Uitspraken 29 juni 2018

Procedurenummers 17/969 t/m 17/994 Wtra AK
Tuchtklacht van een getoetst kantoor tegen alle bij een kantoortoetsing betrokken accountants van de Nba (toetsers, vaktechnisch adviseur van de Raad voor Toezicht, leden van de Raad voor Toezicht, accountantslid van de bezwarencommissie Nba en (oud-) bestuursleden van de Nba) om diverse redenen ongegrond verklaard, daargelaten de ontvankelijkheid van die tuchtklacht.

Procedurenummer 18/359 Wtra AK
Tijdens toetsing heimelijk geantedateerde stukken toevoegen aan het toetsings(controle)dossier; strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit. Tijdelijke doorhaling voor 3 maanden.

Uitspraken 25 juni 2018

Procedurenummer 17/1551 Wtra AK
Een groot deel van de klachten ziet op handelen van een belastingadviseur (tegen wie een klacht bij het Register Belastingadviseurs is ingediend) met wie betrokkene en een aantal klagers zakelijk hebben samengewerkt. Klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat het handelen waarover wordt geklaagd (mede) handelen of nalaten van betrokkene betreft. De klachtonderdelen die wel het handelen van betrokkene betreffen, zijn ongegrond.

Uitspraken 18 juni 2018

Procedurenummer 17/1437 Wtra AK
Nu het ging om een ingehuurde, bijna fulltime in de onderneming werkende directeur, met een bij die functie behorend salaris, had betrokkene moeten nagaan of een VAR-verklaring was verstrekt. Door dit na te laten heeft betrokkene in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 12 VGBA. 
Het enkele feit dat volgens de jaarrekening (slechts) aan een van de aandeelhouders een deel van het beoogde dividend is uitgekeerd, had voor betrokkene reden moeten zijn om aan het management nadere vragen te stellen. Door dit na te laten heeft betrokkene in strijd gehandeld met het bepaalde in paragraaf 32 van Standaard 4410H en daarmee eveneens met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing.

Uitspraken 15 juni 2018

Procedurenummer 17/1927 Wtra AK
Betrokkene was (onbezoldigd) penningmeester van een stichting. Het uitoefenen van werkzaamheden als penningmeester valt onder het bereik van het begrip “ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep” als bedoeld in artikel 42 Wab zodat betrokkene ten aanzien van deze werkzaamheden onderworpen is aan tuchtrechtspraak op grond van de Wet tuchtrechtspraak accountants.  Betrokkene heeft naar aanleiding van een e-mail, waarvan hij (naar later bleek: ten onrechte) dacht dat deze van een bestuurslid van de stichting afkomstig was, geld van de stichting overgemaakt naar een buitenlandse bankrekening. Anders dan op grond van artikel 13, tweede lid VGBA van betrokkene verwacht mocht worden, heeft hij met deze handelwijze in de gegeven omstandigheden (o.m. een atypisch betalingsverzoek, een voor de stichting aanzienlijk bedrag en geen overleg binnen het bestuur noch een geaccordeerde factuur) niet nauwgezet gereageerd. Aldus heeft hij in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld. 
Een accountant dient zich in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep toetsbaar op te stellen en dient zich daarom te onthouden van het uitoefenen van druk om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen. Betrokkene heeft vooraf ingestemd met een passage in een brief van zijn raadsvrouw, inhoudende dat betrokkene klaagster aansprakelijk houdt voor de eventuele schade die hij lijdt doorat klaagster een ongegronde klacht bij de Nba indient. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep (artikel 42 eerste lid sub b Wab). Maatregel: waarschuwing.

Persbericht 8 juni 2018

Persbericht Accountantskamer

Accountant bestraft voor goedkeuren jaarrekeningen FC Twente

De accountant die de jaarrekeningen 2012/2013 en 2013/2014 van FC Twente goedkeurde mag als tuchtstraf 1 maand zijn werk niet uitvoeren. De Accountantskamer oordeelt dat de accountant de jaarrekeningen onvoldoende had gecontroleerd, met name wat betreft de omzet uit de overdracht van 12 miljoen euro aan toekomstige tv-rechten en de waardevermeerdering van het stadion met 20 miljoen euro.

Tv-rechten

De tuchtrechter oordeelt dat de accountant niet akkoord had mogen gaan met het in de jaarrekening van 2012/2013 verwerken van een voorgenomen overdracht van toekomstige tv-rechten ter waarde van 12 miljoen euro. Het ging op dat moment namelijk om een transactie met een rechtspersoon die nog niet bestond, die ook uitstaande schulden die de voetbalclub had zou overnemen.

Deze onzekerheden bestonden niet alleen bij het sluiten van het boekjaar, maar ook bij het goedkeuren van de jaarrekening 2012/2013 in oktober 2013. De Accountantskamer verwerpt het verweer dat de accountant mocht afgaan op de intenties van alle partijen. “Jaarrekeningen (worden) niet opgesteld op basis van intenties maar op basis van feitelijke transacties en gebeurtenissen.” aldus de tuchtrechter.

Waardevermeerdering stadion

Ook de waardevermeerdering van het stadion van de voormalige eredivisieclub was niet goed onderbouwd. In het boekjaar 2013/2014 is de restwaarde van het stadion van 0 naar 20 miljoen euro gegaan. Hierdoor hoefde FC Twente jaarlijks 1,1 miljoen euro minder af te schrijven. Over de achtergronden van deze keuze heeft de accountant zich alleen door het management van de club laten voorlichten en daarmee ingestemd. Hij had zelf daarnaast geen verdere controle uitgevoerd of controle-informatie verzameld, waar dat wel had gemoeten.

De Accountantskamer legt aan de accountant de maatregel op van tijdelijke doorhaling van 1 maand in het accountantsregister.

Uitspraken 8 juni 2018

Procedurenummer 17/740 Wtra AK
Klacht AFM tegen accountant FC Twente. De Ack is van oordeel dat betrokkene bij het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van FC Twente over het boekjaar 2012/2013 niet beschikte over voldoende en geschikte controle-informatie over de verwerking van de transactie (de boeking van 12 miljoen in de netto-omzet uit de overdracht van toekomstige TV-rechten aan een nog op te richten entiteit en de afboeking van schulden van € 12 miljoen als gevolg van de overdracht daarvan aan die entiteit) in die jaarrekening aanvaardbaar te achten. Bij het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van FC Twente over het boekjaar 2013/2014 heeft betrokkene geen toereikende controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de consolidatieplicht. Datzelfde geldt voor de controlewerkzaamheden met betrekking tot de in die jaarrekening doorgevoerde (gewijzigde) schatting van de restwaarde van het stadion van FC Twente. Klacht in alle onderdelen gegrond. Tijdelijke doorhaling van 1 maand.

Procedurenummer 16/2455 Wtra AK
Ook bij advieswerkzaamheden kan vakbekwaamheid als accountant worden aangewend zodat daarbij sprake is van een professionele dienst als bedoeld in artikel 1 VGBA en op het  handelen van de adviserende accountant de VGBA en alle fundamentele beginselen van toepassing zijn. Betrokkene had bij aanvang van de besprekingen in het kader van een aandelenovername tussen klagers als kopende partij en zijn cliënt als verkopende partij duidelijkheid moeten verschaffen over zijn positie en rol als adviseur van zijn cliënt bij die besprekingen. Verder had hij klagers moeten adviseren om zich door een deskundige te laten bijstaan. Betrokkene had moeten beseffen dat (aanzienlijke) privé-leningen aan zijn cliënt en de hoge, alsmaar oplopende vordering van zijn kantoor een bedreiging inhielden voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit. Deze bedreiging heeft betrokkene echter, evenmin als de beoordeling en de maatregel, niet in zijn dossier vastgelegd. Door dit na te laten heeft hij het bepaalde in artikel 21, derde lid VGBA (en zodoende eveneens artikel 13, eerste lid VGBA) niet nageleefd. Door zijn werkzaamheden voor zijn cliënten vennootschappen voort te zetten, heeft betrokkene verder het fundamentele beginsel van objectiviteit daadwerkelijk geschonden. Maatregel: berisping. Daarbij is onder meer meegewogen dat betrokkene geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het verwijtbare karakter van zijn handelen.

Uitspraken 4 juni 2018

Procedurenummer 17/1143 Wtra AK
Door onvoldoende acht te slaan op de bedreigingen voor het zich houden aan de fundamentele beginselen in het kader van de onderhandelingen tussen zijn cliënten over de overname van de aandelen  en de verslechterende verhoudingen tussen zijn cliënten, deze bedreigingen niet vast te leggen en geen afdoende maatregelen te treffen, maar daarentegen bij die onderhandelingen hoofdzakelijk de belangen van één cliënt te behartigen en op verzoek van diezelfde cliënt eenzijdig een verklaring op te stellen, wetende dat die in een civiele procedure tegen de andere cliënt (klaagster) zou worden gebruikt, heeft betrokkene niet alleen in strijd met de artikelen 21 en 22 van de VGBA, en daarmee met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid (artikel 13, tweede lid VGBA) gehandeld, maar ook in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit. Maatregel: berisping.

Procedurenummer 17/1843 Wtra AK
Van betrokkene wordt verlangd dat hij bevestigt dat tussen twee partijen die zijn opdrachtgevers zijn, een overeenkomst is gesloten. Betrokkene heeft daarna zijn lezing gegeven van wat er is besproken en gebeurd en een interpretatie daarvan gegeven. Volgens de klacht heeft betrokkene ten onrechte ontkend dat er een overeenkomst is gesloten. De klacht is ongegrond. Klagers hebben de lezing van wat er is besproken en gebeurd niet bestreden. Zij keren zich tegen de interpretatie daarvan. Van die interpretatie kan niet worden gezegd dat zij bewust of misleidend is. Van strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit is ook geen sprake. Dat zou pas het geval zijn als de interpretatie evident onverdedigbaar zou zijn.

Procedurenummer 17/2054 Wtra AK
Beslaglegging in verband met vorderingen van meer van 40.000 euro onder opdrachtgevers van de cliënt voor een bedrag van ruim 140.000 euro. Betrokkene heeft gesteld dat hij alvorens over te gaan tot beslaglegging een afweging heeft gemaakt van de belangen die in het geding zijn, maar heeft die afweging niet overgelegd. Onder deze omstandigheden is de beslaglegging disproportioneel en dat leidt tot schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit. Bovendien heeft betrokkene gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter heeft moeten begrijpen (welke opdrachtgevers van de cliënt hadden de grootste schulden), gebruikt bij de keuze onder welke opdrachtgevers van klaagsters hij beslag zou laten leggen. Daardoor heeft hij ook gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid. Waarschuwing.

Procedurenummer 17/2477 Wtra AK
Opdracht van [B] om causale verband te onderzoeken tussen de (vermeende) betrokkenheid van [B] bij ontvreemding objecten en de schade van [X] ten gevolge van die ontvreemding. Rapport wordt ingebracht door [B] in schadestaatprocedure. Accountant moet ervoor waken dat opdracht helder is geformuleerd en dat het de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmerd. Dat kan gebeuren als de bevindingen een deugdelijke grondslag ontberen. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene bij het accepteren van de opdracht en het beantwoorden van de vragen heeft miskend dat in een eerdere procedure de betrokkenheid van [B] bij de ontvreemding bewezen was geacht, zodat het woord “vermeend” misplaatst was. Betrokkene heeft als bevinding opgetekend dat de door [X] geleden schade (aanzienlijk) naar beneden moet worden bijgesteld met de toevoeging dat het ontbreken van causaal verband niet kan worden vastgesteld. Daarom bedraagt de schade van [X] nihil, aldus betrokkene in het rapport. Deze laatste bevinding volgt niet uit de voorafgaande bevindingen, is niet onderbouwd en onbegrijpelijk. Rapport ontbeert in dit opzicht een deugdelijke grondslag. Berisping.

Uitspraken 18 mei 2018

Procedurenummer 17/1549 Wtra AK
Op grond van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid dient een accountant voordat hij een opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen opzegt of wijzigt, eerst zijn bevindingen aan zijn opdrachtgever te rapporteren en deze voldoende duidelijk mede te delen welke gevolgen hij daaraan overweegt te verbinden. Standaard 4410 (zoals destijds geldend) bevat in paragraaf 14,15 en 16 specifieke regels voor het teruggeven van een samenstellingsopdracht. Betrokkene stelt dat hij de opdracht heeft teruggegeven althans dat de opdracht is gewijzigd. De Ack laat in het midden of voor het teruggeven voldoende grond was. Zij volstaat met de vaststelling dat betrokkene niet de in standaard 4410 voorgeschreven stappen heeft gevolgd alvorens de opdracht terug te geven. Betrokkene heeft zijn opdrachtgever ook niet voldoende duidelijk meegedeeld dat diens weigering om nadere informatie te verschaffen voor hem aanleiding zou zijn de opdracht niet verder uit te voeren en terug te geven.

Procedurenummer 17/2127 Wtra AK
Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer voor de toetsing van de uitkomst van werkzaamheden van deze aard dat de accountant, die weet dat zijn rapportage dient ter publiekelijke ondersteuning van een standpuntinname door zijn opdrachtgever in een gerechtelijke procedure, in  elk geval ervoor dient zorg te dragen dat zijn rapportage de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmert. Van belemmering is sprake indien de inhoud van de rapportage, gelet op de voor de accountant beschikbare gegevens, onjuist of onvolledig is, indien de bevindingen of conclusies van het rapport een deugdelijke grondslag ontberen of indien het rapport ten onrechte geen duidelijke voorbehouden of beperkingen bevat. Een en ander vloeit voort uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De accountantsmededelingen waarover wordt geklaagd zijn opgemaakt voor de echtscheidingsprocedure van de opdrachtgeefster en hebben betrekking op de opgave van de opdrachtgeefster van haar prive-uitgaven in een bepaalde periode. De eerste mededeling houdt in dat op grond van de verstrekte dagafschriften niet is gebleken dat er bankafschrijvingen hebben plaatsgevonden die geen betrekking hebben op de kosten van de huishouding van de opdrachtgeefster, de tweede dat op grond van de verstrekte dagafschriften niet is gebleken dat er bankafschrijvingen hebben plaatsgevonden die geen betrekking hebben op de uitgaven van haar huishouding. Betrokkene heeft zijn interpretatie van het begrip kosten van de huishouding en van het begrip uitgaven van de huishouding niet duidelijk gemaakt en ook niet toegelicht waarom hij in de tweede mededeling het begrip uitgaven van de huishouding heeft gehanteerd. Berisping.

Procedurenummer 17/2423 Wtra AK
Door geen zorgtoeslag aan te vragen voor zijn cliënt heeft betrokkene het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA geschonden, zodat de klacht in zoverre gegrond wordt verklaard. In de specifieke omstandigheden van dit geval is naar het oordeel van de Accountantskamer echter sprake van een zodanig geringe (tuchtrechtelijke) verwijtbaarheid dat het opleggen van een maatregel niet aangewezen is.

Procedurenummer 17/2433 Wtra AK
Klagers zijn ontslagen door hun werkgever en hebben nadien een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij hun arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden zijn beëindigd. Een aantal medewerkers heeft daarna kenbaar gemaakt dat ze zich zorgen maken over de bedrijfscultuur. Betrokkene krijgt daarna de opdracht een onderzoek in te stellen. Hij spreekt in het kader van een onderzoek met verscheidene medewerkers en heeft kennisgenomen van documenten. Hij adviseert om geen nader onderzoek te laten instellen. In het rapport worden de namen van klagers genoemd. De eerste klacht houdt in dat betrokkene niet had mogen weigeren hen inzage te geven in het rapport en de daaraan ten grondslag liggende documenten. Betrokkene heeft inzage geweigerd omdat hij met zijn opdrachtgever is overeengekomen dat zijn advies alleen de opdrachtgever zal worden verstrekt.

De Ack is van oordeel dat de Wet bescherming persoonsgegevens (ervan uitgaande dat sprake is van verwerking van persoonsgegevens) noch een beroeps- of gedragsregel een grondslag biedt voor wat klagers verlangen. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de voorzieningenrechter eerder heeft geoordeeld dat klagers geen rechtmatig belang hebben bij het beschikken over de gevraagde stukken en dat niet uitgesloten kan worden dat de belangen van de gesprekspartners met wie geheimhouding is afgesproken, zwaarder dienen te wegen dan het belang van klagers. Klacht ongegrond.

Uitspraken 4 mei 2018

Procedurenummer 17/2189 Wtra AK
Voor een deel van de (fiscale) werkzaamheden waarop de klacht ziet is betrokkene niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden. De overige klachtonderdelen zijn gemotiveerd weersproken en daarna onvoldoende onderbouwd.

Uitspraken 2 mei 2018

Procedurenummers 17/918 t/m 17/926 Wtra AK
Splitsing van klachtzaken.

Uitspraken 30 april 2018

Procedurenummer 17/1263 Wtra AK
De eventuele omstandigheid dat klager bij de onderhavige door hem aangespannen klachtprocedure (mogelijk) ook een belang heeft dat niet samenvalt met de doelstelling van de tuchtrechtspraak, betekent nog niet dat sprake is van misbruik van tuchtrecht. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Evenmin is door klager aannemelijk gemaakt dat betrokkene bij genoemde verrichtingen anderszins in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels heeft gehandeld. De klacht is ongegrond.

Procedurenummer 17/1483 Wtra AK
Beperkte tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor leidinggevende bij Belastingdienst (accountant in business) voor wat betreft niet-professionele diensten.

Procedurenummer 17/1599 Wtra AK
Betrokkene heeft, nadat een werkneemster van zijn cliënte hem had gemeld dat zij bij het indienen van haar aangifte inkomstenbelasting had ontdekt dat er ten onrechte loonheffingskorting was toegepast, bij de belastingdienst een correctie aangifte loonheffing ingediend. Hij heeft ook een gecorrigeerde jaaropgave vervaardigd en die als bijlage bij een brief aan de belastingdienst doen toekomen met het verzoek daarmee rekening te houden bij het beoordelen van de aangifte. Afzender van de brief is volgens de aanhef van de brief de werkneemster. De brief bevat ook een verzoek om uitstel van betaling van een eventueel opgelegde aanslag. Betrokkene heeft een en ander telefonisch uitgelegd aan de werkneemster. Het zonder volmacht sturen van deze brief en het niet ter kennisneming sturen van een afschrift van de brief aan de werkneemster is in strijd met de eisen die voortvloeien uit het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Innemen standpunt over verschuldigdheid kosten advocaat werkneemster is niet in de strijd met de maatstaf die voor de beoordeling daarvan geldt. Waarschuwing.

Procedurenummer 17/1989 Wtra AK
Toepassing driejaarstermijn art. 22 Wtra; klager niet ontvankelijk. Stuiting van deze termijn is niet mogelijk.

Uitspraken 23 april 2018

Procedurenummers 16/2542, 16/1543, 16/2544 en 16/2545 Wtra AK
Klachten tegen onderzoek naar door klager en/of aan hem gelieerde rechtspersonen ontvangen vergoedingen met betrekking tot verrichte werkzaamheden ten behoeve van activiteiten die zijn gerelateerd aan door of via de gemeente (klagers werkgever) gefinancierde projecten en naar de rol van klager bij het aanwenden van middelen voor projecten die door de gemeente zijn gefinancierd onvoldoende onderbouwd en daarom ongegrond.

Procedurenummer 17/839 Wtra AK
Betrokkene is zakelijk gaan samenwerken met zijn cliënt terwijl hij de accountant bleef van de cliënt en diens vennootschappen. Betrokkene had  daarom op grond van artikel 11 VGBA ervoor te waken dat zijn oordeel op ongepaste wijze zou worden beïnvloed. Op grond van de artikelen 20 tot en met 22 van de VGBA diende hij deze bedreiging te identificeren en te beoordelen en vervolgens toereikende maatregelen te treffen om de bedreiging weg te nemen of terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. Op grond van artikel 21 VBA had betrokkene ten slotte zijn conclusie over een en ander vast moeten leggen. Betrokkene heeft dit alles niet gedaan. Daarmee is sprake van schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing

Uitspraken 20 april 2018

Procedurenummers 17/1246 en 12/1247 Wtra AK
Uiteenlopende klachten tegen samenstellend accountant ongegrond. Klachten over handelen als voorzitter van interne klachtencommissie ongegrond.

Uitspraken 16 april 2018

Procedurenummer 17/1517 Wtra AK
De klacht is buiten de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 22 Wtra ingediend, zodat de klacht niet-ontvankelijk is.

Uitspraken 9 april 2018

Procedurenummers 17/718 en 17/719 Wtra AK
Klacht tegen controlerend accountant van entiteit over de in de jaarrekening opgenomen vordering in rekening-courant (uit hoofde van lening aan de STAK in verband met inkoop certificaten van aandelen door de STAK) ongegrond. Betrokkene heeft het opnemen van de post gelet op de gegevens waarover hij beschikte aanvaardbaar kunnen achten. Voor de wijze van verantwoording van de vordering is op de STAK is niet van belang of de aandeelhouders van de entiteit hebben ingestemd met de lening aan de STAK. Klacht dat in de jaarrekening had moeten worden vermeld dat de besluitvorming met betrekking tot de lening nog bekrachtigd had moeten worden door de aandeelhoudersvergadering is dan ook ongegrond.

Procedurenummer 17/720 Wtra AK
Accountant heeft jaarrekening samengesteld maar geen samenstellingsverklaring afgegeven omdat bij de jaarrekening een controleverklaring door een andere accountant zou worden (en is) uitgebracht, Klacht dat ten onrechte geen samenstellingsverklaring is afgegeven ongegrond. Het afgeven van een samenstellingsverklaring is gelet op paragraaf 6 van NVCOS 4410-oud niet verplicht indien de accountant of de opdrachtgever niet wenst dat de betrokkenheid van de accountant bij het samenstellen bij derden bekend wordt. Mede gelet op Leidraad 14 van de Nba waarin de situatie dat de samenstellingswerkzaamheden worden verricht door een andere accountant dan de controlewerkzaamheden, wordt genoemd als voorbeeld van een situatie waarin de samenstellingsverklaring achterwege kan blijven, heeft de accountant een aanvaardbare toepassing aan NVCOS 4410-oud. Ook klacht tegen verantwoording van lening aan de STAK in de jaarrekening van de entiteit in verband met inkoop van certificaten van aandelen door de STAK ongegrond. Betrokkene heeft voldoende werkzaamheden verricht en er was geen aanleiding voor nader onderzoek en ook niet om een voorziening op te nemen vanwege het risico van de oninbaarheid van de lening.

Procedurenummer 17/1177 Wtra AK
Betrokkene beschikte over onvoldoende deskundigheid voor het uitvoeren van de opdracht en heeft geen toereikende maatregel getroffen om ervoor te zorgen dat hij zich bij die uitvoering zou houden aan de fundamentele beginselen. Daardoor ontbeert het door hem verstrekte assurancerapport een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft aldus gehandeld in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Betrokkene heeft met zijn handelwijze de toegevoegde waarde van zijn verklaring voor de potentiële beleggers onderschat. Maatregel: berisping.

Uitspraken 30 maart 2018

Procedurenummer 17/1144 Wtra AK
Accountant treedt op voor beide echtelieden en een onderneming van de man. De echtelieden raken in echtscheiding. De accountant heeft onvoldoende het conceptueel raamwerk van art. 21 VGBA nageleefd en zich in strijd met het fundamenteel beginsel van objectiviteit gedragen door zonder overleg met klaagster (de vrouw) zich mede namens haar tot de Belastingdienst te wenden en een standpunt in te nemen. E.e.a. is ook in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Waarschuwing.

Procedurenummer 17/1264 Wtra AK
Klacht niet-ontvankelijk want in strijd met het beginsel van concentratie van klachten.

Uitspraken 23 maart 2018

Procedurenummer 17/1784 en 17/1785 Wtra AK
De maten van het kantoor van betrokkenen, waaronder betrokkenen zelf, zijn verwikkeld in een civiele procedure met hun voormalige kantoordirecteur over de door deze gevorderde bonus. Het kantoor neemt bij de civiele rechter bepaalde standpunten in over de jaarrekeningen waarop de bonus is gebaseerd. De voormalige kantoordirecteur verliest in twee instanties bij de civiele rechter, maar dient toch een tuchtklacht in. De Accountantskamer toetst de klacht inhoudelijk. Het door een accountant al dan niet in rechte innemen van een civielrechtelijk standpunt, behoudens bijzondere omstandigheden, in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt leiden. Van zulke bijzondere omstandigheden zou onder meer sprake zijn indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw blijkt te zijn of, naar zijn aard bezien, moet worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend. Voorts heeft te gelden dat onder bijzondere omstandigheden ook de fundamentele beginselen van objectiviteit en of vakbekwaamheid en zorgvuldigheid kunnen zijn geschonden en dat dit ook het geval kan zijn indien de betrokken accountant weliswaar niet bewust onjuist of misleidend een standpunt heeft ingenomen, maar hem wel in sterke mate kan worden verweten dat hij een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen of doen innemen.

De klacht wordt ongegrond verklaard nu van voormelde bijzondere omstandigheden niet is gebleken.

Uitspraken 16 maart 2018

Procedurenummer 17/1379 Wtra AK
Betrokkene heeft zich aanvankelijk tegenover een van de belanghebbenden bij een entiteit gepresenteerd als adviseur van de andere belanghebbende nadat tussen hen beide geschillen waren gerezen. Vervolgens accepteert hij de opdracht tot het samenstellen van de jaarrekening van de entiteit en is hij aanwezig op de algemene vergadering waarop die jaarrekening wordt besproken. Onder deze omstandigheden moet een accountant extra bedacht zijn op naleving van alle fundamentele beginselen en in het bijzonder op het beginsel van objectiviteit. Schending 21 VGBA want bedreigingen en maatregelen niet schriftelijk vastgelegd. Schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit en dat van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Procedurenummer 18/258 Wtra AK
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding zesjaarstermijn en het ne-bis-in-idem-beginsel.

Uitspraken 9 maart 2018

Procedurenummer 16/1369 Wtra AK
Betrokkene heeft onvoldoende controlewerkzaamheden verricht ter zake de continuiteitsveronderstelling van het bestuur van de onderneming en zich daarbij onvoldoende professioneel-kritisch opgesteld. Ten onrechte heeft betrokkene niet beoordeeld of het afschaffen van een onderhoudsvoorziening kwalificeerde als stelselwijziging als bedoeld in RJ 140. Uitleg van artikel 7, lid 6 van de Regeling verslaggeving WTZi inzake het al dan niet consolideren van een ‘steunstichting’.

Procedurenummer 17/1388 Wtra AK
Een accountant die bestuurder is van een onderneming, maakt bij het uitoefenen van het bestuur van een onderneming gebruik van zijn vakbekwaamheid als accountant. Hij verricht in die functie dan ook een professionele dienst als bedoeld in de VGBA, zodat op zijn gedragingen als bestuurder alle fundamentele beginselen van de VGBA van toepassing zijn.

Uitspraken 5 maart 2018

Procedurenummer 18/102 Wtra AK
Voorzittersbeslissing ex art. 39 Wtra. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk i.v.m. overschrijding 3-jaarstermijn.

Uitspraken 2 maart 2018

Procedurenummer 17/1313 Wtra AK
Klacht gedeeltelijk te laat ingediend. Voor zover de klacht wel tijdig is ingediend is de klacht na de weerspreking door betrokkene onvoldoende feitelijk onderbouwd en daarom ongegrond.

Uitspraken 23 februari 2018

Procedurenummer 17/670 Wtra AK
Klacht voor een deel niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de driejaarstermijn en voor het overige onvoldoende onderbouwd en dus ongegrond. Ter zitting aangevoerd verwijt is een ontoelaatbare aanvulling van de klacht aangezien betrokkene daardoor onvoldoende gelegenheid heeft gehad om zich tegen dit verwijt te verweren.

Procedurenummer 17/716 Wtra AK
De eisen van een behoorlijke tuchtprocedure brengen volgens vaste jurisprudentie van de Ack met zich dat een klager klachten die hun grondslag vinden in een bepaald feitencomplex, waarvan klager kennis draagt, zo veel mogelijk tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maakt althans dat hij voorafgaand aan de mondelinge behandeling van een eerder ingediende klacht zijn overige klachten over hem bekend handelen of nalaten indient. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk.

Procedurenummers 17/1778 en 17/1779 Wtra AK
Beperkte opdracht van de accountant die een beoordelingsopdracht uitvoert. Voldoende werkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van een verbonden partij. Onjuiste opvatting van klagers dat bij een in de jaarrekening opgenomen reserve of een voorziening groot onderhoud, daarvoor ook voldoende liquide middelen aanwezig moeten zijn.

Uitspraken 29 januari 2018

Procedurenummer 17/1063 Wtra AK
Betrokkene is de controlerend accountant van een vereniging ter bevordering van crematie en van de B.V. waarin die vereniging haar zakelijke activiteiten heeft ondergebracht en van de B.V. die uiteindelijk de aandelen in voormelde vennootschap heeft overgenomen. De klacht betreft de door de accountant afgegeven goedkeurende verklaringen inzake voormelde vennootschappen over het jaar 2012 en de veronderstelling dat betrokkene ten onrechte geen melding in het kader van de Wwft aan het FIU heeft gedaan. Ter zitting kan de klacht niet worden uitgebreid inzake de goedkeurende verklaring die betrokkene heeft afgegeven inzake de jaarrekening 2012 van de vereniging en zijn veronderstelde rol bij voormelde aandelentransactie. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene ten onrechte goedkeurende verklaringen heeft afgegeven bij de jaarrekeningen 2012 van voormelde vennootschappen. Klager heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat, daargelaten of er daarvoor aanleiding was, betrokkene geen melding inzake de Wwft bij het FIU heeft gedaan. Betrokkene beroept zich terecht op zijn geheimhoudingsverplichting ingevolge de Wwft over de vraag of hij een melding heeft gedaan. Klager kan niet door het indienen van een tuchtklacht betrokkene dwingen daarover inlichtingen te verschaffen (geen “fishing expedition”).

Uitspraken 26 januari 2018

Procedurenummer 16/2715 Wtra AK
Het memo waartegen de klacht zich richt is niet leesbaar zonder andere stukken die evenwel niet overgelegd zijn. Een groot aantal klachtonderdelen is daarom niet te beoordelen en om die reden ongegrond. Voor het overige is er geen strijd met een gedrags- of beroepsregel vastgesteld.

Uitspraken 19 januari 2018

Procedurenummers 17/667 en 17/668 Wtra AK
Een tuchtrechtelijke procedure strekt er niet toe om de inhoud of wijze van totstandkoming van een deskundigenbericht, opgesteld in het kader van een civielrechtelijke procedure, opnieuw en integraal te onderzoeken maar om te bezien of betrokkene die taak heeft vervuld met inachtneming van de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels, waaronder de in artikel 2 VGBA vermelde fundamentele beginselen alsook in overeenstemming met het toetsingskader als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 VGBA. In beginsel mag bij het beoordelen van de continuïteit van een onderneming verwacht worden dat de accountant aan de hand van een set van redelijke veronderstellingen een liquiditeitsprognose opstelt, waarin alle voor een (komende) periode te verwachten inkomsten en uitgaven worden begroot. De accountant die als klankbord is betrokken bij een onderzoek door een andere accountant is tuchtrechtelijk aanspreekbaar. Betrokkenen hebben beiden in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld.

Procedurenummer 17/1322 Wtra AK
Het meedenken over de wijze waarop de waarde van aandelen zou kunnen worden vastgesteld, betreft een transactiegerelateerde adviesdienst in de zin van standaard 5500N van de NV COS. Dit heeft de accountant niet onderkend. Indien de (verkregen) informatie beperkt en om die reden ontoereikend was, had het op zijn weg gelegen om zijn cliënt tijdig in te lichten dat hij (volgens de beroepsvoorschriften) de overeengekomen werkzaamheden niet kon uitvoeren. Dit heeft de accountant niet gedaan. Daarnaast zijn veronderstellingen in de rapportage niet duidelijk omschreven en toegelicht en posten als lonen en incidentele resultaten niet doorgrond. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing.

Uitspraken 20 december 2017

Procedurenummer 17/1051 Wtra AK
Toepasselijke tuchtnorm voor een accountant(in business) die werkzaamheden als opsporingsambtenaar verricht. Gezien die aard van haar handelen en de positie van betrokkene als opsporingsambtenaar, en mede gezien het eigen systeem van rechtswaarborgen in de strafwetgeving voor een verdachte, is de Accountantskamer van oordeel dat, behoudens bijzondere omstandigheden, het door de accountant/opsporingsambtenaar in zijn beroepsmatige gedragingen al dan niet in rechte innemen van een strafrechtelijk standpunt in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en professionaliteit niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake, indien geoordeeld zou moeten worden dat een door de accountant/opsporingsambtenaar ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend, en dus te kwader trouw, blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een objectieve, redelijk en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend. Onder bijzondere omstandigheden kan in dit verband ook het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zijn geschonden, indien betrokkene in sterke mate verweten kan worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen.

In casu klacht ongegrond.

Procedurenummers 17/1809, 17/1814, 17/1815, 17/1816, 17/1823, 17/1824, 17/1833 en 17/1839 Wtra AK
Niet afleggen eed. Klacht gegrond. Maatregel: doorhaling (definitief) met een niet-herinschrijvingstermijn van 1 maand.