Procesreglement 2024

In dit procesreglement staat de werkwijze van de Accountantskamer bij de behandeling van klachten die bij haar worden ingediend. Het reglement is gebaseerd op de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra). 

Artikel 1     Begripsbepalingen
Artikel 2     Toepasselijkheid
Artikel 3     Afwijking van het reglement
Artikel 4     E-mailverkeer en indiening processtukken
Artikel 5     Verzending van stukken door de Accountantskamer
Artikel 6     De advocaat of gemachtigde
Artikel 7     Indienen klaagschrift
Artikel 8     Voorwaarden die aan het klaagschrift worden gesteld
Artikel 9     Opgaaf en doorzending van de klacht aan AFM en NBA
Artikel 10   Klachttermijn
Artikel 11   Griffierecht
Artikel 12   Verweerschrift
Artikel 13   Uitbreiding klacht
Artikel 14   Indiening van nadere stukken
Artikel 15   Repliek en dupliek
Artikel 16   Geheimhouding
Artikel 17   Uitstel
Artikel 18   Intrekking van de klacht
Artikel 19   Voortgang van de procedure
Artikel 20   De uitnodiging of oproeping voor de zitting
Artikel 21   Getuigen en deskundigen
Artikel 22   Kennisname tuchtrechtelijke uitspraken
Artikel 23   Samenstelling kamer
Artikel 24   Openbaarheid van de zitting
Artikel 25   Procedure ter zitting
Artikel 26   Beeld- en geluidsopname
Artikel 27   De uitspraak van de Accountantskamer
Artikel 28   Publicatie van uitspraken
Artikel 29   Tenuitvoerlegging
Artikel 30   Voorlopige voorziening
Artikel 31   Hoger beroep
Artikel 32   Verzet
Artikel 33   Wraking
Artikel 34   Slotbepalingen

Artikel 1
Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • advocaat: de advocaat die klager of betrokkene tijdens de procedure en/of op de zitting van de Accountantskamer vertegenwoordigt;
  • AFM: de Stichting Autoriteit Financiële Markten, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
  • behandelend kamer: een samenstelling van drie (de kleine kamer) of vijf leden (de grote kamer) van de Accountantskamer die belast is met de behandeling van een klacht;
  • betrokkene: de accountant tegen wie een klacht is ingediend;
  • het College: het College van Beroep voor het bedrijfsleven;
  • gemachtigde: de ge(vol)machtigde die met een bijzondere volmacht klager of betrokkene tijdens de procedure en/of op de zitting van de Accountantskamer vertegenwoordigt;
  • kantooradres van betrokkene: het door betrokkene laatstelijk aan zijn beroepsorganisatie     doorgegeven kantooradres;
  • klager: degene die een klacht bij de Accountantskamer heeft ingediend;
  • lid: het lid of het plaatsvervangend lid van de Accountantskamer;
  • de NBA: de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;
  • partijen: klager(s) en betrokkene(n) in een klachtprocedure;
  • secretaris: de secretaris of plaatsvervangend secretaris van de Accountantskamer;
  • de VGBA: de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants;
  • voorzitter: de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de Accountantskamer;
  • de Wtra: de Wet tuchtrechtspraak accountants.

Artikel 2
Toepasselijkheid

Dit reglement, gebaseerd op artikel 10 lid 3 van de Wet, heeft betrekking op het indienen van een klacht en het verloop van de klachtprocedure bij de Accountantskamer.

Artikel 3
Afwijking van het reglement

Voor alle in dit reglement opgenomen bepalingen geldt dat daarvan kan worden afgeweken als dit naar het oordeel van de voorzitter of de behandelend kamer in het belang is van een goede procesorde, alleen voor zover de Wet dit toelaat.

Artikel 4
E-mailverkeer en indiening processtukken

  1. Brieven kunnen per e-mail of per gewone post worden ingediend. Het klaagschrift en het verweerschrift en aanvullingen daarop kunnen alleen per e-mail worden ingediend als tegelijkertijd het ondertekende origineel (gelijkluidend) per post of koerier wordt toegezonden of in persoon wordt afgegeven.
  2. Als het moment van indiening van de klacht geldt de datum waarop de klacht is ontvangen, tenzij de datum van indiening van belang is in verband met de vraag of sprake is van verjaring. In dat geval geldt als het moment van indiening van de klacht de dag waarop het klaagschrift volgens het poststempel/reçu ter post is bezorgd, mits het klaagschrift niet later dan een week na die dag is ontvangen.

Artikel 5
Verzending van stukken door de Accountantskamer

  1. Tenzij de voorzitter anders beslist, wordt alle correspondentie per e-mail of gewone post aan klager en betrokkene gezonden. 

  2. De correspondentie met betrokkene wordt gericht aan zijn kantooradres. Als van betrokkene geen kantooradres bekend is, wordt de correspondentie gericht aan zijn woonadres zoals vastgelegd in de Basisregistratie Personen (BRP). Indien van betrokkene geen kantoor- of woonadres bekend is (of in geval het kantoor- of woonadres in het buitenland is), wordt de correspondentie uitsluitend via e-mail verstuurd. Is ook geen e-mailadres van betrokkene bekend, dan wordt door middel van een digitale publicatie in de Staatscourant bekend gemaakt dat een klacht is ingediend alsmede een oproep voor de zitting geplaatst. 

  3. Indien een partij zich door een advocaat of gemachtigde laat bijstaan, richt de Accountantskamer de op de zaak betrekking hebbende correspondentie, waaronder de uitnodiging of oproeping van partijen om ter zitting te verschijnen, uitsluitend aan die advocaat of gemachtigde.

Artikel 6
De advocaat of gemachtigde

Een gemachtigde moet een schriftelijke volmacht overleggen. Voor een advocaat geldt deze verplichting niet. De mededeling van een advocaat dat hij de belangen van klager of betrokkene in een bepaalde procedure behartigt, volstaat. 

Artikel 7
Indienen klaagschrift 

  1. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend bij het secretariaat van de Accountantskamer (Postbus 10067, 8000 GB Zwolle). Artikel 4 van dit reglement is van toepassing. 
  2. Het klaagschrift moet in tweevoud worden ingediend. Als in één klaagschrift meerdere accountants worden aangeklaagd, dan bedraagt dit aantal één plus het aantal accountants tegen wie de klacht is gericht. 
  3. Bij omvangrijke of bijzondere zaken zal de Accountantskamer nadere afspraken maken met partijen over het aantal afschriften dat moet worden overgelegd. 
  4. De secretaris kan aan klager, indien deze geen rechtspersoon is of daaraan verbonden, vrijstelling verlenen van het overleggen van afschriften. 

Artikel 8
Voorwaarden die aan het klaagschrift worden gesteld

  1. Het klaagschrift (inclusief bijlagen) moet:
    • in de Nederlandse taal zijn opgesteld; en 
    • zijn ondertekend.
      De voorzitter kan toestaan dat (onderdelen van) het klaagschrift en (een) bijlage(n) in een andere taal worden ingediend.
  2. In het klaagschrift moet worden vermeld:
    • de naam en het woon- en e-mailadres van klager en het (mobiele) telefoonnummer waarop hij te bereiken is, en, indien van toepassing, de (adres- en e-mail-)gegevens van zijn advocaat of gemachtigde;
    • de naam, het kantooradres en e-mailadres van betrokkene;
    • een duidelijke omschrijving van de klacht, de gronden waarop de klacht berust, onderbouwd met bewijsstukken; 
    • de datum waarop het handelen of nalaten van betrokkene waarop de klacht betrekking heeft door klager is geconstateerd;
    • de datum waarop of de periode waarin het handelen of nalaten van de betrokkene waarop de klacht betrekking heeft zich heeft voorgedaan.
  3. Het klaagschrift moet ook vermelden:
    • of de klacht is voorgelegd aan de accountantsorganisatie waarbinnen de betrokkene werkzaam is, dan wel aan de Klachtencommissie NBA; indien dit niet het geval is, moet dit worden toegelicht;
    • of tussen partijen over het onderwerp van de klacht een geschil aanhangig is of is geweest bij de Raad voor Geschillen van de NBA, dan wel de burgerlijke rechter.
  4. Bij het klaagschrift moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken die de klacht onderbouwen worden overgelegd.

  5. Het klaagschrift moet worden ingediend op een manier dat de klacht begrijpelijk, geordend, genummerd en toegankelijk is voor de Accountantskamer en betrokkene. Als er bijlagen bij het klaagschrift worden gevoegd, moeten de bijlagen zijn genummerd en in een overzicht zijn weergegeven. Ook moet in het klaagschrift duidelijk worden verwezen naar de nummers van de bijlagen. De stukken moeten zodanig worden aangeleverd dat deze gemakkelijk kunnen worden losgehaald. 

  6. Indien het klaagschrift niet aan deze vereisten voldoet, kan de voorzitter klager een termijn geven om het klaagschrift te verbeteren. 

  7. Als digitale beeld- of geluidsfragmenten worden ingediend dan moet een transcriptie (woordelijk) van het gesprokene worden bijgevoegd. 

  8. Bij het indienen van een klaagschrift kan gebruik worden gemaakt van het via de website van de Accountantskamer (www.accountantskamer.nl) te downloaden informatieblad, waarop de voor een klacht van belang zijnde gegevens kunnen worden ingevuld.

Artikel 9
Opgaaf en doorzending van de klacht aan AFM en NBA

  1. Een klacht wordt, met een beschrijving van de aard en inhoud daarvan, opgegeven aan de AFM en de NBA. Van de processtukken kan een afschrift aan deze organisaties worden verstrekt.
  2. Tenzij uit het klaagschrift of begeleidende brief blijkt dat daartegen bezwaar bestaat, wordt de opgaaf van de klacht en/of de doorzending van de stukken in niet-geanonimiseerde vorm gedaan.
  3. Indien klager wenst dat de opgaaf en/of de doorzending in geanonimiseerde vorm wordt gedaan, moet hij ook twee afschriften van het klaagschrift met bijlagen in geanonimiseerde vorm indienen. Indien klager ondanks een geboden hersteltermijn van twee weken, nalaat dergelijke afschriften in te dienen, zullen de opgaaf en de doorzending in niet-geanonimiseerde vorm geschieden.
  4. De behandeling van de klacht kan voor ten hoogste zes maanden worden opgeschort op verzoek van de AFM of de NBA. Die termijn kan met ten hoogste drie maanden worden verlengd. Van deze opschorting of verlenging wordt mededeling gedaan aan klager en betrokkene.

Artikel 10
Klachttermijn

  1. De Accountantskamer kan een klacht alleen in behandeling nemen als er tussen het moment van het handelen of nalaten door de accountant en het indienen van het klaagschrift niet meer dan tien jaar is verstreken. 

    Deze termijn geldt sinds 1 januari 2019. Tot die tijd mocht de gedraging waarover werd geklaagd niet langer dan zes jaar geleden hebben plaatsgevonden. Bovendien moest de klacht worden ingediend binnen drie jaar nadat klager de verweten gedraging had geconstateerd of had kunnen constateren. Bij het van kracht worden van de nieuwe termijn is overgangsrecht vastgesteld. Bepalend is daarbij de situatie op 31 december 2018. Als op die datum de drie- of zesjaarstermijn voorbij was, dan blijft dat ook zo.

Artikel 11
Griffierecht

  1. Klager is een griffierecht van € 70,- (zeventig euro) verschuldigd, tenzij wordt geklaagd door de AFM, (de voorzitter van) de NBA, het Openbaar Ministerie of het Bureau Financieel Toezicht. 
  2. Voor de betaling ontvangt klager een nota. Het verschuldigde bedrag moet binnen vier weken na de verzending van die nota zijn bijgeschreven op de daartoe bestemde bankrekening.
  3. Indien het griffierecht niet tijdig is ontvangen, ontvangt klager éénmalig een rappel om het griffierecht alsnog binnen vier weken te voldoen. 
  4. Indien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is bijgeschreven, wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat klager in verzuim is geweest.

Artikel 12
Verweerschrift

  1. Tenzij de voorzitter anders beslist, wordt betrokkene na ontvangst van de bij klager nader opgevraagde informatie en/of het griffierecht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de klacht.
  2. Voor het indienen van het verweerschrift geldt een termijn van vier weken. Voor een eventueel uitstel daarvan geldt de in artikel 17 weergegeven regeling. Betrokkene is niet verplicht een verweerschrift in te dienen en kan ook ter zitting zijn verweer voeren. 
  3. Het verweerschrift (inclusief bijlagen) moet in de Nederlandse taal zijn gesteld en ondertekend. Artikel 8 leden 1, 5, 6 en 7 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
  4. Het verweerschrift moet in tweevoud worden ingediend. Als in één klaagschrift meerdere accountants worden aangeklaagd, dan bedraagt dit aantal één plus het aantal accountants tegen wie de klacht is gericht, tenzij het verweerschrift betrekking heeft op meer dan één accountant. In dat geval bedraagt het aantal in te dienen verweerschriften twee plus het aantal accountants waartegen de klacht ook is gericht, maar op wie het verweerschrift geen betrekking heeft. 

Artikel 13
Uitbreiding klacht

  1. Klager kan een reeds ingediende klacht uitbreiden door in een klaagschrift nieuwe klachtonderdelen naar voren te brengen. Hierop is artikel 8 leden 4, 5, 6 en 7 van dit reglement van toepassing. De voorzitter beslist op welke wijze dit klaagschrift zal worden behandeld. Het klaagschrift met nieuwe klachtonderdelen krijgt een eigen zaaknummer en klager is een griffierecht van € 70,- (zeventig euro) verschuldigd. Artikel 11 is van dit reglement is van toepassing. 
  2. Betrokkene krijgt de gelegenheid om binnen een door de voorzitter te bepalen termijn te reageren op de nieuwe klachtonderdelen.
  3. Indien de voorzitter besluit dat de eerder ingediende klacht en de nieuwe klachtonderdelen gezamenlijk op een zitting worden behandeld, kan de behandeling van de eerder ingediende klacht worden aangehouden. De voorzitter kan ook besluiten dat de oorspronkelijke klacht en het later ingediende klaagschrift afzonderlijk worden behandeld. 

Artikel 14
Indiening van nadere stukken

  1. Stukken waarop een partij zich wenst te beroepen die nog niet zijn ingediend en ook niet ingediend hadden moeten worden bij het klaagschrift, moeten zo spoedig mogelijk worden ingediend bij het secretariaat, maar niet later dan op de vijftiende dag voor de dag van de zitting, mits met gelijktijdige toezending van een afschrift aan de wederpartij. De behandelend kamer kan op de zitting, gehoord betrokkene, beslissen dat te laat ingediende stukken toch worden toegelaten.
  2. De nadere stukken moeten in tweevoud worden ingediend. Als het klaagschrift is gericht tegen meer dan één accountant, dan bedraagt dit aantal één plus het aantal accountants tegen wie de klacht is gericht. 
  3. Op de zitting mogen geen nieuwe stukken worden overgelegd, tenzij de behandelend kamer, gehoord betrokkene, daarmee instemt.
  4. De voorzitter en de leden nemen geen kennis van stukken die door klager of betrokkene nog worden toegezonden na de zitting – en eventueel na een uitspraak -, tenzij op de zitting is afgesproken dat binnen een bepaalde termijn nog stukken mogen worden ingediend. 

Artikel 15
Repliek en dupliek

  1. In beginsel blijft de procedure voorafgaand aan de zitting beperkt tot één schriftelijke ronde, bestaande uit het klaagschrift en het verweerschrift. Indien dat echter nuttig en/of noodzakelijk wordt geacht, kan de voorzitter besluiten tot een tweede schriftelijke ronde, bestaande uit een repliek en dupliek.
  2. Wanneer tot repliek en dupliek is besloten, wordt klager een termijn van vier weken gegeven om te repliceren naar aanleiding van het verweerschrift. Na ontvangst van die repliek wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daarop binnen vier weken schriftelijk te dupliceren
  3. Voor een eventueel uitstel daarvan geldt de in artikel 17 weergegeven regeling.
  4. De repliek en dupliek moeten in tweevoud worden ingediend. Als in één klaagschrift meerdere accountants worden aangeklaagd, dan bedraagt dit aantal één plus het aantal accountants tegen wie de klacht is gericht.
  5. Wanneer de procedure is beperkt tot één schriftelijke ronde is het niet toegestaan dat klager een schriftelijke reactie geeft op het verweerschrift. Een dergelijke reactie wordt naar klager teruggestuurd. Op dit zitting kan klager zijn reactie op het verweerschrift kenbaar maken. 

Artikel 16
Geheimhouding

  1. Om gewichtige redenen kan de voorzitter, ambtshalve of op verzoek van klager of betrokkene, ten aanzien van ingediende stukken en/of gegeven inlichtingen beslissen dat deze alleen ter kennisneming van partijen staan en niet openbaar mogen worden gemaakt.
  2. Een verzoek van klager of betrokkene als bedoeld in lid 1 moet worden gedaan bij het indienen van de betreffende stukken en/of het verstrekken van betreffende inlichtingen dan wel onverwijld nadat kennis is gekregen van dat indienen en/of verstrekken door de andere partij.

Artikel 17
Uitstel

  1. Een door de voorzitter gestelde termijn wordt slechts verlengd op een schriftelijk, gemotiveerd en binnen die termijn ingediend verzoek.
  2. De voorzitter deelt zijn beslissing op een dergelijk verzoek binnen één week na ontvangst ervan aan verzoeker mee.
  3. Indien de voorzitter het verzoek inwilligt, wordt de verzoekende partij in beginsel een uitstel verleend van zes weken na de verzending van de mededeling, bedoeld in lid 2. Een verzoek tot nader uitstel moet opnieuw schriftelijk, gemotiveerd en binnen de termijn worden ingediend. 

Artikel 18
Intrekking van de klacht

Klager kan zijn klacht intrekken. In dat geval wordt de behandeling van de klacht gestaakt, tenzij de Accountantskamer beslist dat de behandeling van de klacht om aan het algemeen belang te ontlenen redenen moet worden voortgezet. In dat laatste geval wordt de klacht verder behandeld als ware deze afkomstig van de AFM, dan wel de NBA.

Artikel 19
Voortgang van de procedure

  1. Tenzij de voorzitter anders beslist, kunnen partijen ten behoeve van het vaststellen van een zittingsdatum en tijdstip hun verhinderdagen in een door de Accountantskamer aangegeven periode binnen een gestelde termijn opgeven.
  2. Er wordt bij de planning van de zitting alleen rekening gehouden met verhinderdagen als deze niet meer dan een derde deel van de maandagen en vrijdagen in de door de Accountantskamer aangewezen periode beslaan. Een reguliere vrije dag van een parttimer wordt niet als een geldige verhindering gezien. 
  3. Indien een partij niet binnen de gestelde reactietermijn verhinderdata heeft opgegeven, kan de zittingsdatum worden vastgesteld zonder dat rekening wordt gehouden met eventuele verhinderdata van die partij.
  4. Nadat de zittingsdatum en tijdstip zijn vastgesteld, worden klager en betrokkene daarvan op de hoogte gesteld.

Artikel 20
De uitnodiging of oproeping voor de zitting

  1. De Accountantskamer zendt partijen en, voor zover van toepassing, getuigen en deskundigen de uitnodiging of oproeping om op een zitting te verschijnen ten minste vier weken voor de datum van de zitting.
  2. In de uitnodiging of oproeping deelt de Accountantskamer mee of de zaak door een grote of een kleine kamer wordt behandeld, dit onder vermelding van de namen van de rechterlijke leden en de accountantsleden.
  3. Betrokkene wordt opgeroepen om op de door de voorzitter bepaalde dag, tijdstip en plaats ter zitting te verschijnen.
  4. Klager wordt op de hoogte gesteld van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting.
  5. Indien de datum van de zitting niet na overleg met partijen is bepaald, worden partijen bij de eerste uitnodiging of oproeping voor de zitting in de gelegenheid gesteld binnen een week na verzending van die uitnodiging of oproeping een andere datum te verzoeken. Bij dit verzoek moeten de verhinderdata in de periode van twaalf weken na de geagendeerde zittingsdatum worden opgegeven. Dit geldt niet ten aanzien van een zitting die is bepaald met toepassing van artikel 21 lid 3 van dit reglement.
  6. Een verzoek tot uitstel van de zitting moet zo spoedig mogelijk schriftelijk worden gedaan, onder opgave van de bijzondere omstandigheden die tot uitstel van de zitting aanleiding zouden geven en met overlegging van bewijsstukken, zoals een medische verklaring. De voorzitter deelt zijn beslissing op dit verzoek zo spoedig mogelijk na ontvangst ervan aan partijen mee. 
  7. De voorzitter kan bepalen dat de zitting geheel of gedeeltelijk via een videoverbinding plaatsvindt. 
  8. De voorzitter kan besluiten de geplande zitting te laten vervallen als de klacht zonder zitting zal worden afgedaan. 

Artikel 21
Getuigen en deskundigen

  1. Partijen mogen getuigen en/of deskundigen meenemen naar de zitting. De partij die van deze bevoegdheid gebruik maakt, moet dat uiterlijk op de vijftiende kalenderdag vóór de zitting aankondigen onder vermelding van de naam, het beroep en de woonplaats van de getuige of deskundige. Na ontvangst van deze aankondiging stelt de Accountantskamer de wederpartij daarvan op de hoogte. De behandelend kamer beoordeelt ter zitting of de getuige of deskundige zal worden gehoord. 
  2. De Accountantskamer kan zelf of op verzoek van klager of betrokkene getuigen en/of deskundigen oproepen. De getuige of deskundige is verplicht om voor de Accountantskamer te verschijnen. Een verzoek daartoe moet schriftelijk worden ingediend en zijn voorzien van een motivatie en uiterlijk acht weken voor de zitting door het secretariaat zijn ontvangen. De voorzitter deelt zijn beslissing op dit verzoek zo spoedig mogelijk na ontvangst ervan aan de verzoeker mee. 
  3. Partijen worden van de oproeping in kennis gesteld.

Artikel 22
Kennisname tuchtrechtelijke uitspraken

De Accountantskamer neemt ambtshalve kennis van voorgaande tuchtrechtelijke uitspraken en beslissingen in zaken tegen betrokkene.

Artikel 23
Samenstelling kamer 

  1. De zitting wordt gehouden door een door de voorzitter aangewezen kamer. De samenstelling en/of de grootte van de behandelend kamer, zoals deze aan klager en betrokkene is meegedeeld bij de uitnodiging of oproeping, kan door de voorzitter worden gewijzigd. Partijen worden hierover geïnformeerd.
  2. De klacht kan in elke stand van het geding voor verdere afdoening worden verwezen naar de kleine onderscheidenlijk de grote kamer.

Artikel 24
Openbaarheid van de zitting

  1. De zitting wordt in het openbaar gehouden.
  2. De Accountantskamer kan bepalen dat de behandeling van de zaak geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvindt, indien openbare behandeling een goede rechtspleging of de belangen van partijen of derden onevenredig zou schaden. Een verzoek om behandeling met gesloten deuren kan schriftelijk of mondeling op de zitting worden gedaan. De wederpartij zal om een reactie worden gevraagd, waarna de behandelend kamer een beslissing op dit verzoek zal nemen. 

Artikel 25
Procedure ter zitting

  1. De leden van de Accountantskamer en de advocaten dragen geen toga.
  2. De voorzitter heeft de leiding van de zitting.
  3. De secretaris houdt aantekening van wat op de zitting is besproken. 
  4. De voertaal tijdens de zitting is Nederlands. Indien een partij onvoldoende Nederlands spreekt of verstaat, moet deze partij zelf een tolk regelen en de kosten daarvan dragen.   
  5. Partijen krijgen ieder maximaal 20 minuten de tijd om hun standpunt toe te lichten. Indien een partij meent meer dan 20 minuten nodig te hebben, moet uiterlijk vier werkdagen voor de zitting een gemotiveerd verzoek om verlenging van de spreektijd door het secretariaat zijn ontvangen. 
  6. Indien een pleitnota wordt overgelegd, moet er een exemplaar zijn voor de leden van de behandelend kamer, de secretaris en de wederpartij. 
  7. De Accountantskamer sluit het onderzoek ter zitting wanneer zij van oordeel is dat het onderzoek is voltooid.
  8. Voordat het onderzoek ter zitting wordt gesloten, heeft de betrokkene het recht als laatste het woord te voeren.
  9. Zodra het onderzoek ter zitting is gesloten, deelt de voorzitter mee wanneer uitspraak wordt gedaan.
  10. De Accountantskamer kan het onderzoek na de zitting in een tussenbeslissing heropenen, indien zij van oordeel is dat het niet volledig is geweest.
  11. De secretaris maakt een proces-verbaal op van de zitting als tegen de uitspraak van de Accountantskamer hoger beroep is ingesteld, de Accountantskamer een tussenbeslissing heeft genomen of indien de Accountantskamer dat ambtshalve of op verzoek van een partij heeft bepaald. Het proces-verbaal wordt pas verstrekt nadat de Accountantskamer een tussenbeslissing heeft genomen of uitspraak heeft gedaan.  

Artikel 26
Beeld- en geluidsopname

  1. Het is partijen en/of hun gemachtigden niet toegestaan om tijdens de zitting beeld- en/of geluidsopnamen te maken, tenzij dat met uitdrukkelijke instemming van de voorzitter gebeurt. Voor journalisten geldt de persrichtlijn van de Accountantskamer. 
  2. De Accountantskamer kan een geluidsopname maken van de zitting. Deze geluidsopname is uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van de secretaris bij het opstellen van het proces-verbaal. Aan partijen wordt geen kopie van de geluidsopname verstrekt. Nadat de uitspraak van de Accountantskamer onherroepelijk is geworden wordt de geluidsopname vernietigd. 

Artikel 27
De uitspraak van de Accountantskamer

  1. Als de uitspraak niet binnen de op de zitting genoemde uitspraaktermijn kan worden gedaan, doet de Accountantskamer hiervan mededeling aan partijen onder vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen uitspraak wordt gedaan.
  2. De uitspraak wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De Accountantskamer of haar voorzitter spreekt de beslissing in het openbaar uit.
  3. De uitspraak kan inhouden het geheel of gedeeltelijk:
    • niet-ontvankelijk verklaren van de klacht;
    • ongegrond verklaren van de klacht;
    • gegrond verklaren van de klacht.
  4. Als de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, wordt ook beslist over het opleggen van een of meer van de in artikel 2 Wtra bedoelde maatregelen.

  5. Nadat de beslissing in het openbaar is uitgesproken, wordt een afschrift van de uitspraak verzonden aan betrokkene, klager, de AFM en de NBA.

Artikel 28
Publicatie van uitspraken

  1. Zo spoedig mogelijk na verzending van de uitspraak wordt de uitspraak in geanonimiseerde vorm gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl  en op www.accountantskamer.nl.
  2. De voorzitter kan besluiten om de beslissing van de Accountantskamer om de behandeling van een ingetrokken klacht al dan niet voort te zetten, in geanonimiseerde vorm te publiceren op www.tuchtrecht.nl en op www.accountantskamer.nl.  
  3. Een uitspraak en/of beslissing wordt geanonimiseerd volgens de richtlijnen van de Rechtspraak. 

Artikel 29
Tenuitvoerlegging

  1. De opgelegde maatregel wordt niet ten uitvoer gelegd voordat de uitspraak onherroepelijk is, tenzij de Accountantskamer heeft bepaald dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is en daarmee direct ingaat. 
  2. Zodra de uitspraak onherroepelijk of uitvoerbaar bij voorraad is, zal de voorzitter een last tot tenuitvoerlegging geven, waarbij hij de AFM en de NBA informeert ten behoeve van het maken van een aantekening van de opgelegde maatregel in hun register.
  3. Als in de uitspraak een geldboete is opgelegd, zal de voorzitter betrokkene opdragen deze geldboete binnen de in de uitspraak bepaalde termijn te voldoen. De voorzitter kan op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van betrokkene deze termijn verlengen. Indien de boete niet binnen de gestelde termijn wordt voldaan, kan de Accountantskamer betrokkene horen en de (nadere) maatregel van (tijdelijke) doorhaling opleggen.

Artikel 30
Voorlopige voorziening

  1.  De Accountantskamer is bevoegd om op verzoek van de AFM of de NBA bij wijze van voorlopige voorziening de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van betrokkene in de registers op te leggen. Voordat deze maatregel wordt opgelegd, wordt betrokkene gehoord. De AFM, de NBA en betrokkene worden onverwijld op de hoogte gebracht van deze beslissing van de Accountantskamer.  

Artikel 31
Hoger beroep

Tegen de einduitspraak van de Accountantskamer staat binnen zes weken na de verzending van die uitspraak hoger beroep open bij het College. Ook tegen de bij wijze van voorlopige voorziening opgelegde maatregel van tijdelijke doorhaling staat hoger beroep open, zoals bedoeld in artikel 30 van dit reglement. Het hoger beroep kan worden ingesteld door:
a. de betrokkene;
b. de klager;
c. de NBA.

Artikel 32
Voorzittersbeslissing

  1. Indien een klacht naar het oordeel van de voorzitter kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht is, kan zonder zitting uitspraak worden gedaan.
  2. Tegen deze uitspraak kan door klager en betrokkene binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel worden aangewend. 

Artikel 33
Wraking

  1. Op verzoek van klager of betrokkene kan de voorzitter en elk van de leden van de behandelend kamer worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de Accountantskamer schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek kan geen betrekking hebben op de secretarissen of de administratief medewerkers van de Accountantskamer.
  2. Het wrakingsprotocol van de Accountantskamer is van toepassing op een ingediend wrakingsverzoek. Dit wrakingsprotocol is gepubliceerd op www.accountantskamer.nl.

Artikel 34
Slotbepalingen

  1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024 en heeft onmiddellijke werking.
  2. Dit reglement wordt gepubliceerd op www.accountantskamer.nl en kan worden aangehaald als: Procesreglement Accountantskamer 1 januari 2024.