Procedurenummer 15/2120 Wtra AK
Rol van accountant bij conflictueuze situatie tussen clienten. Uit de VGBA vloeit niet als algemene regel voort dat een accountant zich na (en vanwege) het ontstaan van een (niet aanstonds overbrugbaar) belangenconflict tussen de bestuurders/aandeelhouders van een entiteit altijd dient terug te trekken als accountant van én de entiteit én alle bestuurders/aandeelhouders. Wel dient de accountant bij het verlenen van zijn professionele dienst in zo’n situatie van belangentegenstellingen voortdurend bedacht te zijn op mogelijke bedreigingen voor de naleving van die fundamentele beginselen. Doen er zich op enig moment omstandigheden voor die een bedreiging kunnen zijn voor het zich houden aan de fundamentele beginselen, dan dient de accountant (in de terminologie van artikel 21, eerste lid, van de VGBA) een toereikende maatregel te nemen, die ertoe leidt dat hij zich aan deze beginselen houdt. Extra waakzaamheid is geboden in het geval de accountant in een dergelijk conflictueuze situatie zich in zoverre terugtrekt dat hij zijn professionele diensten nog enkel voor een deel van zijn clienten voortzet. Daarbij past de waarschuwing voor de accountant dat schending van het fundamenteel beginsel van objectiviteit niet alleen aan de orde is indien wordt vastgesteld dat van een objectieve oordeelsvorming daadwerkelijk geen sprake is, maar ook indien duidelijk is dat de accountant zich heeft begeven in een situatie waarin zijn objectiviteit te zeer in het gedrang komt. Onder omstandigheden kunnen zich situaties voordoen waarin volledig terugtrekken als accountant van én alle bestuurders/aandeelhouders én de entiteit, in plaats van het eenzijdig door de accountant beëindigen van zijn opdrachtrelatie met een deel van zijn clienten, geboden is teneinde naleving van de fundamentele beginselen te waarborgen.
Komt de accountant in een situatie te verkeren dat hij in het vervolg alleen nog maar een deel van zijn clienten gaat bijstaan, dan vereist het fundamentele beginsel van objectiviteit allereerst dat de accountant ervoor zorgt dat het voor alle betrokken partijen duidelijk is dat hij vanaf enig moment alleen nog de belangen behartigt van één (deel) van de partijen. In een dergelijke situatie verdient voorts speciale aandacht het in acht nemen van de verplichting tot geheimhouding van informatie, en dan met name de informatie die als vertrouwelijk heeft te gelden tussen de accountant en de partij(en) wier belangen hij niet meer behartigt. In casu geen schending van de fundamentele beginselen.