelt klachten over de beroepsuitoefening door accountants. Het doel is het bevorderen van een goede beroepsuitoefening en het herstellen van het vertrouwen van het publiek daarin. Wordt dat doel volgens jou met de uitspraken bereikt? Wat kan er beter?

Het opleggen van een maatregel aan een accountant is naar mijn idee geen doel op zich, maar een middel om aan het maatschappelijk verkeer te laten zien hoe belangrijk de rol van de accountant is en dat met de publicatie van de klachtbehandeling zowel accountants als de gebruikers van onze diensten er op worden gewezen hoe belangrijk het is dat de regels rondom ons beroep worden nageleefd.

Ik merk hoeveel belang er aan de uitspraken van de Accountantskamer wordt gehecht door het onderwijs. Studenten in de praktijkstage moeten een uitspraak van de Accountantskamer bestuderen en ingaan op de vraag wat zij vinden van de overwegingen van de Accountantskamer op grond waarvan die al dan niet tot een gegronde klacht en maatregel is gekomen. Zijn zij het er mee eens of niet. Tegelijkertijd moeten zij ook aangeven wat er op hun kantoor moet veranderen om te voorkomen dat de accountants van het kantoor tot een zelfde overtreding van wet- en regelgeving zouden kunnen komen. Bij het onderwijs en de praktijkstage wordt dit doel dus zeker bereikt.

De vraag gaat echter ook over het maatschappelijk verkeer. In de praktijk zien we dat uitspraken van de Accountantskamer door de pers worden opgepakt en geïnterpreteerd. Hier zie je het belang van een zorgvuldige formulering van de klacht, de overwegingen en de maatregel, om te voorkomen dat de uitspraak anders of breder wordt geïnterpreteerd dan de Accountantskamer heeft bedoeld of uit zijn verband wordt getrokken. Wij moeten ons dus blijven realiseren dat de uitspraken niet alleen tot doel hebben om ten behoeve van de klager het gedrag van de accountant te duiden in het kader van de regelgeving. Maar ook richting te geven aan het accountantsberoep over de uitvoering van ons beroep. Hoewel omstandigheden waarin de accountant heeft geopereerd soms aanleiding kunnen geven om milder te willen oordelen over diens gedrag, schuilt daarin het gevaar dat andere accountants en het maatschappelijk verkeer tot de conclusie kunnen komen dat bepaalde gedragingen of overtredingen door de Accountantskamer als minder relevant worden beschouwd.

Tegelijkertijd hebben we ook te maken met de verwachtingskloof, waarbij de accountant niets valt te verwijten omdat hij heeft voldaan aan wet- en regelgeving, maar daarbij niet heeft voldaan aan de verwachtingen van de klager, de beroepsgroep en de samenleving. Deze kloof kan de Accountantskamer niet wegnemen. Wellicht ligt hier een aanknopingspunt in het nieuwe beroepsprofiel van de accountant, dat nu ter consultatie aan de leden en andere stakeholders is voorgelegd. In dit beroepsprofiel is ook een DNA opgenomen waaraan alle accountants moeten voldoen. Centraal staan hierin de competenties op basis waarvan de accountant tot professionele oordeelsvorming moet komen in zowel assurance als advies. Uiteraard speelt de vakbekwaamheid hierin een grote rol, maar zijn ook andere competenties relevant, die de basis zullen gaan vormen voor de leeruitkomsten van de opleiding tot accountant. Ethiek speelt hierbij een belangrijke rol, waarbij de overwegingen van het maatschappelijke verkeer, de belangen van de stakeholders en de persoonlijke overwegingen en mate van afstand en beleving van de accountant tot de betreffende problematiek soms botsen met het speelveld waarbinnen de accountant op basis van wet- en regelgeving moet opereren. Er ligt een belangrijke taak bij onze beroepsorganisatie om over deze mogelijke bronnen van een verwachtingskloof te blijven communiceren met het maatschappelijk verkeer. Dat maakt het voor de Accountantskamer gemakkelijker om een bijdrage te leveren aan de instandhouding van het vertrouwen van het publiek in de beroepsuitoefening van de accountant.

Accountants voeren een publieke taak uit van groot maatschappelijk belang. Het is daarom van belang dat accountants objectief, integer, vakbekwaam en zorgvuldig te werk gaan. Wat valt je op van de tuchtklachten die zoal tegen accountants worden ingediend, wat valt tegen?

Er worden veel klachten ingediend die gaan over objectiviteit, waarbij de accountant niet in staat is geweest de belangen van meerdere stakeholders en zijn eigen rol daarin goed te overzien. Soms doordat de accountant te veel is geleid door eigenbelang of belangenbehartiging. Soms ook doordat de accountant onder druk is gezet om iets anders te doen dan de regelgeving hem ingeeft. Soms komt die druk van buiten, maar soms ook vanuit de accountantsorganisatie doordat de cultuur niet veilig is om de ethisch juiste of vanuit de gedrags- en beroepsregels juiste beslissingen te nemen. Het maatschappelijk verkeer vraagt om accountants waar ze vertrouwen in kunnen hebben, maar realiseert zich soms onvoldoende dat datzelfde maatschappelijke verkeer een grote bijdrage kan leveren aan de omstandigheden, waardoor de accountants niet worden blootgesteld aan bedreigingen die hen doen besluiten zich anders te gedragen dan van hen wordt verwacht. Ook hier kan de beroepsgroep een bijdrage leveren aan het klimaat waarin accountants opereren. Wat het meeste tegenvalt is dat het lijkt dat vaker dan voorheen accountants zich niet hebben gehouden aan het fundamentele beginsel integriteit door zich doelbewust niet aan wet- en regelgeving te houden of een bijdrage te leveren aan dergelijke overtredingen door hun cliënten. Dat is erg zorgelijk, want een grote inbreuk op het vertrouwen van het publiek.

Wat zijn leerpunten voor de MKB-accountant m.b.t. klacht- en tuchtrecht? En wordt daar in de (praktijk)opleidingen ook voldoende aandacht aan besteed?

De MKB-accountant moet zich realiseren dat hij vaak dicht bij de cliënt staat en ongewild en met goede bedoelingen in een situatie terecht komt waarin één of meer betrokkenen voelen dat de accountant onvoldoende is opgekomen voor hun belang. Dat kan zelfs jaren later blijken als de gevolgen van beslissingen die destijds zijn genomen duidelijk worden. Accountants moeten zich dit realiseren, de belangen van de betrokkenen goed in beeld zien te krijgen en daarbij steeds voor ogen houden  hoe beslissingen die ze nemen of waarvan de betrokkenen het gevoel hebben dat de accountant ze neemt, uitwerken voor de belangen van de betrokkenen. Hierbij is het steeds van belang dat de accountant vaststelt dat betrokkenen die gevolgen kunnen overzien en daarover goed worden geadviseerd.
In de opleiding komt dit aan de orde door het bestuderen van uitspraken van de Accountantskamer en doordat trainees zowel in de theoretische als praktijkopleiding te maken krijgen met het uitwerken van dilemma’s waarbij zij keuzes moeten maken en de gevolgen van de keuzes voor de belangen van de betrokken afwegen en overwegen om tot een goed besluit te komen en daarop reflecteren.

Tot slot, wat wil je een accountant tegen wie een tuchtklacht is ingediend meegeven?

Lerend vermogen is een belangrijke eigenschap van de accountant. Dus reflecteer op wat er is gebeurd, tref maatregelen dat het jou en je kantoor niet nog een keer kan overkomen en creëer een cultuur waardoor bedreigingen met elkaar kunnen worden besproken en men elkaar behoedt voor het maken van fouten.