Uitspraken 14 oktober 2016

Procedurenummer 15/2728 Wtra AK
Fraude van werknemer gedurende meerdere boekjaren niet tijdens controle ontdekt. Voor de beoordeling van de klachten is van belang dat het enkele feit dat achteraf is gebleken dat bij de door betrokkene gecontroleerde gegevens en stukken sprake is geweest van fraude dan wel dat betrokkene de frauduleuze onttrekkingen bij zijn controlewerkzaamheden niet op het spoor is gekomen, nog niet betekent dat betrokkene de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels heeft geschonden.In casu, gezien de hem gebleken  feiten en omstandigheden, heeft betrokkene ten onrechte nagelaten nadere, aanvullende controlewerkzaamheden uit te voeren. Een dergelijke (aanvullende) controle was ook aangewezen nu de uitkomst daarvan mede de inschatting had te bepalen van de waarschijnlijkheid dat bedoeld risico een afwijking van materieel belang tot gevolg zou hebben. Betrokkene heeft het verweer gevoerd dat het bedrag van de uiteindelijke fraude het materieel belang niet oversteeg. Door betrokkene is betoogd dat over de periode 2009 tot en met 2013 de materialiteit op jaarbasis gemiddeld € 350.000 bedroeg en dat op jaarbasis de geconstateerde fraude de materialiteit niet overstijgt. De Accountantskamer volgt betrokkene niet in dit verweer. Doordat de fraude een aantal jaren heeft plaatsgevonden, kan immers niet slechts worden getoetst aan de materialiteit op jaarbasis, maar dient het cumulatieve effect van de fraude op het eigen vermogen van de controlecliënt mede in aanmerking te worden genomen. Dit effect was een veelvoud van de gehanteerde materialiteit en derhalve van materieel belang voor de jaarrekening.

Procedurenummers 16/548 en 16/550 Wtra AK 
Samenstellingsopdracht. Het belang van het bekend zijn met de gebruikelijke grondslagen van waardering en resultaatsbepaling van de bedrijfstak waarin de cliënt werkzaam is (par. 11 NVCOS 4410). Betrokkene had nadere vragen moeten stellen en of nader onderzoek moeten doen naar de van de cliënt verkregen informatie. Berisping.

Uitspraken 7 oktober 2016

Procedurenummer 16/921 Wtra AK
Een accountant is in beginsel niet tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het gedrag van een kantoorgenoot die zelf onder het bereik van accountantstuchtrecht of ander (fiscaal) tuchtrecht valt. In dit geval ziet het klachtonderdeel op fouten die zouden zien op werkzaamheden van een medewerkster, die onder verantwoordelijkheid werkte van een lid van de NOB,  die voor zijn handelen zelfstandig tuchtrechtelijk aanspreekbaar is. Reeds hierom is betrokkene tuchtrechtrechtelijk niet verantwoordelijk voor de gestelde gedragingen van de betrokken medewerkster. Dit geldt evenzeer voor de werkzaamheden, die onder de verantwoordelijkheid van en/of door een andere medewerker zijn uitgevoerd, omdat hij als accountant-administratieconsulent en als zodanig ingeschreven in het ledenregister van de NBA, eveneens voor zijn handelen zelfstandig tuchtrechtelijk aanspreekbaar is.

Procedurenummer 16/1020 Wtra AK
Betrokkene is zowel de accountant van firmanten die een gezinsvervangend tehuis exploiteren als ook van hun opdrachtgever. Krachtens de overeenkomst tussen opdrachtgever en voormelde firmanten geldt dat de firmanten verplicht zijn wat betreft de accountants- en fiscale werkzaamheden gebruik te maken van de diensten van betrokkene. De firmanten en de opdrachtgever hebben een geschil over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Betrokkene adviseert zowel klagers/firmanten als de opdrachtgever. Gelet op de aan betrokkene kenbare tegenstrijdige belangen tussen alle betrokken partijen en de andere omstandigheden van het geval was er voor betrokkene sprake van een bedreiging voor zijn objectiviteit en had hij toepassing moeten geven aan het conceptueel raamwerk door als waarborg een toereikende maatregel te nemen en een en ander schriftelijk vast te leggen. Betrokkene heeft beide nagelaten.
Klagers hebben reden gezien om hun relatie met betrokkene te verbreken. Betrokkene heeft dit (vrijwel terstond) aan de opdrachtgever doorgegeven en hiermee jegens klagers het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid geschonden. Waarschuwing.

Uitspraken 23 september 2016

Procedurenummers 15/1965 en 15/1966 Wtra AK
Klacht van de leden van één fractie van de gemeenteraad van de gemeente Westland tegen de controlerend accountant en de manager-accountant op de opdracht. Verhoudingen tussen een minderheidsdeel van de gemeenteraad, de gemeenteraad zelve en het college van B&W en de controlerend accountant.
Klacht ongegrond.

Procedurenummers 15/2548 en 15/2549 Wtra AK
Schending van het fundamentele beginsel van objectiviteit is niet alleen aan de orde indien wordt vastgesteld dat van objectieve oordeelsvorming daadwerkelijk geen sprake is, maar ook indien duidelijk is dat de accountant zich heeft begeven in een situatie waarin zijn objectiviteit te zeer in het gedrang komt. Betrokkenen hebben onvoldoende aan partijen kenbaar gemaakt wat hun rol was en hoe zij omgingen met de bedreiging voor hun objectiviteit als gevolg van de (mogelijk) tegengestelde belangen van klager en zijn zoon in het kader van de bedrijfsoverdracht. Betrokkenen hebben niets in hun dossier vastgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld op welke wijze zij partijen hebben geïnformeerd. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/671 Wtra AK
De toetsing door de tuchtrechter van de deugdelijke grondslag van een aan een rechter uitgebracht deskundigenbericht is niet terughoudend van aard. 
In deze zaak berust het antwoord van betrokkene op een vraag van de rechter in zijn deskundigenbericht op een ondeugdelijke grondslag aangezien betrokkene daarbij ten onrechte niet als maatstaf de regels van Standaard 4410 heeft gehanteerd.

Uitspraken 16 september 2016

Procedurenummers 16/80, 16/81, 16/82 en 16/83 Wtra AK
Betrokkenen 1 en 2 hebben niet in strijd gehandeld met enig rechtsregel door te onderzoeken of een afnemer belangstelling had voor de voorraden van een B.V., waar zij aandeelhouder van waren. Daarbij komt dat de andere aandeelhouder daarvan direct op de hoogte is gesteld, toen bleek dat de afnemer interesse had. 
Handelen als compliance officer dient aangemerkt te worden als handelen in de uitoefening van zijn beroep als bedoeld in de VGBA. Betrokkene 3 heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit door de werkelijke situatie niet geheel juist weer te geven. Betrokkene 3 heeft gesteld dat het een privékwestie betrof terwijl de betreffende administrateur zijn werkzaamheden deels in kantoortijd verrichtte, en voor belastingaangiften het Beconnummer van de accountantsorganisatie gebruikte. Nu betrokkenen 1, 2, en 4 (allen directieleden) op de hoogte waren van het handelen van de compliance officer, en dat niet hebben voorkomen, dan wel gerectificeerd, hebben ook zij gehandeld in strijd met het beginsel van integriteit. Waarschuwing voor alle betrokkenen.

Uitspraken 12 september 2016

Procedurenummer 16/669 Wtra AK
Klachten verband houdend met zakelijke samenwerking tussen klagers en betrokkene wel onder de reikwijdte van het tuchtrecht nu overduidelijk sprake is van beroepsmatig handelen/beroepsuitoefening maar zijn deels wegens tijdverloop niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond. 

Procedurenummer 16/1099 Wtra AK
Klacht niet-ontvankelijk vanwege driejaarstermijn.

Uitspraken 9 september 2016

Procedurenummer 16/335 Wtra AK
Klacht dat verklaring van accountant dat klaagster koper is van 50% van de eigendomsrechten van een paard in strijd met de waarheid is. Aan verklaring kan aspect van assurance niet worden ontzegd. Dergelijke verklaring moet deugdelijke grondslag hebben. In dit geval ontbreekt die grondslag omdat onderzoek betrokkene onvolledig is geweest. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Procedurenummers 16/598 en 16/599 Wtra AK
Ruime uitleg van art. 3, tweede lid VGBA van de daarin voorkomende woorden “bij de uitoefening van zijn beroep”. Hoewel de toelichting op dit artikel daarbij allereerst wijst op het verlenen van een “professionele dienst”, neemt dat niet weg dat er bij een grammaticale uitleg van dit begrip geen grond is om te oordelen dat (niet integere) gedragingen van een accountant in het kader van zijn zakelijke relaties, en zeker zoals in het onderhavige geval dat die gedragingen plaatsvinden in de bedrijfsvoering van het accountantsberoep door betrokkenen, daar niet onder vallen. Niet integere gedragingen kunnen ook in strijd komen met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep als bedoeld in artikel 42, eerste lid, sub b. van de Wab of met verplichtingen die voortvloeien uit andere voor de accountant geldende beroepsvoorschriften, zoals artikelen 53 en 54 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van assurance-opdrachten (NVAK-ass) respectievelijk artikel 11 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (NVAK-aav).
Ruime uitleg van het begrip “professionele dienst” ter zake een door betrokkenen uitgevoerde activa/passivatransactie. 
Met het uitvoeren van een activa/passivatransactie hebben betrokkenen alle aanspraken van de aan hen gelieerde ondernemingen op de vennootschap waarin zij hun accountantspraktijk hebben uitgeoefend, zeker gesteld of verrekend en daartegenover alle verhaalsmogelijkheden voor de huurvordering van klager verijdeld. Onder de vastgestelde omstandigheden stond hun dat niet vrij en moet hun gedrag worden aangemerkt als oneerlijk en onoprecht handelen in hun zakelijke betrekkingen. Dit gedrag is aldus in strijd met de fundamentele beginsel “integriteit” als bedoeld in paragraaf 2.3 van de VGBA. Met deze handelwijze van betrokkenen hebben zij naar het oordeel van de Accountantskamer ook het accountantsberoep in diskrediet gebracht, zodat er tevens sprake is van handelen in strijd met het beginsel van professionaliteit als bedoeld in paragraaf 2.2 van de VGBA. Voorts getuigt dit handelen van betrokkenen, gezien de vastgestelde feiten en omstandigheden, niet van een beheerste en integere bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 11 van de NVAK-aav, waarvoor zij de verantwoordelijkheid dragen.
Betrokkenen hebben toegelaten dat een medewerker met ex-clienten telefoongesprekken heeft gevoerd en deze telefoongespreken zonder voorafgaande mededeling aan de ex-clienten heeft opgenomen. Daarmee hebben betrokkenen niet oprecht en derhalve in strijd met de beginsel van integriteit (en in casu ook met het beginsel van professionaliteit) gehandeld. Voorts komt dergelijk gedrag onder de vastgestelde omstandigheden in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep (art. 42, eerste lid, sub b Wab) en getuigt het niet van een integere bedrijfsvoering als bedoeld in art. 11 NVAK-aav, waarvoor betrokkenen verantwoordelijkheid dragen.
Tijdelijke doorhaling van 3 maanden voor betrokkene 1 en een berisping voor betrokkene 2.

Uitspraken 2 september 2016

Procedurenummer 15/2633 Wtra AK
Betrokkene heeft een jaarrekening en zijn beoordelingsverklaring daarbij ongewijzigd opnieuw voorgelegd aan de algemene vergadering van de rechtspersoon, terwijl over die jaarrekening een klachtprocedure aanhangig was bij de Ack. In deze situatie had hij de aandeelhouders erop moeten wijzen dat er in die procedure over werd geklaagd dat hij als accountant betrokken is bij informatie in die jaarrekening die materieel onjuist, onvolledig of misleidend is. Door dat na te laten heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Betrokkene is de enige accountant verbonden aan een accountantskantoor in de zin van de NVAK-ass en hij is aan te merken als dagelijks beleidsbepaler van het kantoor. In die hoedanigheid rustte op hem de verplichting zorg te dragen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het kantoor. Strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Uitspraken 29 augustus 2016

Procedurenummer 16/1827 Wtra AK
Accountant heeft als penningmeester van een vereniging in een periode van ruim twee jaar meer dan € 250.000 overgemaakt van de rekening van de vereniging naar zijn eigen rekening. Definitieve doorhaling voor maximale termijn van 10 jaar. Uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaard.  

Procedurenummer 16/1828 Wtra AK
Nu de beslissing van heden in de klachtzaak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard bestaat er geen belang meer bij een beslissing op het verzoek om de inschrijving van betrokkene tijdelijk door te halen.

Uitspraken 15 augustus 2016

Procedurenummers 16/1726 en 16/1727 Wtra AK
Niet invullen orienterende vragenlijst en monitoringvragenlijsten 2015 en 2016 zonder opgave van reden. Niet meewerken aan hertoetsing van zijn praktijk door tot drie maal toe kort voor het met hem afgesproken tijdstip voor de hertoetsing de hertoetsing af te zeggen. Ook daarvoor geen goede reden opgegeven. Definitieve doorhaling inschrijving voor 1 jaar. Beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat het maatschappelijk verkeer ernstig risico loopt bij voortzetting werkzaamheden door betrokkene dit gezien uitkomsten eerdere toetsingen kantoorkwaliteit.

Nu op klacht is beslist bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak wordt verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraken 22 augustus 2016

Procedurenummer 15/2691 Wtra AK
Betrokkene treedt op als accountant van vennootschap die deelneemt in en investeert in andere vennootschap. Hij stelt ook de jaarrekening samen van die andere vennootschap. Hoewel die vennootschap financieel in problemen verkeerde heeft betrokkene geen afweging gemaakt omtrent het opnemen van een continuïteitsvoorbehoud in haar jaarrekeningen. Betrokkene heeft voordat hij ook ging optreden voor de andere vennootschap niet kenbaar aandacht besteed aan de bedreigingen die daaruit voortvloeiden voor de door hem in acht te nemen objectiviteit. Waarschuwing.

Uitspraken 12 augustus 2016

Procedurenummer 16/533 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/540 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/541 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/543 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/545 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/546 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/547 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1079 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1080 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1081 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1084 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 16/1086 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 15/2577 Wtra AK
Betrokkene is curator in het faillissement van Eurocommerce. Betrokkene is tuchtrechtelijk aanspreekbaar op de uitoefening van zijn functie als bewindvoerder/curator. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Marginale taak voor de tuchtrechter, indien tegen het handelen van de curator de rechtsgang van art. 69 Fw. kan worden gevolgd.

Procedurenummer 16/1 Wtra AK
Betrokkene heeft vanuit goede bedoelingen i.v.m. conform afspraak tussen alle aandeelhouders aan hen gedane dividenduitkeringen ter formalisering daarvan achteraf notulen opgesteld van niet gehouden aandeelhoudersvergaderingen. In casu gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Geen maatregel.

Procedurenummer 16/386 Wtra AK
Betrokkene heeft in opdracht van het gerechtshof een deskundigenbericht uitgebracht. De conclusie in zijn rapportage ontbeert een deugdelijke grondslag. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1498 Wtra AK
Tussenbeslissing. Bevel persoonlijke verschijning betrokkene op volgende zitting van de Accountantskamer. Waarschuwing dat bij niet verschijnen een volgende keer betrokkene met de sterke arm zal worden opgehaald. Art. 27 Wtra.

Uitspraken 8 augustus 2016

Procedurenummer 15/2441 Wtra AK
Betrokkene heeft de aansprakelijkheid van een holding naast die van een dochter, en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht over het hoofd gezien. Was dat niet gebeurd dan had hij daarvoor oog gehad bij het samenstellen van de jaarrekening van de holding zodra de resultaten en het eigen vermogen van de dochter negatief waren. Dan had hij zich moeten afvragen of er grond was om een voorziening te vormen of in de toelichting op de balans melding te maken van een niet op de balans opgenomen verplichting. Op die aansprakelijkheid en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht had hij ook moeten wijzen in het kader van advisering over de inkomenspositie van wijlen de echtgenoot van klaagster na zijn pensionering en die van klaagster na het overlijden van die echtgenoot en bij de overdracht van de door de holding gehouden resterende aandelen van de dochter. Met het oog op de tegenstrijdige belangen van de partijen bij die overdracht had betrokkene die partijen uitdrukkelijk moeten wijzen op de mogelijkheid om een derde in te schakelen voor de advisering over de prijs van de aandelen. Waarschuwing. 

Procedurenummer 16/1093 Wtra AK
Klager wist begin 2012 en op of kort na 4 september 2012 en aldus meer dan drie jaren voor het indienen van de onderhavige klacht (op 19 april 2016) op de hoogte van de vragen die de belastingdienst had over de afwaardering, terwijl het sluiten van de akte van cessie reeds op 27 april 2011 plaatsvond en de gang van zaken daaromtrent voor hem aanleiding was de relatie met het kantoor van de accountant medio 2012 te beëindigen. Aldus heeft klager meer dan drie jaren vóór het indienen van de klacht de aan de klacht ten grondslag gelegde feiten geconstateerd en had hij daarop toen al redelijkerwijs een vermoeden in de zin van artikel 22, eerste lid, Wtra kunnen baseren. Klacht niet-ontvankelijk.

Uitspraken 1 augustus 2016

Procedurenummer 15/2727 Wtra AK
Wwft-zaak. Betrokkene heeft ten onrechte en dus in strijd met art. 3, lid 2, sub e. en g. Wwft de identiteit van de bestuurder/vertegenwoordiger niet geverifieerd. Indien een cliënt een dochtermaatschappij is, dan dient het onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende ex art. 3, lid 2 sub b Wwft (UBO) van de cliënt te bevatten een onderzoek naar de UBO van de moedermaatschappij. Betrokkene heeft dat ten onrechte niet gedaan. Betrokkene heeft ten onrechte, gezien de omstandigheden van het geval, geen verscherpt cliëntonderzoek als bedoeld in art. 8, lid 1 Wwft ingesteld. In strijd met de waarheid notulen van aandeelhoudersvergaderingen geantedateerd. Berisping.

Procedurenummer 16/473 Wtra AK
Betrokkene heeft in de door hem opgestelde balans en winst- en verliesrekening van een vennootschap van zijn cliënt, een aan klaagster (die in een echtscheidingsprocedure met de cliënt is verwikkeld) verstrekte lening opgenomen, slechts op aangeven van die cliënt en zonder klaagster hierover te informeren en/of te consulteren. Nadat hij vernomen dat de balans en de winst- en verliesrekening door zijn cliënt zonder zijn toestemming waren ingebracht in de echtscheidingsprocedure heeft betrokkene geen actie ondernomen. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Waarschuwing.

Uitspraken 29 juli 2016

Procedurenummer 15/2692 Wtra AK
Betrokkene heeft opdracht aanvaard tot onderzoek “onregelmatigheden” in jaarrekeningen. Betrokkene had zich, alvorens deze opdracht te aanvaarden, moeten afvragen wat het precieze doel van die opdracht was en aan de hand van welke maatstaven hij de opgedragen werkzaamheden moest verrichten en tegen die achtergrond, gelet op het onderwerp van het onderzoek, contact moeten zoeken met klager nu klager de financiële man was, en in die hoedanigheid en als bestuurder van de vennootschappen belanghebbende was bij de uitkomsten van het onderzoek. Betrokkene heeft de opdracht niet met de vereiste zorgvuldigheid en diepgang uitgevoerd. Volgens de notulen van ava’s heeft betrokkene zich daarin de rol aangemeten van accountant van de vennootschappen en in die hoedanigheid stukken toegelicht zonder daarbij kenbaar te maken dat het om voorlopige bevindingen ging. Door zijn handelwijze heeft betrokkene het risico aanvaard dat er bij derden verwarring zou kunnen ontstaan over de status van deze stukken en de aard van de werkzaamheden die daaraan ten grondslag liggen. Die handelwijze is in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Berisping.

Procedurenummer 16/534 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/535 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/536 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/537 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/538 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/539 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/956 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Procedurenummer 19/957 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Uitspraken 22 juli 2016

Procedurenummer 16/6 Wtra AK
Toetsing of er sprake is van onvoldoende cliëntonderzoek en/of niet melden ongebruikelijke transactie in het kader van de Wwft. In casu aanwezigheid van aanwijzingen dat er sprake zou kunnen zijn van een ongebruikelijke transactie, t.w. aan de cliënt vanuit het buitenland verschafte leningen, als bedoeld in art. 16 Wwft. Er zijn echter zodanige bijzondere omstandigheden aanwezig dat er in dit geval ruimte was voor betrokkene om de afweging te maken om de leningen niet aan te merken als ongebruikelijke transacties en hij evenmin aanleiding hoefde te zien voor nader cliëntonderzoek. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Betrokkene is onzorgvuldig geweest bij het verstrekken van inlichtingen aan het BFT. In zoverre is dat klachtonderdeel gegrond. Waarschuwing.

Uitspraken 1 juli 2016

Procedurenummer 15/1963 Wtra AK
Klachten onvoldoende toegelicht en onderbouwd en handelen waarover wordt geklaagd door accountant gemotiveerd weersproken. Ongegrond.

Procedurenummers 16/479 en 16/480 Wtra AK
Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene de jaarrekening van een entiteit waarvan zij voorheen partner was, heeft samengesteld met het enkele doel klaagster te bewegen meer aan de entiteit te betalen dan waarop de entiteit recht heeft. Zij heeft verder niet toegelicht op grond waarvan zij aanspraak kan maken op inzage in het concept van die jaarrekening en op beantwoording van vragen over die jaarrekening.

Uitspraken 27 juni 2016

Procedurenummer 16/175 Wtra AK
Juiste toepassing van conceptueel raamwerk inzake een objectiviteitsbedreiging.

Uitspraken 24 juni 2016

Procedurenummers 16/43 en 16/44 Wtra AK
Stichtingen zijn alleen in bepaalde situaties belastingplichtig. De door de accountant afgegeven beoordelingsverklaring bij de jaarrekening is alleen dan terecht afgegeven als de stichting niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Vaststelling van het al dan niet bestaan van deze belastingplicht door de beoordelend accountant is derhalve een wezenlijk element bij de beoordeling. In dit geval heeft de accountant zijn standpunt dat de stichting niet belastingplichtig is, onvoldoende gemotiveerd. Waarschuwing.

Uitspraken 20 juni 2016

Procedurenummer 15/2122 Wtra AK
Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort dat een accountant die op basis van een persoonsgericht onderzoek een oordeel geeft over het door hem onderzochte handelen, dat oordeel hoort te verantwoorden door in het door hem te produceren rapport helder uiteen te zetten welk normatief kader hij heeft gehanteerd bij zijn beoordeling van dat handelen (zie in dit verband onder meer de uitspraak van het CBb van 12 april 2016: ECLI:NL:CBB:2016:98). Daarbij maakt het geen verschil of de accountant bij het verrichten van het onderzoek vooral of uitsluitend zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend. De eis die hiervoor wordt gesteld geldt dus ook bij een onderzoek als het onderhavige, waarbij betrokkene ook gebruik heeft gemaakt van zijn juridische ervaring en kennis. Betrokkene heeft dit verzuimd. Klacht in zoverre gegrond. Geen maatregel omdat oordelen niet op volstrekt onverdedigbare grondslag berusten en omdat geen nadeel is ondervonden van verzuim.

Procedurenummer 16/1172 (voorheen: 13/2921) Wtra AK
Uitspraak Accountantskamer van 2 juni 2014 gedeeltelijk vernietigd door het CBb en naar de Accountantskamer verwezen om op 3 deelklachten alsnog een inhoudelijk oordeel te geven. Klagers hebben bij de Accountantskamer deze 3 deelklachten alsnog ingetrokken. De Accountantskamer heeft daarop dezelfde maatregel opgelegd die zij al in haar eerdere beslissing had opgelegd.

Uitspraken 17 juni 2016

Procedurenummer 16/478 Wtra AK
Niet-ontvankelijk vanwege driejaarstermijn van artikel 22 Wtra, zoals deze luidt sinds 1 januari 2014. Voor de toepasselijkheid van dit artikel gaat het er niet om wanneer een klager een handelen of nalaten van een accountant heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren, maar wanneer een klager aan dat handelen of nalaten een vermoeden heeft verbonden of redelijkerwijs heeft kunnen verbinden dat het in strijd is met het bij of krachtens de Wta of de Wab bepaalde of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Klager, van wie als ervaren curator bovendien mag worden verwacht dat hij meer dan de gemiddelde klager verstand heeft van financiële jaarverslaggeving, heeft reeds vanaf eind 2010 / begin 2011 – en aldus vóór 15 februari 2013 (aanvangstijdstip driejaarstermijn) – de feiten en omstandigheden geconstateerd op grond waarvan hij uiteindelijk de onderhavige klacht heeft ingediend, terwijl redelijkerwijs niet valt in te zien waarom hij niet reeds toen ook het vermoeden had of kon hebben dat het handelen of nalaten van betrokkene inzake meergenoemde jaarrekening volgens hem tuchtrechtelijk laakbaar was.

Uitspraken 13 juni 2016

Procedurenummer 15/2007 Wtra AK
Tuchtrechtelijke positie OKB-er. Onjuiste uitvoering opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling inzake een onjuist afgegeven beoordelingsverklaring met onthouding van conclusie. De Accountantskamer is van oordeel dat, nu is vastgesteld dat de door de collega-accountant opgestelde beoordelingsverklaringen, mede gezien de paragrafen 22 en 22A van NV COS 2400 ( zoals deze luidden in 2009) en artikel A-110.2 van de VGC, zonder nader onderzoek niet hadden mogen worden afgegeven en uit de verklaringen van betrokkene volgt dat hij in het kader van de OKB met de collega-accountant heeft gesproken over diens afwegingen om de beoordelingsverklaringen in deze vorm af te geven, betrokkene ter zake eveneens een tuchtrechtelijk verwijt treft. Immers, indien de opdracht waarop de OKB ziet, onjuist is uitgevoerd, en de betrokken OKB-er kennis heeft van de daarvoor van belang zijnde feiten en omstandigheden, hetgeen in casu het geval was, kan de OKB evenmin goed zijn gedaan. Maatregel: berisping.

Uitspraken 10 juni 2016

Procedurenummer 16/137 Wtra AK
Belastingfraude betrokkene. Definitieve doorhaling voor maximale termijn.

Uitspraken 6 juni 2016

Procedurenummer 15/2531 Wtra AK
Klacht deels niet-ontvankelijk i.v.m. verstrijken driejaarstermijn. I.v.m. aandelentransactie zijn er door de verkoper tussentijdse cijfers opgesteld van de moedervennootschap en een dochtervennootschap. Betrokkene heeft bij voormelde tussentijdse cijfers een goedkeurende verklaring afgegeven. Als gevolg van het verbreken van de fiscale eenheid tussen beide vennootschappen is in de balans bij de dochtervennootschap onder de vaste activa een post ‘latente belastingvordering verrekenbare verliezen’ en als tegenpost bij de moedervennootschap in de rekening-courant van de dochter aan moeder een post ‘doorbelasting latente belastingvordering verrekenbare verliezen’ opgenomen. Betrokkene heeft bij voormelde tussentijdse cijfers ook op dit punt een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Klacht daarover is ongegrond.

Uitspraken 3 juni 2016

Procedurenummer 15/2235 Wtra AK
Niet voldoende voldaan aan de op betrokkene rustende zorgplicht bij de begeleiding en advisering van de verkoop van een deel van de onderneming van een cliënt. Waarschuwing.

Procedurenummer 15/2729 en 15/2730 Wtra AK
Zevende tuchtklacht van een voormalig deurwaarder tegen betrokken accountants, werkzaam bij het BFT, in het kader van het door hen uitgeoefende toezicht. Er is onder meer sprake van misbruik van tucht(proces)recht indien is gebleken dat op voorhand is uitgesloten dat de behandeling van de klacht zou kunnen bijdragen aan de doelstelling van de tuchtrechtspraak. Klager maakt misbruik van zijn bevoegdheid indien hij het indienen van de klacht, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de accountant achterwege had behoren te laten. Hiervan kan eerst sprake zijn als klager zijn klacht baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van tucht(proces)recht past terughoudendheid gelet op het recht op onbelemmerde toegang tot de tuchtrechter. In casu is er daadwerkelijk sprake van voormeld misbruik; klacht mitsdien niet-ontvankelijk. Tevens is de klacht niet-ontvankelijk in verband met het beginsel van ne bis in idem en/of het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.

Uitspraken 30 mei 2016

Procedurenummer 15/1473 Wtra AK
Controle jaarrekening. Aandeelhouders van de vennootschap hebben een conflict en gaan uit elkaar; twee aandeelhouders (de facto klagers) bieden hun aandelenpakket conform de geldende blokkerings- en aanbiedingsregeling aan; voor de waardering van de aandelen vormde de te controleren jaarrekening van de moedervennootschap een uitgangspunt. In de jaarrekening van een Poolse dochter wordt conform lokale wettelijke voorschriften, anders dan in voorgaande jaren, het onroerend goed tegen historische kostprijs opgenomen. De Nederlandse moeder neemt deze waardering in de geconsolideerde jaarrekening vrijwillig over, terwijl in vorige jaren het onroerend goed daarin op basis van actuele waarde was opgenomen. Ten onrechte heeft betrokkene bij zijn beslissing deze vrijwillige stelselwijziging voor de geconsolideerde balans te accepteren niet centraal gesteld de vraag of een dergelijke vrijwillige wijziging leidde tot een belangrijke verbetering van het inzicht dat de jaarrekening gaf (artikelen 2:362 eerste tot en met vierde lid, 2:363, vierde en vijfde lid, en artikel 2:384 eerste en zesde lid BW juncto RJ 140), maar de vraag of het gevolg van de gepresenteerde waardering tegen historische kostprijs voor de jaarrekening van de moedervennootschap materieel zou zijn. Onvoldoende controlewerkzaamheden ter zake de rechtmatigheid van een verhoging van de managementfee van de achterblijvende directeur-grootaandeelhouder. Onvoldoende controlemaatregelen ingezet ter zake een materiele afwaardering van de voorraden. Deze post is in strijd met RJ 270, alinea 404, ook onvoldoende in de jaarrekening toegelicht. De goedkeurende verklaring van betrokkene ontbeert zodoende deugdelijke grondslag. Betrokkene is tekort geschoten bij zijn risico-taxatie en het nemen van specifieke maatregelen om de controle met voldoende diepgang te verrichten; hij had ter zake zijn controle bij klagers, die in het te controleren boekjaar operationeel en statutair directeur respectievelijk controller waren, informatie moeten inwinnen, ook al waren deze ten tijde van de controle arbeidsongeschikt. Berisping

Uitspraken 20 mei 2016

Procedurenummer 15/622 Wtra AK
Nadere uitwerking van het ne-bis-in-idembeginsel in het geval dat aan klager na de behandeling van een door hem tegen dezelfde accountant eerder ingediende en gegrond verklaarde klacht over de controle van een jaarrekening nieuwe feiten en omstandigheden bekend worden welke tot het oordeel zouden kunnen leiden dat ook op grond van die nieuwe feiten en omstandigheden de controle van die jaarrekening onjuist is uitgevoerd.

Procedurenummers 15/1081, 15/1082 en 15/1083 Wtra AK
Persoonsgericht onderzoek naar oud-bestuurder van een zorginstelling. De fundamentele beginselen van integriteit en objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid vereisen dat de accountant op een adequate wijze rekening houdt met de belangen van de personen, op wie zijn onderzoek betrekking heeft en hij zal er voor dienen te waken dat de bij zijn persoonsgericht onderzoek betrokken personen geen onnodige reputatieschade oplopen. In casu is het onderzoek/de rapportage op een aantal deelpunten met onvoldoende diepgang uitgevoerd, in dier voege dat betrokkenen betrekkelijk eenvoudig nader onderzoek hadden kunnen en moeten verrichten naar door hen in hun rapportage aan de orde gestelde punten, die de financiële integriteit van de betrokken oud-bestuurder raakten, en waarbij zij de vraag open hebben gelaten dat betrokkene onjuist gehandeld had.

Procedurenummer 15/2589 Wtra AK
Kantoortoetsing; gegrond; berisping.

Procedurenummer 16/3 Wtra AK
Klacht niet-ontvankelijk vanwege 3-jaars- en 6-jaarstermijn.

Uitspraken