Uitspraken 12 december 2016

Procedurenummers 16/314, 16/315, 16/316 en 16/317 Wtra AK
Klacht tegen accountant aan wie eerder onherroepelijke maatregel van doorhaling van de inschrijving gedurende 24 maanden was opgelegd (12/1922 Wtra AK) niet-ontvankelijk verklaard in hoofdzaak op grond van het ne bis in idem-beginsel en overigens op grond van overschrijding van de driejaarstermijn van artikel 22 Wtra en strijd met het beginsel van concentratie van klachten. Klachten tegen twee andere accountants grotendeels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Klacht tegen vierde accountant inhoudend dat hij niet direct afstand heeft genomen van handelen van een van de andere accountants ongegrond.

Uitspraken 5 december 2016

Procedurenummer 16/753 Wtra AK
Verklaring over realiseren deel premieplichtige loonsom van klant betrokkene, toegevoegd aan verzoek van die klant om toestemming voor ontslaan klager, niet onjuist. De brief opgesteld door betrokkene en toegevoegd aan verzoek van diezelfde klant om toestemming voor ontslaan andere medewerkers niet aannemelijk geworden. In beide stukken staan wel omissies maar niet zodanig ernstig dat betrokkene daarvan een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Procedurenummer 16/1029 Wtra AK
Bij het opstellen van de publicatiestukken van een vennootschap heeft betrokkene een aantal jaren lang niet opgemerkt dat een regel met de post agioreserve niet is opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Dat is in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel A-100.4 onder c. van de VGC en het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA.

Procedurenummer 16/1532 Wtra AK
Een accountant die vanwege een mogelijke fraude bij een cliënt waarvan hij de jaarrekening aan het beoordelen is, een advies uitbrengt aan zijn cliënt over de persoon van een in te schakelen deskundige die onderzoek naar die fraude moet instellen, moet gedegen en zorgvuldig te werk gaan. In dit geval heeft betrokkene gesteld dat hij destijds niet op de hoogte was van het negatieve nieuws omtrent de persoon die hij heeft aanbevolen, terwijl wel van hem verlangd kon worden dat hij een oordeel had gegeven over diens bekwaamheid mede aan de hand van de beschikbare actuele gegevens (waaronder een uitspraak van de Accountantskamer waarbij aan die persoon een berisping is opgelegd) omtrent diens reputatie. 
Betrokkene heeft ter zitting erkend dat elk van de zeven onderwerpen, waarnaar op grond van de opdracht aan de persoon die betrokkene had aanbevolen, onderzoek moest worden gedaan, van belang konden zijn voor het bestaan van fraude, en voorts dat in de bevindingen van het conceptrapport van deze persoon aan vijf van die zeven onderwerpen zonder enige motivering geen woord wordt gewijd, mocht betrokkene niet zonder meer uitgaan van de juistheid van de conclusie van het conceptrapport, luidende ‘dat geen informatie naar boven was gekomen die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening door de externe accountant en dat niet was gebleken van een ernstige integriteitsinbreuk van de huidige bestuurders met mogelijke consequenties voor de aanpak van de accountant’. 
Betrokkene heeft ook niet zelf aan de hand van de bevindingen van de opsteller van het conceptrapport vastgesteld, laat staan vastgelegd dat de door deze opsteller verrichte werkzaamheden in het kader van het doel van de beoordelingsopdracht toereikend waren, terwijl   nu hij de conclusie uit het conceptrapport wel voor die beoordelingsopdracht heeft gebruikt   hij dit volgens het bepaalde onder 16 van Standaard 2400 van de NVCOS wel had moeten doen. Tot twee maal toe strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. 
Berisping.

Uitspraken 25 november 2016

Procedurenummer 16/1439 Wtra AK
Klaagster op grond van beginsel van concentratie van klachten niet ontvankelijk in een tweede meer inhoudelijk klacht, nadat zij eerst een klacht van meer voorbereidende aard over hetzelfde feitencomplex had ingediend en op welke klacht eerder uitspraak is gedaan.

Uitspraken 18 november 2016

Procedurenummer 16/563 Wtra AK
Geschil tussen scheidende levenspartners/aandeelhouders in een besloten vennootschap. Betrokkene was accountant van de vennootschap en beide aandeelhouders en neemt een bemiddelende rol in bij de verkoop van de aandelen van de ene aan de andere ex-partner. De over te dragen aandelen zijn gewaardeerd volgens een ongebruikelijke waarderingsmethode. 
De Accountantskamer overweegt dat een openbaar accountant van een entiteit met twee of meer bestuurders/aandeelhouders die optreedt voor die entiteit én die bestuurders/aandeelhouders, op grond van de VGC voortdurend bedacht moet zijn op mogelijke bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen vervat in (zowel) de VGC (als haar opvolgster de VGBA). In het bijzonder moet in dit verband gedacht worden aan het (dreigen te) ontstaan van belangenconflicten tussen de bestuurders/aandeelhouders en daarmee de kans op niet naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit als bedoeld in artikel A-100.4 onder b. van de VGC. Doen zich op enig moment bedreigingen voor het niet naleven van de fundamentele beginselen voor, dan treft de accountant (in de terminologie van artikel A-100.2 van de VGC) waarborgen die de bedreiging wegnemen of terugbrengen naar een aanvaardbaar niveau. De accountant legt een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis, de naar aanleiding daarvan getroffen waarborgen en zijn conclusie vast.
In casu is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene onvoldoende waarborgen heeft getroffen om de bedreiging van zijn objectiviteit in de gegeven omstandigheden van het geval terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau, nu hij in die gegeven omstandigheden van het geval niet schriftelijk de voorwaarden heeft vastgelegd waaronder hij de werkzaamheden met betrekking tot de verbreking van de samenleving van partijen zou uitvoeren, en zo onduidelijkheid heeft laten ontstaan over zijn rol, hij voorts klaagsters niet heeft ingelicht over het ongebruikelijke karakter van de voorhanden liggende waarderingsmethode en daarbij klaagsters niet heeft geadviseerd ter zake van expliciet die waardering zich van deskundige bijstand te voorzien en voorts zich er niet van heeft vergewist dat klaagsters terzake de waardering van de aandelen daadwerkelijk deskundige bijstand hadden ingeschakeld.
Berisping.

Procedurenummers 16/1377 en 16/1378 Wtra AK
Kantoortoetsing. De jonge accountant, die het kantoor voortzet, krijgt nog een kans het stelsel van kwaliteitsbeheersing verder aan de normen aan te passen. Berisping. De oudere accountant, die zich inmiddels zelf uit het register heeft laten uitschrijven, wordt een (definitieve) doorhaling voor de duur van 1 jaar opgelegd.

Uitspraken 7 november 2016

Procedurenummer 16/199 Wtra AK
Voor feitelijke onderbouwing van een klacht is het enkel verwijzen naar een omvangrijk pakket bijlagen bij het klaagschrift onvoldoende, tenzij uit een bijlage een heldere en expliciete onderbouwing van een klachtonderdeel blijkt. Advies aan cliënte tot het bewust doen van een onjuiste, te lage aangifte BTW en dat later door een suppletieaangifte te corrigeren, om zo liquiditeitsproblemen van de cliënte op te lossen, is in strijd met de beginselen van integriteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping

Procedurenummer 16/1434 Wtra AK
Klachten over manipulatie door accountant van tussentijdse cijfers (overgelegd aan UWV ter onderbouwing ontslagaanvraag) over voorraad en onterecht opnemen voorziening dubieuze debiteur niet aannemelijk gemaakt.

Uitspraken 28 oktober 2016

Procedurenummer 16/668 Wtra AK
Rapportage over waarde inbreng ter volstorting van aandelen per 1 januari 2009. Een andere accountant is voor de indertijd afgegeven inbrengverklaring tuchtrechtelijk veroordeeld; betrokkene wist hiervan af. Betrokkene heeft NVCOS 5500N toegepast. Hij heeft daarbij, gezien de bewoordingen van zijn conclusies in het rapport, niet, zoals in randnummer 27 van deze Cos is voorgeschreven, de opdracht op duidelijke wijze van een assurance-opdracht onderscheiden. De rapportage ontbeert deugdelijke grondslag, omdat enerzijds in het rapport staat dat het gebaseerd is op diverse stukken van na 23 oktober 2009, terwijl betrokkene heeft aangegeven dat deze stukken toch niet voor de waardebepaling gebruikt zijn. Ook had betrokkene in de gegeven omstandigheden van het geval voor de deugdelijkheid van zijn rapport klager moeten horen. Het rapport ontbeert een redelijk doel, nu het ten behoeve van een juridisch geschil is opgesteld, waarin de waarde van de inbreng per 21 januari 2010 van belang is, terwijl betrokkene de waarde van de ingebrachte ondernemingen heeft bepaald per 1 januari 2009. Voorts is betrokkene in het rapport ten onrechte niet volstrekt helder geweest over het onderscheid tussen beide data en waardebepalingen.
Berisping.

Procedurenummer 16/896 Wtra AK
Accountant die zoals hij gewoon was, financieel verslag (in de vorm van een balans, winst- en verliesrekening en een resultaatverdeling) van een maatschap opmaakt, wetend dat er sprake is van een geschil tussen de (ex-) maten over de financiële afwikkeling van de maatschap, en die zich niet realiseert dat zich in die situatie bedreigingen (kunnen) voordoen voor de naleving van de fundamentele beginselen van objectiviteit en deskundigheid en zorgvuldigheid, laat staan daartegen waarborgen treft, handelt in strijd met het conceptueel raamwerk van de VGC. Waarschuwing.

Uitspraken 17 oktober 2016

Procedurenummers 14/2443, 2444, 2445, 2446 en 2447 Wtra AK
Een deel van de  klachten tegen betrokkene 1) niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem beginsel en de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure. Klacht tegenontvankelijk voor zover die ziet op aanvullende werkzaamheden. Bevindingen betrokkene 1 niet toereikend om conclusie over herkomst schoenen te dragen. Klacht in zoverre gegrond. 

Betrokkene 2 heeft medeverantwoordelijkheid genomen voor eerder door betrokkene 1 uitgebracht rapport, welk rapport een deugdelijke grondslag ontbeert. Klacht tegen betrokkene 2 daarom gegrond. 

Procedurenummer 16/1028 Wtra AK
Aannemelijk is dat betrokkene zijn aangiften omzetbelasting over een periode van zes maanden ten bedrage van ruim € 9.000 telkens bewust onjuist heeft gedaan. Definitieve doorhaling gedurende zes maanden. Geen gedragsregel die inhoudt dat een accountant zijn cliënt niet in verschillende rollen zou mogen bijstaan, geld aan hem uit te lenen of verbiedt belanghebbende te zijn bij de uitkomst van een door de cliënt aangespannen civiele procedure. Wel dient de accountant in deze situaties altijd bedacht te zijn op bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen. 

Procedurenummer 16/1574 Wtra AK
Briefrapport van betrokken accountant, uitgebracht aan zijn cliënt, wordt in een civiele procedure tussen klager en een derde (niet zijnde die cliënt) op onvolledige wijze ingebracht. Klager brengt betrokkene hiervan op de hoogte en verzoekt hem aan te geven of het briefrapport van hem afkomstig is of het inderdaad onvolledig is, en zo ja of hij een kopie van het volledige briefrapport kon verkrijgen. Betrokkene erkent dat het briefrapport van hem afkomstig is, doch weigert met een beroep op zijn geheimhoudingsverplichting (onder vigeur van de VGC) een kopie daarvan aan klager af te geven. Hij geeft geen informatie over het feit dat het briefrapport inderdaad onvolledig in de civiele procedure is ingebracht.

Schending van het fundamentele beginsel van integriteit. De accountant dient te vermijden dat hij in verband wordt gebracht met rapportages en andere informatie  die een bewering bevatten die niet volledig is als gevolg waarvan de bewering als misleidend kan worden ervaren. Betrokkene heeft onvoldoende waarborgen getroffen, nadat hij met deze situatie bekend is geworden, welke hij ingevolge art. A-100.8 “onverwijld” had moeten treffen. Geen sprake van een beroepsethisch conflict, nu hij de kwestie niet aan zijn cliënt zelf eerst heeft voorgelegd, alvorens zich te beroepen op geheimhouding c.q. het onvermeld laten van de onvolledigheid van het overgelegde rapport. Ook indien zijn cliënt hem niet specifiek had gemachtigd klager te informeren, dan had in zoverre het zich houden aan het beginsel van integriteit voor moeten gaan boven het fundamentele beginsel van geheimhouding, door in ieder geval klager tijdig te informeren dat het overgelegde rapport onvolledig was. 

Waarschuwing.

Uitspraken 14 oktober 2016

Procedurenummer 15/2728 Wtra AK
Fraude van werknemer gedurende meerdere boekjaren niet tijdens controle ontdekt. Voor de beoordeling van de klachten is van belang dat het enkele feit dat achteraf is gebleken dat bij de door betrokkene gecontroleerde gegevens en stukken sprake is geweest van fraude dan wel dat betrokkene de frauduleuze onttrekkingen bij zijn controlewerkzaamheden niet op het spoor is gekomen, nog niet betekent dat betrokkene de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels heeft geschonden.In casu, gezien de hem gebleken  feiten en omstandigheden, heeft betrokkene ten onrechte nagelaten nadere, aanvullende controlewerkzaamheden uit te voeren. Een dergelijke (aanvullende) controle was ook aangewezen nu de uitkomst daarvan mede de inschatting had te bepalen van de waarschijnlijkheid dat bedoeld risico een afwijking van materieel belang tot gevolg zou hebben. Betrokkene heeft het verweer gevoerd dat het bedrag van de uiteindelijke fraude het materieel belang niet oversteeg. Door betrokkene is betoogd dat over de periode 2009 tot en met 2013 de materialiteit op jaarbasis gemiddeld € 350.000 bedroeg en dat op jaarbasis de geconstateerde fraude de materialiteit niet overstijgt. De Accountantskamer volgt betrokkene niet in dit verweer. Doordat de fraude een aantal jaren heeft plaatsgevonden, kan immers niet slechts worden getoetst aan de materialiteit op jaarbasis, maar dient het cumulatieve effect van de fraude op het eigen vermogen van de controlecliënt mede in aanmerking te worden genomen. Dit effect was een veelvoud van de gehanteerde materialiteit en derhalve van materieel belang voor de jaarrekening.

Procedurenummers 16/548 en 16/550 Wtra AK 
Samenstellingsopdracht. Het belang van het bekend zijn met de gebruikelijke grondslagen van waardering en resultaatsbepaling van de bedrijfstak waarin de cliënt werkzaam is (par. 11 NVCOS 4410). Betrokkene had nadere vragen moeten stellen en of nader onderzoek moeten doen naar de van de cliënt verkregen informatie. Berisping.

Uitspraken 7 oktober 2016

Procedurenummer 16/921 Wtra AK
Een accountant is in beginsel niet tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het gedrag van een kantoorgenoot die zelf onder het bereik van accountantstuchtrecht of ander (fiscaal) tuchtrecht valt. In dit geval ziet het klachtonderdeel op fouten die zouden zien op werkzaamheden van een medewerkster, die onder verantwoordelijkheid werkte van een lid van de NOB,  die voor zijn handelen zelfstandig tuchtrechtelijk aanspreekbaar is. Reeds hierom is betrokkene tuchtrechtrechtelijk niet verantwoordelijk voor de gestelde gedragingen van de betrokken medewerkster. Dit geldt evenzeer voor de werkzaamheden, die onder de verantwoordelijkheid van en/of door een andere medewerker zijn uitgevoerd, omdat hij als accountant-administratieconsulent en als zodanig ingeschreven in het ledenregister van de NBA, eveneens voor zijn handelen zelfstandig tuchtrechtelijk aanspreekbaar is.

Procedurenummer 16/1020 Wtra AK
Betrokkene is zowel de accountant van firmanten die een gezinsvervangend tehuis exploiteren als ook van hun opdrachtgever. Krachtens de overeenkomst tussen opdrachtgever en voormelde firmanten geldt dat de firmanten verplicht zijn wat betreft de accountants- en fiscale werkzaamheden gebruik te maken van de diensten van betrokkene. De firmanten en de opdrachtgever hebben een geschil over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Betrokkene adviseert zowel klagers/firmanten als de opdrachtgever. Gelet op de aan betrokkene kenbare tegenstrijdige belangen tussen alle betrokken partijen en de andere omstandigheden van het geval was er voor betrokkene sprake van een bedreiging voor zijn objectiviteit en had hij toepassing moeten geven aan het conceptueel raamwerk door als waarborg een toereikende maatregel te nemen en een en ander schriftelijk vast te leggen. Betrokkene heeft beide nagelaten.
Klagers hebben reden gezien om hun relatie met betrokkene te verbreken. Betrokkene heeft dit (vrijwel terstond) aan de opdrachtgever doorgegeven en hiermee jegens klagers het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid geschonden. Waarschuwing.

Uitspraken 23 september 2016

Procedurenummers 15/1965 en 15/1966 Wtra AK
Klacht van de leden van één fractie van de gemeenteraad van de gemeente Westland tegen de controlerend accountant en de manager-accountant op de opdracht. Verhoudingen tussen een minderheidsdeel van de gemeenteraad, de gemeenteraad zelve en het college van B&W en de controlerend accountant.
Klacht ongegrond.

Procedurenummers 15/2548 en 15/2549 Wtra AK
Schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit is niet alleen aan de orde indien wordt vastgesteld dat van objectieve oordeelsvorming daadwerkelijk geen sprake is, maar ook indien duidelijk is dat de accountant zich heeft begeven in een situatie waarin zijn objectiviteit te zeer in het gedrang komt. Betrokkenen hebben onvoldoende aan partijen kenbaar gemaakt wat hun rol was en hoe zij omgingen met de bedreiging voor hun objectiviteit als gevolg van de (mogelijk) tegengestelde belangen van klager en zijn zoon in het kader van de bedrijfsoverdracht. Betrokkenen hebben niets in hun dossier vastgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld op welke wijze zij partijen hebben geïnformeerd. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/671 Wtra AK
De toetsing door de tuchtrechter van de deugdelijke grondslag van een aan een rechter uitgebracht deskundigenbericht is niet terughoudend van aard. 
In deze zaak berust het antwoord van betrokkene op een vraag van de rechter in zijn deskundigenbericht op een ondeugdelijke grondslag aangezien betrokkene daarbij ten onrechte niet als maatstaf de regels van Standaard 4410 heeft gehanteerd.

Uitspraken 16 september 2016

Procedurenummers 16/80, 16/81, 16/82 en 16/83 Wtra AK
Betrokkenen 1 en 2 hebben niet in strijd gehandeld met enig rechtsregel door te onderzoeken of een afnemer belangstelling had voor de voorraden van een B.V., waar zij aandeelhouder van waren. Daarbij komt dat de andere aandeelhouder daarvan direct op de hoogte is gesteld, toen bleek dat de afnemer interesse had. 
Handelen als compliance officer dient aangemerkt te worden als handelen in de uitoefening van zijn beroep als bedoeld in de VGBA. Betrokkene 3 heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit door de werkelijke situatie niet geheel juist weer te geven. Betrokkene 3 heeft gesteld dat het een privékwestie betrof terwijl de betreffende administrateur zijn werkzaamheden deels in kantoortijd verrichtte, en voor belastingaangiften het Beconnummer van de accountantsorganisatie gebruikte. Nu betrokkenen 1, 2, en 4 (allen directieleden) op de hoogte waren van het handelen van de compliance officer, en dat niet hebben voorkomen, dan wel gerectificeerd, hebben ook zij gehandeld in strijd met het beginsel van integriteit. Waarschuwing voor alle betrokkenen.

Uitspraken 12 september 2016

Procedurenummer 16/669 Wtra AK
Klachten verband houdend met zakelijke samenwerking tussen klagers en betrokkene wel onder de reikwijdte van het tuchtrecht nu overduidelijk sprake is van beroepsmatig handelen/beroepsuitoefening maar zijn deels wegens tijdverloop niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond. 

Procedurenummer 16/1099 Wtra AK
Klacht niet-ontvankelijk vanwege driejaarstermijn.

Uitspraken 9 september 2016

Procedurenummer 16/335 Wtra AK
Klacht dat verklaring van accountant dat klaagster koper is van 50% van de eigendomsrechten van een paard in strijd met de waarheid is. Aan verklaring kan aspect van assurance niet worden ontzegd. Dergelijke verklaring moet deugdelijke grondslag hebben. In dit geval ontbreekt die grondslag omdat onderzoek betrokkene onvolledig is geweest. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Procedurenummers 16/598 en 16/599 Wtra AK
Ruime uitleg van art. 3, tweede lid VGBA van de daarin voorkomende woorden “bij de uitoefening van zijn beroep”. Hoewel de toelichting op dit artikel daarbij allereerst wijst op het verlenen van een “professionele dienst”, neemt dat niet weg dat er bij een grammaticale uitleg van dit begrip geen grond is om te oordelen dat (niet integere) gedragingen van een accountant in het kader van zijn zakelijke relaties, en zeker zoals in het onderhavige geval dat die gedragingen plaatsvinden in de bedrijfsvoering van het accountantsberoep door betrokkenen, daar niet onder vallen. Niet integere gedragingen kunnen ook in strijd komen met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep als bedoeld in artikel 42, eerste lid, sub b. van de Wab of met verplichtingen die voortvloeien uit andere voor de accountant geldende beroepsvoorschriften, zoals artikelen 53 en 54 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van assurance-opdrachten (NVAK-ass) respectievelijk artikel 11 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (NVAK-aav).
Ruime uitleg van het begrip “professionele dienst” ter zake een door betrokkenen uitgevoerde activa/passivatransactie. 
Met het uitvoeren van een activa/passivatransactie hebben betrokkenen alle aanspraken van de aan hen gelieerde ondernemingen op de vennootschap waarin zij hun accountantspraktijk hebben uitgeoefend, zeker gesteld of verrekend en daartegenover alle verhaalsmogelijkheden voor de huurvordering van klager verijdeld. Onder de vastgestelde omstandigheden stond hun dat niet vrij en moet hun gedrag worden aangemerkt als oneerlijk en onoprecht handelen in hun zakelijke betrekkingen. Dit gedrag is aldus in strijd met de fundamentele beginsel “integriteit” als bedoeld in paragraaf 2.3 van de VGBA. Met deze handelwijze van betrokkenen hebben zij naar het oordeel van de Accountantskamer ook het accountantsberoep in diskrediet gebracht, zodat er tevens sprake is van handelen in strijd met het beginsel van professionaliteit als bedoeld in paragraaf 2.2 van de VGBA. Voorts getuigt dit handelen van betrokkenen, gezien de vastgestelde feiten en omstandigheden, niet van een beheerste en integere bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 11 van de NVAK-aav, waarvoor zij de verantwoordelijkheid dragen.
Betrokkenen hebben toegelaten dat een medewerker met ex-clienten telefoongesprekken heeft gevoerd en deze telefoongespreken zonder voorafgaande mededeling aan de ex-clienten heeft opgenomen. Daarmee hebben betrokkenen niet oprecht en derhalve in strijd met de beginsel van integriteit (en in casu ook met het beginsel van professionaliteit) gehandeld. Voorts komt dergelijk gedrag onder de vastgestelde omstandigheden in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep (art. 42, eerste lid, sub b Wab) en getuigt het niet van een integere bedrijfsvoering als bedoeld in art. 11 NVAK-aav, waarvoor betrokkenen verantwoordelijkheid dragen.
Tijdelijke doorhaling van 3 maanden voor betrokkene 1 en een berisping voor betrokkene 2.

Uitspraken 2 september 2016

Procedurenummer 15/2633 Wtra AK
Betrokkene heeft een jaarrekening en zijn beoordelingsverklaring daarbij ongewijzigd opnieuw voorgelegd aan de algemene vergadering van de rechtspersoon, terwijl over die jaarrekening een klachtprocedure aanhangig was bij de Ack. In deze situatie had hij de aandeelhouders erop moeten wijzen dat er in die procedure over werd geklaagd dat hij als accountant betrokken is bij informatie in die jaarrekening die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is. Door dat na te laten heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Betrokkene is de enige accountant verbonden aan een accountantskantoor in de zin van de NVAK-ass en hij is aan te merken als dagelijks beleidsbepaler van het kantoor. In die hoedanigheid rustte op hem de verplichting zorg te dragen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het kantoor. Strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Uitspraken 29 augustus 2016

Procedurenummer 16/1827 Wtra AK
Accountant heeft als penningmeester van een vereniging in een periode van ruim twee jaar meer dan € 250.000 overgemaakt van de rekening van de vereniging naar zijn eigen rekening. Definitieve doorhaling voor maximale termijn van 10 jaar. Uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaard.  

Procedurenummer 16/1828 Wtra AK
Nu de beslissing van heden in de klachtzaak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard bestaat er geen belang meer bij een beslissing op het verzoek om de inschrijving van betrokkene tijdelijk door te halen.

Uitspraken 15 augustus 2016

Procedurenummers 16/1726 en 16/1727 Wtra AK
Niet invullen orienterende vragenlijst en monitoringvragenlijsten 2015 en 2016 zonder opgave van reden. Niet meewerken aan hertoetsing van zijn praktijk door tot drie maal toe kort voor het met hem afgesproken tijdstip voor de hertoetsing de hertoetsing af te zeggen. Ook daarvoor geen goede reden opgegeven. Definitieve doorhaling inschrijving voor 1 jaar. Beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat het maatschappelijk verkeer ernstig risico loopt bij voortzetting werkzaamheden door betrokkene dit gezien uitkomsten eerdere toetsingen kantoorkwaliteit.

Nu op klacht is beslist bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak wordt verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraken 22 augustus 2016

Procedurenummer 15/2691 Wtra AK
Betrokkene treedt op als accountant van vennootschap die deelneemt in en investeert in andere vennootschap. Hij stelt ook de jaarrekening samen van die andere vennootschap. Hoewel die vennootschap financieel in problemen verkeerde heeft betrokkene geen afweging gemaakt omtrent het opnemen van een continuïteitsvoorbehoud in haar jaarrekeningen. Betrokkene heeft voordat hij ook ging optreden voor de andere vennootschap niet kenbaar aandacht besteed aan de bedreigingen die daaruit voortvloeiden voor de door hem in acht te nemen objectiviteit. Waarschuwing.

Uitspraken 12 augustus 2016

Procedurenummer 16/533 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/540 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/541 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/543 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/545 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/546 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/547 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1079 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1080 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1081 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1084 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 16/1086 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 15/2577 Wtra AK
Betrokkene is curator in het faillissement van Eurocommerce. Betrokkene is tuchtrechtelijk aanspreekbaar op de uitoefening van zijn functie als bewindvoerder/curator. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Marginale taak voor de tuchtrechter, indien tegen het handelen van de curator de rechtsgang van art. 69 Fw. kan worden gevolgd.

Procedurenummer 16/1 Wtra AK
Betrokkene heeft vanuit goede bedoelingen i.v.m. conform afspraak tussen alle aandeelhouders aan hen gedane dividenduitkeringen ter formalisering daarvan achteraf notulen opgesteld van niet gehouden aandeelhoudersvergaderingen. In casu gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Geen maatregel.

Procedurenummer 16/386 Wtra AK
Betrokkene heeft in opdracht van het gerechtshof een deskundigenbericht uitgebracht. De conclusie in zijn rapportage ontbeert een deugdelijke grondslag. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1498 Wtra AK
Tussenbeslissing. Bevel persoonlijke verschijning betrokkene op volgende zitting van de Accountantskamer. Waarschuwing dat bij niet verschijnen een volgende keer betrokkene met de sterke arm zal worden opgehaald. Art. 27 Wtra.

Uitspraken 8 augustus 2016

Procedurenummer 15/2441 Wtra AK
Betrokkene heeft de aansprakelijkheid van een holding naast die van een dochter, en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht over het hoofd gezien. Was dat niet gebeurd dan had hij daarvoor oog gehad bij het samenstellen van de jaarrekening van de holding zodra de resultaten en het eigen vermogen van de dochter negatief waren. Dan had hij zich moeten afvragen of er grond was om een voorziening te vormen of in de toelichting op de balans melding te maken van een niet op de balans opgenomen verplichting. Op die aansprakelijkheid en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht had hij ook moeten wijzen in het kader van advisering over de inkomenspositie van wijlen de echtgenoot van klaagster na zijn pensionering en die van klaagster na het overlijden van die echtgenoot en bij de overdracht van de door de holding gehouden resterende aandelen van de dochter. Met het oog op de tegenstrijdige belangen van de partijen bij die overdracht had betrokkene die partijen uitdrukkelijk moeten wijzen op de mogelijkheid om een derde in te schakelen voor de advisering over de prijs van de aandelen. Waarschuwing. 

Procedurenummer 16/1093 Wtra AK
Klager wist begin 2012 en op of kort na 4 september 2012 en aldus meer dan drie jaren voor het indienen van de onderhavige klacht (op 19 april 2016) op de hoogte van de vragen die de belastingdienst had over de afwaardering, terwijl het sluiten van de akte van cessie reeds op 27 april 2011 plaatsvond en de gang van zaken daaromtrent voor hem aanleiding was de relatie met het kantoor van de accountant medio 2012 te beëindigen. Aldus heeft klager meer dan drie jaren vóór het indienen van de klacht de aan de klacht ten grondslag gelegde feiten geconstateerd en had hij daarop toen al redelijkerwijs een vermoeden in de zin van artikel 22, eerste lid, Wtra kunnen baseren. Klacht niet-ontvankelijk.

Uitspraken 1 augustus 2016

Procedurenummer 15/2727 Wtra AK
Wwft-zaak. Betrokkene heeft ten onrechte en dus in strijd met art. 3, lid 2, sub e. en g. Wwft de identiteit van de bestuurder/vertegenwoordiger niet geverifieerd. Indien een cliënt een dochtermaatschappij is, dan dient het onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende ex art. 3, lid 2 sub b Wwft (UBO) van de cliënt te bevatten een onderzoek naar de UBO van de moedermaatschappij. Betrokkene heeft dat ten onrechte niet gedaan. Betrokkene heeft ten onrechte, gezien de omstandigheden van het geval, geen verscherpt cliëntonderzoek als bedoeld in art. 8, lid 1 Wwft ingesteld. In strijd met de waarheid notulen van aandeelhoudersvergaderingen geantedateerd. Berisping.

Procedurenummer 16/473 Wtra AK
Betrokkene heeft in de door hem opgestelde balans en winst- en verliesrekening van een vennootschap van zijn cliënt, een aan klaagster (die in een echtscheidingsprocedure met de cliënt is verwikkeld) verstrekte lening opgenomen, slechts op aangeven van die cliënt en zonder klaagster hierover te informeren en/of te consulteren. Nadat hij vernomen dat de balans en de winst- en verliesrekening door zijn cliënt zonder zijn toestemming waren ingebracht in de echtscheidingsprocedure heeft betrokkene geen actie ondernomen. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Waarschuwing.

Uitspraken 29 juli 2016

Procedurenummer 15/2692 Wtra AK
Betrokkene heeft opdracht aanvaard tot onderzoek “onregelmatigheden” in jaarrekeningen. Betrokkene had zich, alvorens deze opdracht te aanvaarden, moeten afvragen wat het precieze doel van die opdracht was en aan de hand van welke maatstaven hij de opgedragen werkzaamheden moest verrichten en tegen die achtergrond, gelet op het onderwerp van het onderzoek, contact moeten zoeken met klager nu klager de financiële man was, en in die hoedanigheid en als bestuurder van de vennootschappen belanghebbende was bij de uitkomsten van het onderzoek. Betrokkene heeft de opdracht niet met de vereiste zorgvuldigheid en diepgang uitgevoerd. Volgens de notulen van ava’s heeft betrokkene zich daarin de rol aangemeten van accountant van de vennootschappen en in die hoedanigheid stukken toegelicht zonder daarbij kenbaar te maken dat het om voorlopige bevindingen ging. Door zijn handelwijze heeft betrokkene het risico aanvaard dat er bij derden verwarring zou kunnen ontstaan over de status van deze stukken en de aard van de werkzaamheden die daaraan ten grondslag liggen. Die handelwijze is in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Berisping.

Procedurenummer 16/534 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/535 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/536 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/537 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/538 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/539 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/956 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Procedurenummer 19/957 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Uitspraken 22 juli 2016

Procedurenummer 16/6 Wtra AK
Toetsing of er sprake is van onvoldoende cliëntonderzoek en/of niet melden ongebruikelijke transactie in het kader van de Wwft. In casu aanwezigheid van aanwijzingen dat er sprake zou kunnen zijn van een ongebruikelijke transactie, t.w. aan de cliënt vanuit het buitenland verschafte leningen, als bedoeld in art. 16 Wwft. Er zijn echter zodanige bijzondere omstandigheden aanwezig dat er in dit geval ruimte was voor betrokkene om de afweging te maken om de leningen niet aan te merken als ongebruikelijke transacties en hij evenmin aanleiding hoefde te zien voor nader cliëntonderzoek. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Betrokkene is onzorgvuldig geweest bij het verstrekken van inlichtingen aan het BFT. In zoverre is dat klachtonderdeel gegrond. Waarschuwing.

Uitspraken 1 juli 2016

Procedurenummer 15/1963 Wtra AK
Klachten onvoldoende toegelicht en onderbouwd en handelen waarover wordt geklaagd door accountant gemotiveerd weersproken. Ongegrond.

Procedurenummers 16/479 en 16/480 Wtra AK
Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene de jaarrekening van een entiteit waarvan zij voorheen partner was, heeft samengesteld met het enkele doel klaagster te bewegen meer aan de entiteit te betalen dan waarop de entiteit recht heeft. Zij heeft verder niet toegelicht op grond waarvan zij aanspraak kan maken op inzage in het concept van die jaarrekening en op beantwoording van vragen over die jaarrekening.

Uitspraken 27 juni 2016

Procedurenummer 16/175 Wtra AK
Juiste toepassing van conceptueel raamwerk inzake een objectiviteitsbedreiging.

Uitspraken 24 juni 2016

Procedurenummers 16/43 en 16/44 Wtra AK
Stichtingen zijn alleen in bepaalde situaties belastingplichtig. De door de accountant afgegeven beoordelingsverklaring bij de jaarrekening is alleen dan terecht afgegeven als de stichting niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Vaststelling van het al dan niet bestaan van deze belastingplicht door de beoordelend accountant is derhalve een wezenlijk element bij de beoordeling. In dit geval heeft de accountant zijn standpunt dat de stichting niet belastingplichtig is, onvoldoende gemotiveerd. Waarschuwing.

Uitspraken 20 juni 2016

Procedurenummer 15/2122 Wtra AK
Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort dat een accountant die op basis van een persoonsgericht onderzoek een oordeel geeft over het door hem onderzochte handelen, dat oordeel hoort te verantwoorden door in het door hem te produceren rapport helder uiteen te zetten welk normatief kader hij heeft gehanteerd bij zijn beoordeling van dat handelen (zie in dit verband onder meer de uitspraak van het CBb van 12 april 2016: ECLI:NL:CBB:2016:98). Daarbij maakt het geen verschil of de accountant bij het verrichten van het onderzoek vooral of uitsluitend zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend. De eis die hiervoor wordt gesteld geldt dus ook bij een onderzoek als het onderhavige, waarbij betrokkene ook gebruik heeft gemaakt van zijn juridische ervaring en kennis. Betrokkene heeft dit verzuimd. Klacht in zoverre gegrond. Geen maatregel omdat oordelen niet op volstrekt onverdedigbare grondslag berusten en omdat geen nadeel is ondervonden van verzuim.

Procedurenummer 16/1172 (voorheen: 13/2921) Wtra AK
Uitspraak Accountantskamer van 2 juni 2014 gedeeltelijk vernietigd door het CBb en naar de Accountantskamer verwezen om op 3 deelklachten alsnog een inhoudelijk oordeel te geven. Klagers hebben bij de Accountantskamer deze 3 deelklachten alsnog ingetrokken. De Accountantskamer heeft daarop dezelfde maatregel opgelegd die zij al in haar eerdere beslissing had opgelegd.