Klachtenregeling

Klachtenregeling van de Accountantskamer te Zwolle ex artikel 10, derde lid Wet tuchtrechtspraak accountants 

Artikel 1  Definitie

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. klacht: een uiting van ongenoegen over een gedraging van (een medewerker van) de Accountantskamer die zowel bejegening als bedrijfsvoering kan betreffen.
  2. voorzitter: de voorzitter van de Accountantskamer of een door de voorzitter aangewezen plaatsvervangend voorzitter of (plaatsvervangend) lid van de Accountantskamer.
  3. betrokkene: de persoon op wie de klacht betrekking heeft. 

Artikel 2 Klachtrecht 

  1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop (een medewerker van) de Accountantskamer zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem heeft gedragen, bij de voorzitter een klacht in te dienen. Niet geklaagd kan worden over de inhoud, de motivering, de wijze van tot stand komen of het uitblijven van een uitspraak van de (voorzitter van de ) Accountantskamer, met inbegrip van de in dat kader genomen beslissingen van procedurele aard door de secretaris, voorzitter of de Accountantskamer zelf.
  2. Een gedraging van een persoon, werkzaam bij de Accountantskamer, wordt aangemerkt als een gedraging van de Accountantskamer, voor zover deze gedraging aan de Accountantskamer kan worden toegerekend. 
  3. Personen werkzaam bij de Accountantskamer kunnen alleen een klacht indienen voor zover zij partij of belanghebbende zijn in een bij de Accountantskamer aanhangig geding, een partij of belanghebbende in een dergelijk geding vertegenwoordigen of bijstaan of daarin getuige of deskundige zijn.
  4. Onder personen werkzaam bij de Accountantskamer worden verstaan: 
    1. de met rechtspraak belaste rechterlijke ambtenaren verbonden aan de Accountantskamer; 
    2. de leken/deskundigenrechters ( de zgn. accountantsleden) verbonden aan de Accountantskamer; 
    3. de gerechtsambtenaren die bij de Accountantskamer werkzaam zijn; 
    4. de overige, niet onder de vorige letters begrepen, bij de Accountantskamer werkzame personen.

Artikel 3 Klaagschrift

  1. Klachten kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend.
  2. Een klaagschrift moet worden ondertekend en ten minste bevatten:
    1. de naam en het adres van de indiener;
    2. de dagtekening;
    3. een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht en het tijdstip van de gedraging.
  3. Klaagschriften die niet gedagtekend zijn, worden geacht gedagtekend te zijn op de dag van ontvangst.
  4. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.
  5. Indien de klager minderjarig is of onder curatele is gesteld, moet de klacht worden ondertekend door de met het gezag beklede ouder of voogd, respectievelijk de curator.

Artikel 4 Afdoening in der minne

  1. In iedere fase van de klachtbehandeling kan de voorzitter nagaan of de klager door middel van een informele afhandeling van zijn klacht tevreden gesteld kan worden. 
  2. Zodra de voorzitter naar tevredenheid van de klager aan de klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze regeling. De klager ontvangt in dat geval een schriftelijke kennisgeving van de afsluiting van de klachtprocedure. Aan de betrokkene wordt een kopie van deze kennisgeving verstrekt. 

Artikel 5 Bijstand en vertegenwoordiging

  1. De klager en de betrokkene kunnen zich laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.
  2. De voorzitter kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.
  3. De voorzitter kan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon, tegen wie ernstige bezwaren bestaan, weigeren.
  4. Het derde lid is niet van toepassing ten aanzien van advocaten.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging; door- en toezending en administratie

  1. De voorzitter bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk onder mededeling van de datum van ontvangst van het klaagschrift en met toezending van een afschrift van deze regeling.
  2. De voorzitter zendt de betrokkene een afschrift van het klaagschrift en de daarbij meegezonden stukken.
  3. De voorzitter registreert en administreert binnengekomen klaagschriften en zorgt voor een goede voortgangscontrole. 

Artikel 7 Geen verplichting tot klachtbehandeling

  1. De voorzitter kan besluiten een klaagschrift dat niet aan artikel 3 voldoet, niet te behandelen, mits de indiener in de gelegenheid is gesteld het klaagschrift binnen een door de voorzitter te stellen termijn aan te vullen.
  2. De voorzitter is niet verplicht de klacht te behandelen indien deze betrekking heeft op een gedraging:
    1. waarover door de klager reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze regeling is afgedaan;
    2. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;
    3. waartegen de klager bezwaar als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen maken; 
    4. waartegen de klager beroep als bedoeld in artikel 1:5, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht kan of had kunnen instellen;
    5. waartegen ingevolge artikel 2, eerste lid niet geklaagd kan worden; 
    6. die anderszins door het instellen van een procedure aan het oordeel van een rechterlijke instantie kon of had kunnen worden onderworpen; 
    7. zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is. 
  3. De voorzitter is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.
  4. Van het niet in behandeling nemen van de klacht stelt de voorzitter de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Gelegenheid tot horen

  1. De voorzitter stelt de klager en de betrokkene in de gelegenheid te worden gehoord.
  2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
  3. Van het horen van betrokkene kan worden afgezien indien de klacht niet in behandeling wordt genomen, indien de klacht kennelijk ongegrond is of indien betrokkene heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
  4. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 9 Behandeling

  1. De voorzitter handelt de klacht binnen tien weken of, indien aan het bepaalde in artikel 11, eerste lid toepassing wordt gegeven, binnen veertien weken na de ontvangst van het klaagschrift af.
  2. De voorzitter kan de behandeling voor ten hoogste zes weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en de betrokkene.
  3. Wanneer de klacht de voorzitter betreft, zal de behandeling door een plaatsvervangend voorzitter of een (plaatsvervangend) lid geschieden.

Artikel 10 Afdoening

  1. De voorzitter stelt de klager en de betrokkene schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, alsmede van de eventuele conclusies die hij daaraan verbindt. 

Artikel 11 Klachtadviescommissie

  1. De voorzitter kan een klachtadviescommissie met de advisering over een klacht belasten. In dat geval zijn de artikelen 12 en 13 van toepassing.
  2. De voorzitter benoemt de voorzitter, de secretaris en de overige leden van de klachtadviescommissie, alsmede hun plaatsvervangers.
  3. Betrokkene maakt geen deel uit van de klachtadviescommissie.
  4. De voorzitter kan de klachtadviescommissie alleen algemene aanwijzingen geven.

Artikel 12

  1. Zodra de voorzitter besluit de klachtadviescommissie in te schakelen deelt hij de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft  mee dat een klachtadviescommissie met de advisering over de klacht is belast.
  2. Het horen geschiedt door de klachtadviescommissie.
  3. De klachtadviescommissie kan het horen aan de voorzitter van de klachtencommissie of een lid opdragen.
  4. De klachtadviescommissie beslist over de toepassing van artikel 8, tweede en derde lid.
  5. De klachtadviescommissie zendt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan de voorzitter.
  6. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 13

Indien de conclusies van de voorzitter afwijken van het advies van de klachtadviescommissie, wordt in die conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies meegezonden met de kennisgeving, bedoeld in artikel 10, eerste lid.

Artikel 14 Citeertitel, bekendmaking en inwerkingtreding

  1. Deze regeling kan worden aangehaald als Klachtenregeling Accountantskamer.
  2. Zij wordt openbaar gemaakt door plaatsing op de website van de Accountantskamer (www.accountantskamer.nl) en treedt direct in werking.
  3. De regeling is van toepassing op klachten die na deze datum worden ingediend, ook als de gedraging waarover wordt geklaagd zich vóór 5 april 2011 heeft voorgedaan.

Aldus vastgesteld door de Accountantskamer op 5 april 2011.