UITSPRAAK 26 OKTOBER 2020

Procedurenummers 20/70 en 20/71 Wtra AK
Klacht over waardebepaling onderneming op gezamenlijk verzoek van gescheiden echtelieden, over de totstandkoming van het rapport en over de behandeling van een interne klacht bij het accountantskantoor. Klachten ongegrond. Klager heeft niet onderbouwd waarom het rapport niet eenduidig interpreteerbaar is. De Accountantskamer is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat de accountant zich bij de uitvoering van zijn onderzoek heeft laten “verleiden” dan wel anderszins onheus heeft laten beïnvloeden door klagers voormalige echtgenote en haar advocaat. Als deskundige had de accountant een zekere vrijheid bij de inrichting van zijn onderzoek. Het behoorde niet tot de taak van de accountant, als door klager en zijn voormalige echtgenote ingeschakelde deskundige, om zich uit te laten over de civiele procedure die tussen klager en zijn voormalige echtgenote gevoerd werd. Niet gebleken is dat de accountant in zijn communicatie over het tijdsverloop dat gemoeid was met het maken van het rapport tekort is geschoten. Dat de behandeling van de interne klacht tegen de accountant niet tot het door klager gewenste resultaat heeft geleid, betekent niet dat de interne klacht daarmee onzorgvuldig is behandeld.