Uitspraken 22 augustus 2016

Procedurenummer 15/2691 Wtra AK
Betrokkene treedt op als accountant van vennootschap die deelneemt in en investeert in andere vennootschap. Hij stelt ook de jaarrekening samen van die andere vennootschap. Hoewel die vennootschap financieel in problemen verkeerde heeft betrokkene geen afweging gemaakt omtrent het opnemen van een continuïteitsvoorbehoud in haar jaarrekeningen. Betrokkene heeft voordat hij ook ging optreden voor de andere vennootschap niet kenbaar aandacht besteed aan de bedreigingen die daaruit voortvloeiden voor de door hem in acht te nemen objectiviteit. Waarschuwing.

Uitspraken 12 augustus 2016

Procedurenummer 16/533 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/540 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/541 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/543 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing

Procedurenummer 16/545 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/546 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/547 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1079 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1080 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/1081 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1084 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 16/1086 Wtra PE
PE-zaak. Berisping + boete. Recidive.

Procedurenummer 15/2577 Wtra AK
Betrokkene is curator in het faillissement van Eurocommerce. Betrokkene is tuchtrechtelijk aanspreekbaar op de uitoefening van zijn functie als bewindvoerder/curator. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Marginale taak voor de tuchtrechter, indien tegen het handelen van de curator de rechtsgang van art. 69 Fw. kan worden gevolgd.

Procedurenummer 16/1 Wtra AK
Betrokkene heeft vanuit goede bedoelingen i.v.m. conform afspraak tussen alle aandeelhouders aan hen gedane dividenduitkeringen ter formalisering daarvan achteraf notulen opgesteld van niet gehouden aandeelhoudersvergaderingen. In casu gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Geen maatregel.

Procedurenummer 16/386 Wtra AK
Betrokkene heeft in opdracht van het gerechtshof een deskundigenbericht uitgebracht. De conclusie in zijn rapportage ontbeert een deugdelijke grondslag. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/1498 Wtra AK
Tussenbeslissing. Bevel persoonlijke verschijning betrokkene op volgende zitting van de Accountantskamer. Waarschuwing dat bij niet verschijnen een volgende keer betrokkene met de sterke arm zal worden opgehaald. Art. 27 Wtra.

Uitspraken 8 augustus 2016

Procedurenummer 15/2441 Wtra AK
Betrokkene heeft de aansprakelijkheid van een holding naast die van een dochter, en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht over het hoofd gezien. Was dat niet gebeurd dan had hij daarvoor oog gehad bij het samenstellen van de jaarrekening van de holding zodra de resultaten en het eigen vermogen van de dochter negatief waren. Dan had hij zich moeten afvragen of er grond was om een voorziening te vormen of in de toelichting op de balans melding te maken van een niet op de balans opgenomen verplichting. Op die aansprakelijkheid en het daaraan gekoppelde zekerheidsrecht had hij ook moeten wijzen in het kader van advisering over de inkomenspositie van wijlen de echtgenoot van klaagster na zijn pensionering en die van klaagster na het overlijden van die echtgenoot en bij de overdracht van de door de holding gehouden resterende aandelen van de dochter. Met het oog op de tegenstrijdige belangen van de partijen bij die overdracht had betrokkene die partijen uitdrukkelijk moeten wijzen op de mogelijkheid om een derde in te schakelen voor de advisering over de prijs van de aandelen. Waarschuwing. 

Procedurenummer 16/1093 Wtra AK
Klager wist begin 2012 en op of kort na 4 september 2012 en aldus meer dan drie jaren voor het indienen van de onderhavige klacht (op 19 april 2016) op de hoogte van de vragen die de belastingdienst had over de afwaardering, terwijl het sluiten van de akte van cessie reeds op 27 april 2011 plaatsvond en de gang van zaken daaromtrent voor hem aanleiding was de relatie met het kantoor van de accountant medio 2012 te beëindigen. Aldus heeft klager meer dan drie jaren vóór het indienen van de klacht de aan de klacht ten grondslag gelegde feiten geconstateerd en had hij daarop toen al redelijkerwijs een vermoeden in de zin van artikel 22, eerste lid, Wtra kunnen baseren. Klacht niet-ontvankelijk.

Uitspraken 1 augustus 2016

Procedurenummer 15/2727 Wtra AK
Wwft-zaak. Betrokkene heeft ten onrechte en dus in strijd met art. 3, lid 2, sub e. en g. Wwft de identiteit van de bestuurder/vertegenwoordiger niet geverifieerd. Indien een cliënt een dochtermaatschappij is, dan dient het onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende ex art. 3, lid 2 sub b Wwft (UBO) van de cliënt te bevatten een onderzoek naar de UBO van de moedermaatschappij. Betrokkene heeft dat ten onrechte niet gedaan. Betrokkene heeft ten onrechte, gezien de omstandigheden van het geval, geen verscherpt cliëntonderzoek als bedoeld in art. 8, lid 1 Wwft ingesteld. In strijd met de waarheid notulen van aandeelhoudersvergaderingen geantedateerd. Berisping.

Procedurenummer 16/473 Wtra AK
Betrokkene heeft in de door hem opgestelde balans en winst- en verliesrekening van een vennootschap van zijn cliënt, een aan klaagster (die in een echtscheidingsprocedure met de cliënt is verwikkeld) verstrekte lening opgenomen, slechts op aangeven van die cliënt en zonder klaagster hierover te informeren en/of te consulteren. Nadat hij vernomen dat de balans en de winst- en verliesrekening door zijn cliënt zonder zijn toestemming waren ingebracht in de echtscheidingsprocedure heeft betrokkene geen actie ondernomen. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Waarschuwing.

Uitspraken 29 juli 2016

Procedurenummer 15/2692 Wtra AK
Betrokkene heeft opdracht aanvaard tot onderzoek “onregelmatigheden” in jaarrekeningen. Betrokkene had zich, alvorens deze opdracht te aanvaarden, moeten afvragen wat het precieze doel van die opdracht was en aan de hand van welke maatstaven hij de opgedragen werkzaamheden moest verrichten en tegen die achtergrond, gelet op het onderwerp van het onderzoek, contact moeten zoeken met klager nu klager de financiële man was, en in die hoedanigheid en als bestuurder van de vennootschappen belanghebbende was bij de uitkomsten van het onderzoek. Betrokkene heeft de opdracht niet met de vereiste zorgvuldigheid en diepgang uitgevoerd. Volgens de notulen van ava’s heeft betrokkene zich daarin de rol aangemeten van accountant van de vennootschappen en in die hoedanigheid stukken toegelicht zonder daarbij kenbaar te maken dat het om voorlopige bevindingen ging. Door zijn handelwijze heeft betrokkene het risico aanvaard dat er bij derden verwarring zou kunnen ontstaan over de status van deze stukken en de aard van de werkzaamheden die daaraan ten grondslag liggen. Die handelwijze is in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Berisping.

Procedurenummer 16/534 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/535 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/536 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing.

Procedurenummer 16/537 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/538 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/539 Wtra PE
PE-zaak. Waarschuwing + boete.

Procedurenummer 16/956 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Procedurenummer 19/957 Wtra AK
Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

Uitspraken 22 juli 2016

Procedurenummer 16/6 Wtra AK
Toetsing of er sprake is van onvoldoende cliëntonderzoek en/of niet melden ongebruikelijke transactie in het kader van de Wwft. In casu aanwezigheid van aanwijzingen dat er sprake zou kunnen zijn van een ongebruikelijke transactie, t.w. aan de cliënt vanuit het buitenland verschafte leningen, als bedoeld in art. 16 Wwft. Er zijn echter zodanige bijzondere omstandigheden aanwezig dat er in dit geval ruimte was voor betrokkene om de afweging te maken om de leningen niet aan te merken als ongebruikelijke transacties en hij evenmin aanleiding hoefde te zien voor nader cliëntonderzoek. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Betrokkene is onzorgvuldig geweest bij het verstrekken van inlichtingen aan het BFT. In zoverre is dat klachtonderdeel gegrond. Waarschuwing.

Uitspraken 1 juli 2016

Procedurenummer 15/1963 Wtra AK
Klachten onvoldoende toegelicht en onderbouwd en handelen waarover wordt geklaagd door accountant gemotiveerd weersproken. Ongegrond.

Procedurenummers 16/479 en 16/480 Wtra AK
Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene de jaarrekening van een entiteit waarvan zij voorheen partner was, heeft samengesteld met het enkele doel klaagster te bewegen meer aan de entiteit te betalen dan waarop de entiteit recht heeft. Zij heeft verder niet toegelicht op grond waarvan zij aanspraak kan maken op inzage in het concept van die jaarrekening en op beantwoording van vragen over die jaarrekening.

Uitspraken 27 juni 2016

Procedurenummer 16/175 Wtra AK
Juiste toepassing van conceptueel raamwerk inzake een objectiviteitsbedreiging.

Uitspraken 24 juni 2016

Procedurenummers 16/43 en 16/44 Wtra AK
Stichtingen zijn alleen in bepaalde situaties belastingplichtig. De door de accountant afgegeven beoordelingsverklaring bij de jaarrekening is alleen dan terecht afgegeven als de stichting niet belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Vaststelling van het al dan niet bestaan van deze belastingplicht door de beoordelend accountant is derhalve een wezenlijk element bij de beoordeling. In dit geval heeft de accountant zijn standpunt dat de stichting niet belastingplichtig is, onvoldoende gemotiveerd. Waarschuwing.

Uitspraken 20 juni 2016

Procedurenummer 15/2122 Wtra AK
Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort dat een accountant die op basis van een persoonsgericht onderzoek een oordeel geeft over het door hem onderzochte handelen, dat oordeel hoort te verantwoorden door in het door hem te produceren rapport helder uiteen te zetten welk normatief kader hij heeft gehanteerd bij zijn beoordeling van dat handelen (zie in dit verband onder meer de uitspraak van het CBb van 12 april 2016: ECLI:NL:CBB:2016:98). Daarbij maakt het geen verschil of de accountant bij het verrichten van het onderzoek vooral of uitsluitend zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend. De eis die hiervoor wordt gesteld geldt dus ook bij een onderzoek als het onderhavige, waarbij betrokkene ook gebruik heeft gemaakt van zijn juridische ervaring en kennis. Betrokkene heeft dit verzuimd. Klacht in zoverre gegrond. Geen maatregel omdat oordelen niet op volstrekt onverdedigbare grondslag berusten en omdat geen nadeel is ondervonden van verzuim.

Procedurenummer 16/1172 (voorheen: 13/2921) Wtra AK
Uitspraak Accountantskamer van 2 juni 2014 gedeeltelijk vernietigd door het CBb en naar de Accountantskamer verwezen om op 3 deelklachten alsnog een inhoudelijk oordeel te geven. Klagers hebben bij de Accountantskamer deze 3 deelklachten alsnog ingetrokken. De Accountantskamer heeft daarop dezelfde maatregel opgelegd die zij al in haar eerdere beslissing had opgelegd.

Uitspraken 17 juni 2016

Procedurenummer 16/478 Wtra AK
Niet-ontvankelijk vanwege driejaarstermijn van artikel 22 Wtra, zoals deze luidt sinds 1 januari 2014. Voor de toepasselijkheid van dit artikel gaat het er niet om wanneer een klager een handelen of nalaten van een accountant heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren, maar wanneer een klager aan dat handelen of nalaten een vermoeden heeft verbonden of redelijkerwijs heeft kunnen verbinden dat het in strijd is met het bij of krachtens de Wta of de Wab bepaalde of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Klager, van wie als ervaren curator bovendien mag worden verwacht dat hij meer dan de gemiddelde klager verstand heeft van financiële jaarverslaggeving, heeft reeds vanaf eind 2010 / begin 2011 – en aldus vóór 15 februari 2013 (aanvangstijdstip driejaarstermijn) – de feiten en omstandigheden geconstateerd op grond waarvan hij uiteindelijk de onderhavige klacht heeft ingediend, terwijl redelijkerwijs niet valt in te zien waarom hij niet reeds toen ook het vermoeden had of kon hebben dat het handelen of nalaten van betrokkene inzake meergenoemde jaarrekening volgens hem tuchtrechtelijk laakbaar was.

Uitspraken 13 juni 2016

Procedurenummer 15/2007 Wtra AK
Tuchtrechtelijke positie OKB-er. Onjuiste uitvoering opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling inzake een onjuist afgegeven beoordelingsverklaring met onthouding van conclusie. De Accountantskamer is van oordeel dat, nu is vastgesteld dat de door de collega-accountant opgestelde beoordelingsverklaringen, mede gezien de paragrafen 22 en 22A van NV COS 2400 ( zoals deze luidden in 2009) en artikel A-110.2 van de VGC, zonder nader onderzoek niet hadden mogen worden afgegeven en uit de verklaringen van betrokkene volgt dat hij in het kader van de OKB met de collega-accountant heeft gesproken over diens afwegingen om de beoordelingsverklaringen in deze vorm af te geven, betrokkene ter zake eveneens een tuchtrechtelijk verwijt treft. Immers, indien de opdracht waarop de OKB ziet, onjuist is uitgevoerd, en de betrokken OKB-er kennis heeft van de daarvoor van belang zijnde feiten en omstandigheden, hetgeen in casu het geval was, kan de OKB evenmin goed zijn gedaan. Maatregel: berisping.

Uitspraken 10 juni 2016

Procedurenummer 16/137 Wtra AK
Belastingfraude betrokkene. Definitieve doorhaling voor maximale termijn.

Uitspraken 6 juni 2016

Procedurenummer 15/2531 Wtra AK
Klacht deels niet-ontvankelijk i.v.m. verstrijken driejaarstermijn. I.v.m. aandelentransactie zijn er door de verkoper tussentijdse cijfers opgesteld van de moedervennootschap en een dochtervennootschap. Betrokkene heeft bij voormelde tussentijdse cijfers een goedkeurende verklaring afgegeven. Als gevolg van het verbreken van de fiscale eenheid tussen beide vennootschappen is in de balans bij de dochtervennootschap onder de vaste activa een post ‘latente belastingvordering verrekenbare verliezen’ en als tegenpost bij de moedervennootschap in de rekening-courant van de dochter aan moeder een post ‘doorbelasting latente belastingvordering verrekenbare verliezen’ opgenomen. Betrokkene heeft bij voormelde tussentijdse cijfers ook op dit punt een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Klacht daarover is ongegrond.

Uitspraken 3 juni 2016

Procedurenummer 15/2235 Wtra AK
Niet voldoende voldaan aan de op betrokkene rustende zorgplicht bij de begeleiding en advisering van de verkoop van een deel van de onderneming van een cliënt. Waarschuwing.

Procedurenummer 15/2729 en 15/2730 Wtra AK
Zevende tuchtklacht van een voormalig deurwaarder tegen betrokken accountants, werkzaam bij het BFT, in het kader van het door hen uitgeoefende toezicht. Er is onder meer sprake van misbruik van tucht(proces)recht indien is gebleken dat op voorhand is uitgesloten dat de behandeling van de klacht zou kunnen bijdragen aan de doelstelling van de tuchtrechtspraak. Klager maakt misbruik van zijn bevoegdheid indien hij het indienen van de klacht, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de accountant achterwege had behoren te laten. Hiervan kan eerst sprake zijn als klager zijn klacht baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van tucht(proces)recht past terughoudendheid gelet op het recht op onbelemmerde toegang tot de tuchtrechter. In casu is er daadwerkelijk sprake van voormeld misbruik; klacht mitsdien niet-ontvankelijk. Tevens is de klacht niet-ontvankelijk in verband met het beginsel van ne bis in idem en/of het gesloten stelsel van rechtsmiddelen.

Uitspraken 30 mei 2016

Procedurenummer 15/1473 Wtra AK
Controle jaarrekening. Aandeelhouders van de vennootschap hebben een conflict en gaan uit elkaar; twee aandeelhouders (de facto klagers) bieden hun aandelenpakket conform de geldende blokkerings- en aanbiedingsregeling aan; voor de waardering van de aandelen vormde de te controleren jaarrekening van de moedervennootschap een uitgangspunt. In de jaarrekening van een Poolse dochter wordt conform lokale wettelijke voorschriften, anders dan in voorgaande jaren, het onroerend goed tegen historische kostprijs opgenomen. De Nederlandse moeder neemt deze waardering in de geconsolideerde jaarrekening vrijwillig over, terwijl in vorige jaren het onroerend goed daarin op basis van actuele waarde was opgenomen. Ten onrechte heeft betrokkene bij zijn beslissing deze vrijwillige stelselwijziging voor de geconsolideerde balans te accepteren niet centraal gesteld de vraag of een dergelijke vrijwillige wijziging leidde tot een belangrijke verbetering van het inzicht dat de jaarrekening gaf (artikelen 2:362 eerste tot en met vierde lid, 2:363, vierde en vijfde lid, en artikel 2:384 eerste en zesde lid BW juncto RJ 140), maar de vraag of het gevolg van de gepresenteerde waardering tegen historische kostprijs voor de jaarrekening van de moedervennootschap materieel zou zijn. Onvoldoende controlewerkzaamheden ter zake de rechtmatigheid van een verhoging van de managementfee van de achterblijvende directeur-grootaandeelhouder. Onvoldoende controlemaatregelen ingezet ter zake een materiele afwaardering van de voorraden. Deze post is in strijd met RJ 270, alinea 404, ook onvoldoende in de jaarrekening toegelicht. De goedkeurende verklaring van betrokkene ontbeert zodoende deugdelijke grondslag. Betrokkene is tekort geschoten bij zijn risico-taxatie en het nemen van specifieke maatregelen om de controle met voldoende diepgang te verrichten; hij had ter zake zijn controle bij klagers, die in het te controleren boekjaar operationeel en statutair directeur respectievelijk controller waren, informatie moeten inwinnen, ook al waren deze ten tijde van de controle arbeidsongeschikt. Berisping

Uitspraken 20 mei 2016

Procedurenummer 15/622 Wtra AK
Nadere uitwerking van het ne-bis-in-idembeginsel in het geval dat aan klager na de behandeling van een door hem tegen dezelfde accountant eerder ingediende en gegrond verklaarde klacht over de controle van een jaarrekening nieuwe feiten en omstandigheden bekend worden welke tot het oordeel zouden kunnen leiden dat ook op grond van die nieuwe feiten en omstandigheden de controle van die jaarrekening onjuist is uitgevoerd.

Procedurenummers 15/1081, 15/1082 en 15/1083 Wtra AK
Persoonsgericht onderzoek naar oud-bestuurder van een zorginstelling. De fundamentele beginselen van integriteit en objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid vereisen dat de accountant op een adequate wijze rekening houdt met de belangen van de personen, op wie zijn onderzoek betrekking heeft en hij zal er voor dienen te waken dat de bij zijn persoonsgericht onderzoek betrokken personen geen onnodige reputatieschade oplopen. In casu is het onderzoek/de rapportage op een aantal deelpunten met onvoldoende diepgang uitgevoerd, in dier voege dat betrokkenen betrekkelijk eenvoudig nader onderzoek hadden kunnen en moeten verrichten naar door hen in hun rapportage aan de orde gestelde punten, die de financiële integriteit van de betrokken oud-bestuurder raakten, en waarbij zij de vraag open hebben gelaten dat betrokkene onjuist gehandeld had.

Procedurenummer 15/2589 Wtra AK
Kantoortoetsing; gegrond; berisping.

Procedurenummer 16/3 Wtra AK
Klacht niet-ontvankelijk vanwege 3-jaars- en 6-jaarstermijn.

Uitspraken 9 mei 2016

Procedurenummer 15/1800 Wtra AK
Klachten over niet naleven non-concurrentie- en relatiebeding, tekortschieten in prestaties voor klanten klaagster en over overdracht dossier ongegrond.

Procedurenummer 15/1892 Wtra AK
Het in het kader van een behoorlijke tuchtprocesorde bestaande beginsel van concentratie van klachten heeft betrekking op klachten gericht tegen dezelfde accountant. Klagen tegen de ene accountant in een bepaald feitencomplex  staat niet in de weg aan naderhand klagen over hetzelfde feitencomplex tegen een andere accountant (kantoorgenoot van de eerste accountant).
Volgens vaste jurisprudentie dient de accountant het vertrouwelijke karakter van informatie die hij in het kader van zijn beroepsmatig en zakelijk handelen heeft verkregen, te eerbiedigen en mag hij deze informatie zonder specifieke machtiging daartoe niet aan een derde bekendmaken, tenzij wettelijk of beroepshalve een recht of plicht daartoe bestaat. Nu er in casu geen toestemming was van de betrokken cliënte (zie artikel 16, sub d VGBA), en zich geen van de andere in artikel 16 VGBA gemelde situaties voordeed, heeft betrokkene reeds daarom terecht de gevraagde informatie niet verschaft.
Geen rechtsregel bepaalt dat een klachtbehandelaar/collega-accountant van het kantoor van een accountant, waartegen klager een klacht heeft ingediend, onafhankelijk dient te zijn. Bij de afhandeling van die klacht dient hij wel objectief te werk te gaan. In casu is niet aannemelijk geworden dat hij niet objectief gehandeld zou hebben.

Procedurenummers 15/2076, 15/2123 en 2124 Wtra AK
Betreft civielrechtelijk geschil tussen een accountantsorganisatie en een voormalige contractpartner over de wijze van beëindigen van dit contract en het vermeende handelen daarna in strijd met rechten van de wederpartij. De CEO en CFO van de accountantsorganisatie worden tuchtrechtelijk aangesproken, mede voor de wijze waarop zij zich in de civielrechtelijke procedure uitlaten/verweren. Verweer van misbruik van tuchtrecht wordt verworpen nu niet is gebleken dat op voorhand is uitgesloten dat de behandeling van de onderhavige klachten zou kunnen bijdragen aan de doelstelling van de tuchtrechtspraak. De omstandigheid dat klaagster bij de onderhavige door haar geïnitieerde procedures naast een tuchtrechtelijk belang tevens andere belangen heeft, die niet samenvallen met deze doelstelling van de tuchtrechtspraak, betekent nog niet dat sprake is van misbruik van tuchtrecht.
Wat betreft de deelklacht gegrond op art. 32 Bta heeft te gelden dat de omstandigheid dat artikel 32 Bta ziet op accountantsorganisaties dit nog niet met zich mee brengt dat een vermeende schending van dit artikel door betrokkenen (CEO en CFO) niet tuchtrechtelijk toetsbaar zou kunnen zijn. 
Het beroep op niet-ontvankelijkheid wordt derhalve verworpen.
De inhoud van het schriftelijk verweer door de CEO (in casu o.m. standpunt innemende notities van de CEO aan de door de rechter aangestelde deskundige), als reactie op de stellingen van de wederpartij in de civielrechtelijke procedure, heeft niet het karakter van een persoonsgericht onderzoek, noch betreft het een assurance-opdracht. Wel betreft een dergelijk schriftelijk verweer een “professionele dienst” in de zin van art. 1 VGBA, nu het met toepassing van de vakbekwaamheid van een accountant is opgesteld, en dient het derhalve in overeenstemming met de vier in art. 3 VGBA genoemde fundamentele beginselen tot stand te zijn gekomen.
Herhaling van de vaste jurisprudentie van de Accountantskamer inzake het innemen van een civielrechtelijk standpunt door de accountant in zijn zakelijke betrekkingen. Niet gebleken is dat de CEO in zijn schriftelijke uitingen in de procedure een standpunt heeft ingenomen dat bewust onjuist of misleidend blijkt te zijn, noch dat hem in sterke mate verweten zou kunnen worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen.
Ook de andere gedragingen die klaagster de betrokken CEO en/of CFO tuchtrechtelijk verwijten, moeten worden aangemerkt als het handelen van accountants in hun zakelijke betrekkingen, zodat dit handelen eveneens het innemen van een civielrechtelijk standpunt betreft. Wederom niet aannemelijk geworden dat deze gedragingen bewust onjuist of misleidend tot stand zijn gekomen
Klacht ex art. 32 Bta: een schending van dit artikel door betrokkenen is niet aannemelijk geworden.
Klacht geheel ongegrond.

Uitspraken 4 april 2016

Procedurenummer 15/2590 Wtra AK
Accountant moet te allen tijde zorgdragen voor stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen. 
Bij kantoortoetsing (samenstelpraktijk) tekortkomingen vastgesteld in het stelsel van kwaliteitsbeheersing. Ook als de uitgevoerde toetsing geen hertoetsing was maar een toetsing, mogen bevindingen bij eerdere toetsing worden betrokken bij de beoordeling van een klacht over een latere toetsing. 
Definitieve doorhaling voor een termijn van twaalf maanden.

Uitspraken 26 april 2016

Procedurenummer 15/2163 Wtra AK
Een accountant moet bereid zijn aan zijn opdrachtgever en aan de curator in het faillissement van die opdrachtgever op diens verzoek in algemene zin informatie te verstrekken over de door hem ter uitvoering van zijn opdracht verrichte werkzaamheden. Die verplichting vindt zijn grondslag in het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. Er bestaat geen algemene en onbeperkte verplichting om aan zijn opdrachtgever, laat staan aan de curator in het faillissement van die opdrachtgever, verantwoording af te leggen  in de vorm van het in afschrift verstrekken van het dossier van de accountant. Of een accountant gehouden is tot het verstrekken van (afschriften van) stukken is afhankelijk van de aard van de werkzaamheden die zijn verricht ter uitvoering van de opdracht, de deskundigheid van de opdrachtgever en overigens van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.

Uitspraken 22 april 2016

Procedurenummers 15/2576 en 15/2768 Wtra AK
Retentierecht ziet op de door de accountant opgestelde stukken en niet op de administratie van klagers. Door te weigeren die administratie af te geven, heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Dat geldt ook voor het indienen van aangiften namens zijn cliënten zonder die aangiften eerst met hen te bespreken.

Uitspraken 18 april 2016

Procedurenummer 15/1303 Wtra AK
Beginselen van een behoorlijke procesorde die aan het indienen van een nieuwe klacht door dezelfde klager in de weg staan. Toepassing van het beginsel van ne bis in idem in samenhang met het beginsel van een gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het geval dat een nieuwe klacht wordt ingediend over de vermeende onjuistheid van door/namens de aangeklaagde accountant gedane uitlatingen ter zitting bij de Accountantskamer of het College van beroep voor het bedrijfsleven of in een daarna gehouden zitting bij de civiele rechter over hetzelfde feitencomplex.

Procedurenummers 15/1996 en 15/1997 Wtra AK
Deels ongegrond en deels niet ontvankelijk op grond van 3-jaarstermijn, zoals art. 22 Wtra luidt sinds 1 januari 2014: voor aanvang van de daarin bedoelde termijn van drie jaren beslissend is of sprake is van een constatering van   geparafraseerd   het tuchtrechtelijk laakbare karakter van het handelen of nalaten van de accountant, dan wel van zodanige feiten dat daarop redelijkerwijs een vermoeden van zulk tuchtrechtelijk laakbaar handelen of nalaten kan worden gebaseerd. Daarbij is van belang hoe de klacht is omschreven, althans door de Accountantskamer moet worden opgevat. Het gaat er daardoor niet om of, en zo ja wanneer, een klager een handelen of nalaten van een accountant heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren, maar of en, zo ja, wanneer een klager heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren dat een handelen of nalaten in strijd is met het bij of krachtens de Wta of de Wab bepaalde of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

Uitspraken 11 april 2016

Procedurenummer 15/1928 Wtra AK
Gezien de bevindingen bij een door betrokkene zelf ingesteld onderzoek (aanzienlijke aantallen contante ontvangsten en uitbetalingen; geen functiescheiding en geen kasadministratie) bij een beleggingsmaatschappij, had betrokkene nimmer mogen overgaan tot het samenstellen van de jaarrekeningen van die beleggingsmaatschappij over een aantal jaren en had hij zijn opdracht daartoe moeten teruggeven. Verder vormden de contante ontvangsten en uitbetalingen een indicatie voor een melding op grond van de Wwft. Betrokkene heeft die melding niet gedaan en daarvoor geen goede reden aangevoerd. 
Ingeval een accountant met een samenstellingsopdracht gelden leent van een client moet hij afdoende waarborgen treffen om de bedreigingen die uit dat lenen voortvloeien voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.

Procedurenummers 16/972, 973, 15/2076, 15/2123 en 2124 Wtra AK
Afwijzing voeging en heropening van de behandeling van een eerdere klachtzaak, die voor uitspraak staat, met een nieuw ingediende klacht inhoudende dat betrokkenen tijdens de mondelinge behandeling van de eerdere klacht de Accountantskamer onjuist hebben geïnformeerd.

Uitspraken 25 maart 2016

Procedurenummers 15/1408 en 15/1409 Wtra AK
Beginselen van een behoorlijke procesorde, die aan het indienen van een nieuwe klacht door dezelfde klager in de weg staan. Ne bis in idem, gesloten stelsel van rechtsmiddelen, beginsel van concentratie van klachten. In casu de invloed van nieuw voorgedragen argumenten die klager al voorafgaand aan de behandeling van de nieuwe klacht bekend waren, althans redelijkerwijs bekend konden zijn.

Procedurenummer 15/1641 Wtra AK
Bij de controle van de eerste jaarrekening van een investeringsmaatschappij in vastgoed moet de accountant op grond van NVCOS 315 (dat inhoudt dat de accountant voldoende kennis van de entiteit moet vergaren) ook acht slaan op de inhoud van het voor de oprichting uitgegeven prospectus, omdat de accountant bij deze controle niet kan steunen op informatie verkregen bij eerdere controlewerkzaamheden. Betrokkene had gelet op het inzichtvereiste, erop moeten toezien dat in de jaarrekening expliciet was vermeld dat de aandelen in de vennootschappen waarin het vastgoed werd gehouden pas in de loop van het boekjaar waren verkregen zodat de gebruikers van de jaarrekening hadden beseft dat de verantwoorde huuropbrengsten niet op een heel jaar betrekking konden hebben.

Uitspraken 21 maart 2016

Procedurenummer 15/2042 Wtra AK
Accountant heeft over een reeks van jaren bewust te lage aangiften omzetbelasting gedaan door omzet te verschuiven naar latere jaren (teneinde daarvan liquiditeitsvoordeel te genieten). Strijd met de fundamentele beginselen integriteit en professioneel gedrag. Aannemelijk is dat hij wel de intentie had de verschuldigde bedragen alsnog te betalen, zoals die blijkt uit het opnemen van een passiefpost ter zake in zijn jaarrekeningen. Betrokkene heeft de fouten vrijwillig hersteld maar pas nadat de belastingdienst een onderzoek was gestart. Definitieve doorhaling voor een jaar.

Uitspraken 18 maart 2016

Procedurenummer 15/1442 Wtra AK
Rapport met persoonsgerichte aspecten.
Oordeel in rapport dat bestuur deelgemeente in strijd met de beginselplicht tot handhaving van overtreden wettelijke voorschriften heeft gehandeld doordat besluitvorming over handhavend optreden tegen moskee of legaliseren jarenlang is uitgebleven, in verschillende opzichten ontoereikend gemotiveerd en daarom in strijd met de eisen voortvloeiend uit het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid in de VGC. Daarmee is niet gezegd dat in het rapport ten onrechte is geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat tot 2011 is afgezien van handhavend optreden.

Procedurenummer 15/1866 Wtra AK
Verstrekt overzicht van de verwerking van ontvangen betalingen op openstaande bedragen geeft voldoende inzicht. Het overzicht had eerder verstrekt moeten worden maar die traagheid is onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om de klacht gegrond te verklaren.

Uitspraken