Hoofdlijnen

Hieronder is de procedure bij de Accountantskamer op hoofdlijnen weergegeven. Meer informatie vindt u in het Procesreglement.

Procedurele vereisten

Een klacht tegen een accountant moet schriftelijk, ondertekend en in achtvoud bij de Accountantskamer worden ingediend. U kunt dat zelf doen, maar kunt dat ook door een gemachtigde of advocaat laten doen. Een gemachtigde moet ook een machtiging opsturen. Een advocaat hoeft dat niet.

In het klaagschrift moet worden vermeld over welke gedragingen van de accountant u klaagt. Ook dient u de stukken bij te voegen waarop u een beroep doet, waarbij u dient aan te geven waarom deze stukken van belang zijn.
Tot slot moet u aangeven of u al over de betreffende gedraging hebt geklaagd bij het kantoor van de accountant of bij de klachtencommissie van de Nba. Als u dat niet heeft gedaan moet u aangeven waarom niet.

Voor het in behandeling nemen van een klacht is een griffierecht van € 70,– verschuldigd.
U krijgt daarvoor een nota toegezonden. Als de Accountantskamer oordeelt dat de klacht gegrond is, krijgt u het griffierecht terug van de accountant waarover is geklaagd.

De Accountantskamer kan een klacht alleen in behandeling nemen als er tussen het moment van het handelen of nalaten door de accountant en het indienen van het klaagschrift niet meer dan tien jaar is verstreken.
NB. Deze termijn geldt sinds 1 januari 2019. Tot die tijd moest een klacht worden ingediend binnen drie jaar nadat de gedraging door de accountant was geconstateerd of geconstateerd had kunnen worden. Zes jaar na die gedraging kon geen klacht meer worden ingediend. Bij het van kracht worden van de nieuwe termijn is overgangsrecht vastgesteld. Bepalend is daarbij de situatie op 31 december 2018. Als op die datum de drie- en zesjaarstermijn voorbij waren, blijft dat ook zo.

Bij het indienen van het klaagschrift kunt u ook gebruik maken van het informatieblad, dat u op deze site kunt vinden.

Doorzending klaagschrift

Als u nog niet hebt geklaagd bij de klachtencommissie van de Nba kan de voorzitter van de Accountantskamer besluiten de klacht daarheen door te sturen als de klacht zich daarvoor leent. Een klacht leent zich voor doorzending als het gaat om lichtere bejegeningsklachten, dus over de manier waarop de accountant u heeft behandeld. Een procedure bij de Nba kan dan effectiever zijn.
Daarom moet u ook aangeven of u zich al eerder tot de Nba heeft gewend met uw klacht; dan wordt daarmee rekening gehouden.

Behandeling klaagschrift

Als aan alle formele vereisten is voldaan en de Accountantskamer besluit de klacht in behandeling te nemen, wordt het klaagschrift doorgezonden naar de betrokken accountant. Deze krijgt vier weken de tijd om daarop te reageren (in een verweerschrift).
Als het verweerschrift is ontvangen is het schriftelijke deel van de procedure afgerond. Incidenteel kan een aanvullende schriftelijke ronde nodig zijn (repliek en dupliek). De voorzitter van de Accountantskamer beslist daarover.

Daarna volgt de zitting. Zowel de klager als de accountant krijgt daarvoor een uitnodiging.
Tijdens de zitting worden partijen in elkaars aanwezigheid gehoord. De zitting is openbaar.
De Accountantskamer kan getuigen of deskundigen oproepen. Klager en de accountant kunnen zelf ook getuigen of deskundigen meenemen naar de zitting. Dit moet wel uiterlijk tien dagen voor de zitting schriftelijk worden gemeld.

Als de behandeling op de zitting is afgerond, sluit de voorzitter de behandeling en wordt er uitspraak gedaan. Dat kan meteen mondeling gebeuren, maar meestal gebeurt dat schriftelijk. De Accountantskamer streeft ernaar de schriftelijke uitspraak binnen 15 weken te doen.

Het komt voor dat de klacht wordt ingetrokken voordat de Accountantskamer uitspraak heeft gedaan. Meestal wordt de behandeling daarvan dan gestaakt, maar het kan voorkomen dat de Accountantskamer beslist dat de behandeling van de klacht wordt voortgezet om redenen van algemeen belang. In dat geval wordt de behandeling voortgezet als ware het klaagschrift afkomstig van de AFM of de Nba.

Uitspraak

In de uitspraak bespreekt de Accountantskamer de klacht(onderdelen) en geeft daarover een oordeel. Als de klacht (deels) gegrond is kan de Accountantskamer een tuchtrechtelijke maatregel opleggen.
De volgende maatregelen kunnen worden opgelegd: waarschuwing, berisping, tijdelijke doorhaling van de inschrijving in het accountantsregister voor maximaal drie jaar of een definitieve doorhaling.
Ook kan een geldboete worden opgelegd. De geldboete kan tegelijk met een van de andere maatregelen worden opgelegd.
De Accountantskamer stuurt een afschrift van de uitspraak naar de partijen, naar de Nba en de AFM.

Tegen de uitspraak kan door partijen (en de Nba) hoger beroep worden ingesteld. Dat moet binnen zes weken na verzending van die uitspraak. Hoger beroep moet worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA Den Haag.