Procedurenummer 13/2508 Wtra AK
Kantoortoetsing. In de bevindingen van de toetsers en het verweer van betrokkene wordt aanleiding gezien om op kosten van betrokkene de praktijk van betrokkene op korte termijn opnieuw te toetsen. In afwachting van de uitkomst daarvan wordt de beslissing in de tuchtzaak aangehouden.
Procedurenummer 13/1744 Wtra AK
Klachten in verband met pogingen om klanten van een directe concurrent ertoe te bewegen, over te stappen naar het kantoor van de zoon van betrokkene. Betrokkene is ingeschreven als accountant in business. Hij verricht voor de onderneming van zijn zoon onder meer aan assurance verwante opdrachten. Daardoor kwalificeerde hij ten tijde van belang als openbaar accountant. Bij benaderen klanten concurrent is gebruik gemaakt van een lijst met klanten die voor een geheel ander doel was verstrekt. Het deelnemen aan een gesprek met een klant door betrokkene is gelet hierop, in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag. Door niet te voorkomen dat het kantoor van de zoon van betrokkene gebruik maakte van de hiervoor bedoelde lijst, heeft betrokkene ook het voorschrift van artikel B1-291.2 van de VGC (voorkomen dat beleid in strijd met de VGC wordt gevoerd) overtreden. Berisping.
Procedurenummer 13/1724 Wtra AK
Accountant verricht de controle van de verantwoording van de besteding van een voor het jaar 2011 aan een stichting toegekende financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren van een fractie in de stadsdeelraad. De Verordening fractieondersteuning bepaalt dat elke fractie jaarlijks een bijdrage ontvangt. 90% daarvan wordt in januari van het betreffende jaar uitgekeerd. Het restant wordt pas uitgekeerd indien en voor zover is voldaan aan de verantwoordingsverplichting. De stadsdeelraad heeft de eindsaldi van de vergoedingen over 2010 in januari 2012 vastgesteld. Daarna wordt de resterende 10% van de vergoeding voor 2010 uitbetaald. De accountant rekent deze 10% tot de reserve van de stichting op 1 januari 2011. Over dat standpunt ontstaat een verschil van mening met de stichting. De klacht dat het standpunt van betrokkene het resultaat is van ongepaste beinvloeding door de waarnemend griffier van de stadsdeelraad is niet aannemelijk geworden. Ook de klacht dat betrokkene zich had moeten conformeren aan het andersluidende standpunt van de stichting faalt. Zijn standpunt is in overeenstemming met de toepasselijke algemene regels van financiële verslaglegging.
Procedurenummer 13/2327 Wtra AK
Kantoortoetsing met negatieve uitslag. Doorhaling voor de duur van 18 maanden.
Procedurenummer 13/2220 Wtra AK
Kantoortoetsing. Tijdsverloop tussen toetsing, eindoordeel en indienen klacht leidt, gelet op het niet voor kennelijk onaannemelijk te houden verweer van betrokkene, tot een nieuwe hertoetsing van de praktijk van betrokkene. In afwachting van de uitkomst daarvan wordt de verdere behandeling van de tuchtzaak aangehouden.
Procedurenummer 13/2221 Wtra AK
Kantoortoetsing. Tijdsverloop tussen toetsing, eindoordeel en indienen klacht leidt, gelet op het niet voor kennelijk onaannemelijk te houden verweer van betrokkene, tot een nieuwe hertoetsing van de praktijk van betrokkene. In afwachting van de uitkomst daarvan wordt de verdere behandeling van de tuchtzaak aangehouden.
Procedurenummer 13/2336 Wtra AKKlacht door de Accountantskamer tegen betrokkene gegrond verklaard met oplegging van maatregelen. Betrokkene gaat in appel, maar overlijdt hangende appel. Raadsman trekt appel “voor zover noodzakelijk” in. Het CBb verklaart daarop het dossier “gesloten”. Hierdoor wordt de uitspraak van de Accountantskamer definitief. Desalniettemin weigert de voorzitter van de Accountantskamer een last tot tenuitvoerlegging.
Procedurenummer 13/1465 Wtra AK
Accountant komt in contact met een van de aandeelhouders tevens bestuurder van een beginnende onderneming en laat in maart 2012 aan alle aandeelhouders weten dat hij bereid is diensten aan de onderneming te verlenen. Een van de andere aandeelhouders die ook bestuurder is, had eerder te kennen gegeven dat hij zijn aandelen wil overdragen. De overige aandeelhouders spreken de intentie uit dat betrokkene de voorkeur geniet boven andere partijen om een zakelijke relatie mee aan te gaan en aan wie opdrachten worden verstrekt. Betrokkene heeft daarna financieringsaanvragen ingediend bij twee banken.
Er ontstaan spanningen tussen de overblijvende aandeelhouders enige tijd later resulterend in het ontslag van de bestuurder met wie betrokkene contact had.
Betrokkene stuurt aan de onderneming een factuur voor zijn werkzaamheden. Op het verzoek om een overeenkomst te tonen waaruit blijkt dat de factuur gerechtvaardigd was, stuurt hij een opdrachtbevestiging voor het samenstellen van de jaarrekening van de onderneming die in februari 2012 is ondertekend door de bestuurder/aandeelhouder met wie betrokkene contact had. De factuur ziet in hoofdzaak op advieswerkzaamheden waarvan een deel is verricht voor de ondertekening van de opdrachtbevestiging.
De opdrachtbevestiging is gezien de statuten van de onderneming onbevoegd verstrekt. Accountant moet op grond van de fundamentele beginselen van integriteit, deskundigheid en zorgvuldigheid en professioneel gedrag voorkomen dat er misverstanden ontstaan over een aan hem verstrekte opdracht. Daarom had betrokkene er in de omstandigheden van dit geval op bedacht moeten zijn dat niet aan alle werkzaamheden die hij heeft gefactureerd een bevoegd gegeven opdracht ten grondslag lag. Klacht in zoverre gegrond. Hiermee is niet gezegd dat betrokkene geen aanspraak heeft op voldoening van de factuur.
In een van de door betrokkene verzorgde financieringsaanvragen is de aandelenverhouding in de onderneming onjuist vermeld. De redenen die betrokkene daarvoor aanvoert vormen onvoldoende rechtvaardiging voor deze onjuiste vermelding. Klacht ook in zoverre gegrond.
Waarschuwing.
Procedurenummer 13/1328 Wtra AKKlacht tegen accountant die ter ondersteuning van het standpunt van een partij in een echt- en boedelscheidingsprocedure rapportages uitbrengt, eerst gebaseerd op NVCOS 4400 en nadien op NVCOS 5500N. Voor zover de klacht ziet op het NVCOS 4400-rapport is dat wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Wat betreft de klacht over het NVCOS 5500N-rapport wordt vastgesteld dat de bewoordingen daarvan concluderend zijn en beogen het vertrouwen van in dit geval de civiele rechter te versterken in de uitkomst / de juistheid van de inhoud waarover werd gerapporteerd. Al om die reden was NVCOS 5500N niet de geëigende standaard bij een rapportering als werd beoogd. In dat rapport is daarnaast slechts het partijstandpunt weergegeven, waardoor betrokkene onvoldoende objectiviteit heeft betracht. Dit geldt evenzeer voor de nadien door betrokkene opgestelde brief, waarin betrokkene een reactie geeft op door klager ingebrachte rapport. Gelet op de concluderende inhoud had betrokkene beter kunnen aansluiten bij NVCOS 3000. Na beoordeling blijkt dat de getrokken conclusies geen deugdelijke grondslag hebben; achteraf bezien had betrokkene dit kunnen voorkomen indien hij toepassing had gegeven aan hoor of wederhoor. Volgt gegrondverklaring van de ontvankelijke klachtonderdelen en oplegging van de maatregel van waarschuwing.
Procedurenummer 13/1343 Wtra AK
De eisen van een goede tuchtprocesorde brengen met zich dat een klager zoveel mogelijk zijn klachten tegen een betrokken accountant tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maakt, althans dat klager voorafgaand aan de mondelinge behandeling van een eerder ingediende klacht zijn overige klachten over hem bekend zijnd handelen of nalaten van de betrokken accountant heeft ingediend, in welk laatste geval het aan de Accountantskamer is om de nieuwe klacht(en) al dan niet te voegen met de reeds ingediende klacht.
Zulks geldt temeer, indien, zoals in het onderhavige geval, alle klachten hun grondslag vinden in hetzelfde feitencomplex.
Procedurenummer 13/1725 Wtra AK
Na wisseling in aandeelhouder/bestuurder van onderneming zet betrokkene zijn werkzaamheden voort, zowel voor die onderneming als voor de voormalige aandeelhouder/bestuurder terwijl de nieuwe en de voormalige aandeelhouder nog dienen af te rekenen op basis van de door betrokkene samen te stellen overdrachtsbalans. Betrokkene heeft echter nagelaten in dat verband toepassing te geven aan het conceptueel raamwerk, in het bijzonder vanwege de evidente bedreigingen voor zijn geheimhoudingsplicht en zijn objectiviteit. Betrokkene heeft voorts onduidelijkheid laten bestaan over wie zijn opdrachtgever was, over de opdrachtvoorwaarden en de verdeling van de werkzaamheden, daarmee randnummer van NVCOS 4410 schendend. Betrokkene heeft voorts nagelaten bij de leiding van de entiteit een bevestiging te vragen, daarmee randnummer 17 van NVCOS 4410 schendend. Betrokkene heeft daarnaast nagelaten een onderzoek in te stellen naar de stukken betreffende de onderneming die hij van de voormalig aandeelhouder/bestuurder heeft ontvangen, terwijl in de aard van de informatie gerede aanwijzingen lagen dat niet verrichte prestaties al waren verwerkt in de materiële post ‘nog te factureren omzet’. Een en ander leidt tot de conclusie dat de oordeelsvorming van de betrokkene daadwerkelijk aangetast is geweest, terwijl tevens daarvan het gevolg dat zijn samenstellingsverklaring een deugdelijke grondslag mist. Tot slot wordt geconcludeerd dat betrokkene bij de incasso van zijn facturen disproportioneel heeft gehandeld en vertrouwelijke informatie van de onderneming heeft gebruikt om zichzelf te bevoordelen. Volgt de maatregel van berisping.
Procedurenummer 13/1780 Wtra AKAccountants als bestuurder betrokken bij een stichting die de belangen behartigt van obligatiehouders m.b.t. een vastgoedproject. Onvoldoende zorgvuldigheid betracht door er niet op toe te zien dat een passage in de interne klachtenregeling, waaruit op valt te maken dat de obligatiehouders de mogelijkheid hadden een klacht bij KiFid in te dienen terwijl dit niet juist is, werd verwijderd.
Procedurenummer 13/1438 en 13/1439 Wtra AK
Tekortschietende vrijwillige controle. Onvoldoende controlemaatregelen inzake waardering/afschrijving van de voorraad; ten onrechte geen zelfstandig oordeel gevormd over (in)courantheid van de voorraden.
Procedurenummer 13/1326 en 13/1327 Wtra AK
Aandeelhouder en voormalig bestuurder van onderneming dient klacht in over betrokkenen en hun rol bij het samenstellen van de jaarrekening van de onderneming. Anders dan betrokkenen menen, is de in de VGC neergelegde verplichting tot geheimhouding niet absoluut. Voorop staat dat zij onderworpen zijn aan tuchtrechtspraak en daardoor gehouden zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek naar de gegrondheid van de hen betreffende klacht. Bovendien is in artikel A-140 VGC voorzien in een uitzondering op de verplichting tot geheimhouding, onder meer betreffende bekendmaking aan bij wet ingestelde tuchtorganen. Hoever de gehoudenheid strekt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij het aan de aangesproken accountant is om voldoende feiten en omstandigheden te stellen en aannemelijk te maken die een beroep op de geheimhoudingsverplichting kunnen dragen. In dit geval wordt geoordeeld het met bedoeld beroep nalaten van het voeren van verweer en het niet meewerken aan het onderzoek door de tuchtrechter niet gerechtvaardigd is. Uit overwegingen van een goede tuchtrechtspraak worden in dit geval betrokkenen alsnog in de gelegenheid gesteld om hun verweer aan te vullen.
Procedurenummer 13/1846 Wtra AK
Klacht over door betrokkene gecontroleerde inbrengverklaring ex artikel 2:204a lid 2 BW. Voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene zijn onderzoek heeft verricht conform de ‘best practice rules’ als neergelegd in de Praktijkhandreiking 1101 en de Leidraad 7, en de regelgeving als neergelegd in NVCOS 3000. In wat klager heeft aangevoerd, ligt onvoldoende grond voor een conclusie dat betrokkene de gebruikte cijfers in enigerlei mate voor onjuist moest houden. Volgt ongegrondverklaring.
Procedurenummer 13/1475 Wtra AK
Tekort PE-punten geconstateerd tijdens kantoortoetsing AA.
Procedurenummer 13/965 Wtra AK
Klacht over m.n. te hoge waardering van voorraden in de door betrokkene gecontroleerde jaarrekeningen. Het merendeel van de klacht is vanwege de toerekening van de kennis en wetenschap van de statutair bestuurder aan alle klagers door overschrijding van de zes- dan wel driejaarstermijn van artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. De resterende wel ontvankelijke klachtonderdelen zijn ongegrond.
Procedurenummer 13/13/1507 Wtra AK
Tekort PE-punten geconstateerd tijdens kantoortoetsing AA.
Procedurenummer 13/1043 Wrtra AK
Tuchtrechtelijke klacht na succesvolle klacht bij klachtencommissie NIVRA-NOvAA. Tuchtrechtelijke klacht is deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn, deels gegrond en deels ongegrond. Het gegronde deel van de klacht ziet op het niet verwerken van een bankrekening in de jaarrekening en het verwerken van onjuiste saldi van twee andere bankrekeningen, wat leidt tot de conclusie dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. In de omstandigheden ligt onvoldoende grond voor het opleggen van een maatregel.
Procedurenummer 13/1068 Wtra AK
Klaagster mocht aan de mailwisseling met betrokkene de verwachting ontlenen dat hij bepaalde werkzaamheden wel voor haar zou verrichten. In dit geval heeft betrokkene onvoldoende maatregelen genomen teneinde te voorkomen dat een misverstand zou ontstaan over de doelstelling en de reikwijdte van de verstrekte opdracht, over de omvang van zijn verantwoordelijkheid en anderszins over zijn rol. Dit leidt tot een schending van het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Geen aanleiding voor een maatregel doordat betrokkene nadien zorgvuldig heeft gehandeld door het tot zijn verantwoordelijkheid te rekenen om voor een oplossing zorg te dragen en nadelige financiële gevolgen voor klaagster te voorkomen.
Procedurenummer 13/1020 Wtra AK
Betrokkene is tijdelijk werkzaam geweest als openbaar accountant. Met ingang van een bepaalde datum heeft hij zich ingeschreven als accountant in business. Klaagsters stemmen in met offerte voor accountantswerkzaamheden (uitgebracht op een tijdstip waarop betrokkene nog ingeschreven stond als openbaar accountant en mede door hem ondertekend) van onderneming met welke betrokkene zegt geen enkele band te hebben. In reactie op de bezwaren van klaagsters tegen hoogte van declaraties worden zij door betrokkene verwezen naar een belastingadviseur die samen met betrokkene eigenaar is van een andere onderneming.
Een accountant in business die voor de helft eigenaar is van een onderneming is alleen al daarom verantwoordelijk voor door die onderneming gezonden facturen. Inhoudelijk is klacht over declaraties niet met feiten toegelicht en daarom ongegrond.
Klacht inhoudend dat betrokkene een rookgordijn heeft opgeworpen (door eerst onder een bepaalde (handels)naam werkzaamheden als openbaar accountant te verrichten en de hiervoor vermelde offerte mede te ondertekenen en door daarna vrijwel alleen werkzaamheden vanuit een derde onderneming te verrichten) is gegrond. Het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid vergt dat een accountant bij het offreren van werkzaamheden en het declareren voor verrichte werkzaamheden zorgvuldig optreedt.
De door betrokkene geschapen onduidelijkheid over zijn verantwoordelijkheid voor de verrichte werkzaamheden is in strijd met het fundamentele beginsel van professioneel gedrag voor zover dit inhoudt dat een accountant zich onthoudt van gedrag dat het accountantsberoep in diskrediet brengt,
Procedurenummer 12/2337 Wtra AK
Kantoortoetsing. Op verzoek van de Accountantskamer is na eerste mondelinge behandeling een tweede hertoetsing gehouden, omdat inmiddels er voldoende signalen waren dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing beduidend was verbeterd. De tweede hertoetsing heeft een positief resultaat. De Accountantskamer volstaat daarom met oplegging van een berisping.
Procedurenummer 13/1566 Wtra AK
Betrokkene verricht administratieve en samenstelwerkzaamheden ten behoeve van vennootschap. Kort na het beëindigen van die werkzaamheden geraakt vennootschap in faillissement. De curator stelt onder meer de statutair bestuurder met succes aansprakelijk voor het tekort in het faillissement vanwege het niet deponeren van de jaarrekeningen ex artikel 2:394 BW en het niet voldoen aan de boekhoudplicht ex artikel 2:10 BW. De door de statutair bestuurder aan betrokkene gemaakt verwijten over het niet deponeren van de jaarstukken althans het schenden van een zorgplicht en over het onvoldoende onderhouden van contact is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Anders dan klager meent, is het verjaringsregime uit het Burgerlijk Wetboek niet ook van toepassing en is de verjaringstermijn van artikel 22 Wtra niet vatbaar voor stuiting. Het verwijt dat de door betrokkene verzorgde administratie niet aan de daaraan te stellen voldeed, is ongegrond. Anders dan klager meent, heeft de civiele rechter dat niet vastgesteld, slechts dat de administratie van de vennootschap van de curator is weggehouden. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene bij de beëindiging van zijn werkzaamheden een ondermaatse administratie heeft opgeleverd.
Procedurenummer 13/1147 Wtra AK
Betrokkene sluit overeenkomst tot het verrichten van allerlei administratieve werkzaamheden voor een vennootschap. Om onduidelijk gebleven redenen staakt betrokkene de overeengekomen werkzaamheden en reageert hij niet dan wel nauwelijks op verzoeken, ook niet na een inventie door de klachtencommissie van NIVRA/NOvAA. Dit nalaten strijdt met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag; de vaag gehouden persoonlijke omstandigheden disculperen niet. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Volgt de maatregel van waarschuwing en een aanbeveling aan (Raad voor Toezicht van) de Nba om een (incidenten)onderzoek in te stellen naar (de praktijk van) betrokkene.
Procedurenummer 13/1476 Wtra AK
Kantoortoetsing AA; berisping.
Procedurenummer 13/1302 Wtra AK
Betrokkene staat twee groepen van vennootschappen bij die intensief samenwerken en onderling financieel verweven zijn, waarbij zich een en ander voorts afspeelt in een familieverhouding. Op verzoek van de bank wordt onderzocht op welke wijze de rekening-courant-verhoudingen tussen Nederlandse en de buitenlandse kunnen worden opgeschoond, in welk kader betrokkene een overzicht en uitwerking verstrekt. Daarna worden de rekening-courant-verhoudingen tussen de Nederlandse vennootschappen opgeschoond, waarbij geen rekening wordt gehouden met de rekening-courant-verhoudingen met en tussen de buitenlandse vennootschappen. Klacht over het niet betrekken van die laatste rekening-courant-verhoudingen is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Klacht over te eenzijdige behartiging van belangen en zich te veel laten leiden door de belangen van de ene groep vennootschappen gegrond. Van betrokkene had mogen worden verwacht, dat hij gezien de evidente risico’s verbonden aan het deels opschonen en de voor klaagsters op het spel staande belangen, klaagster had gewezen dat en welke risico’s (mogelijk) waren verbonden aan het slechts deel opschonen van de rekening-courant-verhoudingen. Voorts heeft betrokkene door het door zowel klaagsters als de andere groep van vennootschappen gestarte voorlopig getuigenverhoor alleen voor te bespreken met de andere groep van vennootschappen en niet ook met klaagsters en haar daarvan onkundig te houden onvoldoende de van hem te vergen distantie betracht. Betrokkene heeft door een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit en van deskundigheid en zorgvuldigheid niet nageleefd. De overige klachtonderdelen, onder meer betreffende het onder ede niet vertellen van de waarheid, zijn ongegrond bevonden. Volgt maatregel van waarschuwing.
Procedurenummer 13/935 Wtra AK
Aan beoordeling of de betrokken accountant op enige wijze medewerking heeft verleend aan (mogelijke) valsheid in geschrifte c.q. paulianeus handelen komt de Accountantskamer niet toe, omdat de het klachtrecht v.w.b. deze klager daartoe verjaard is. De Accountantskamer geeft de Nba (Raad voor Toezicht) de aanbeveling een incidentenonderzoek te starten.
Procedurenummer 12/2337 Wtra AK
Kantoortoetsing. Op verzoek van de Accountantskamer is na eerste mondelinge behandeling een tweede hertoetsing gehouden, omdat inmiddels er voldoende signalen waren dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing beduidend was verbeterd. De tweede hertoetsing heeft een positief resultaat. De Accountantskamer volstaat daarom met oplegging van een berisping.
Procedurenummer 13/935 Wtra AK
Aan beoordeling of de betrokken accountant op enige wijze medewerking heeft verleend aan (mogelijke) valsheid in geschrifte c.q. paulianeus handelen komt de Accountantskamer niet toe, omdat de het klachtrecht v.w.b. deze klager daartoe verjaard is. De Accountantskamer geeft de Nba (Raad voor Toezicht) de aanbeveling een incidentenonderzoek te starten.
Procedurenummer 13/1302 Wtra AK
Betrokkene staat twee groepen van vennootschappen bij die intensief samenwerken en onderling financieel verweven zijn, waarbij zich een en ander voorts afspeelt in een familieverhouding. Op verzoek van de bank wordt onderzocht op welke wijze de rekening-courant-verhoudingen tussen Nederlandse en de buitenlandse kunnen worden opgeschoond, in welk kader betrokkene een overzicht en uitwerking verstrekt. Daarna worden de rekening-courant-verhoudingen tussen de Nederlandse vennootschappen opgeschoond, waarbij geen rekening wordt gehouden met de rekening-courant-verhoudingen met en tussen de buitenlandse vennootschappen. Klacht over het niet betrekken van die laatste rekening-courant-verhoudingen is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Klacht over te eenzijdige behartiging van belangen en zich te veel laten leiden door de belangen van de ene groep vennootschappen gegrond. Van betrokkene had mogen worden verwacht, dat hij gezien de evidente risico’s verbonden aan het deels opschonen en de voor klaagsters op het spel staande belangen, klaagster had gewezen dat en welke risico’s (mogelijk) waren verbonden aan het slechts deel opschonen van de rekening-courant-verhoudingen. Voorts heeft betrokkene door het door zowel klaagsters als de andere groep van vennootschappen gestarte voorlopig getuigenverhoor alleen voor te bespreken met de andere groep van vennootschappen en niet ook met klaagsters en haar daarvan onkundig te houden onvoldoende de van hem te vergen distantie betracht. Betrokkene heeft door een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit en van deskundigheid en zorgvuldigheid niet nageleefd. De overige klachtonderdelen, onder meer betreffende het onder ede niet vertellen van de waarheid, zijn ongegrond bevonden. Volgt maatregel van waarschuwing.
Procedurenummer 13/1476 Wtra AK
Kantoortoetsing AA; berisping.
Procedurenummer 13/1147 Wtra AK
Betrokkene sluit overeenkomst tot het verrichten van allerlei administratieve werkzaamheden voor een vennootschap. Om onduidelijk gebleven redenen staakt betrokkene de overeengekomen werkzaamheden en reageert hij niet dan wel nauwelijks op verzoeken, ook niet na een inventie door de klachtencommissie van NIVRA/NOvAA. Dit nalaten strijdt met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag; de vaag gehouden persoonlijke omstandigheden disculperen niet. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Volgt de maatregel van waarschuwing en een aanbeveling aan (Raad voor Toezicht van) de Nba om een (incidenten)onderzoek in te stellen naar (de praktijk van) betrokkene.
Procedurenummer 13/1566 Wtra AK
Betrokkene verricht administratieve en samenstelwerkzaamheden ten behoeve van vennootschap. Kort na het beëindigen van die werkzaamheden geraakt vennootschap in faillissement. De curator stelt onder meer de statutair bestuurder met succes aansprakelijk voor het tekort in het faillissement vanwege het niet deponeren van de jaarrekeningen ex artikel 2:394 BW en het niet voldoen aan de boekhoudplicht ex artikel 2:10 BW. De door de statutair bestuurder aan betrokkene gemaakt verwijten over het niet deponeren van de jaarstukken althans het schenden van een zorgplicht en over het onvoldoende onderhouden van contact is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Anders dan klager meent, is het verjaringsregime uit het Burgerlijk Wetboek niet ook van toepassing en is de verjaringstermijn van artikel 22 Wtra niet vatbaar voor stuiting. Het verwijt dat de door betrokkene verzorgde administratie niet aan de daaraan te stellen voldeed, is ongegrond. Anders dan klager meent, heeft de civiele rechter dat niet vastgesteld, slechts dat de administratie van de vennootschap van de curator is weggehouden. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene bij de beëindiging van zijn werkzaamheden een ondermaatse administratie heeft opgeleverd.
Procedurenummer 13/1085 en 13/1146 Wtra AK
Accountants van ex-echtgenoten en van de vennootschap waarvan zij bestuurders en aandeelhouders zijn, wordt hangende procedure over verdeling boedel, door advocaat van de klaagster verzocht om zich terug te trekken als accountants/adviseurs van de vennootschap stellend dat uit omstandigheden blijkt dat zij alleen het belang van de andere echtgenoot behartigen. Accountants leggen dit verzoek naast zich neer. Het verwijt is volgens hen niet terecht. Er is ooit afgesproken dat zij alle te nemen financiële beslissingen vanuit verschillende gezichtspunten met voor- en nadelen aan partijen zullen voorleggen. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. Zij stellen dat zij het belang van de vennootschap en van de ex-echtgenoot van klaagster dienen. Met deze reactie geven de accountants ervan blijk dat zij onvoldoende beseffen dat de belangen van klaagster en haar ex-echtgenoot binnen de vennootschap minst genomen niet geheel parallel liepen. Aldus hebben zij bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis voor hun objectiviteit niet waargenomen laat staan daartegen waarborgen getroffen.
Accountants hebben ook op verzoek ex-echtgenoot voorlopige cijfers vennootschap over 2012 samengesteld en die toegelicht in een brief. Accountants wisten dat die cijfers en die brief door de ex-echtgenoot zouden worden ingebracht in een gerechtelijke procedure tegen klaagster. In een dergelijke situatie moet de accountant ervoor waken dat zijn rapportage de waarheidsvinding niet belemmert door die te eenzijdig toe te spitsen op het belang van de opdrachtgever. Dat is door de betrokken accountants in dit geval niet gewaarborgd doordat in de brief op nauwelijks in het oog springende wijze wordt vermeld dat de jaarcijfers over 2011 nog moeten worden vastgesteld. Ook voldoet de brief niet aan de eisen die daarvoor op grond van de NVCOS gelden (vaststelling overeengekomen werkzaamheden en opdrachtvoorwaarden en over de uitkomst van de werkzaamheden).
Verder is aannemelijk geworden dat het kantoor van de betrokken accountants werkzaamheden verricht voor ex-echtgenoot in privé dan wel voor diens nieuwe partner, ten onrechte bij de vennootschap gedeclareerd. Dat levert een schending op van het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
Berisping.
Procedurenummer 13/1239 Wtra AK
Categorische weigering om aan PE-verplichting te voldoen leidt, mede gelet op de recidive aangaande de driejaarscyclus 2007-2009 en het jaar 2010, tot het oordeel dat geen andere maatregel dan doorhaling in het register passend en geboden is.
Procedurenummer 13/719 Wtra AK
Betrokkene wordt door civiele rechter benoemd tot deskundige ter voorlichting over de vraag welk bedrag ingevolge de huwelijkse voorwaarden verrekend dient te worden tussen de partijen in die boedelscheidingsprocedure. Het door betrokkene aan de civiele rechter uitgebrachte rapport leidt tot een klacht, bestaande uit 73 onderdelen. Het handelen en/of nalaten van betrokkene dient te bezien te worden tegen de achtergrond van de fundamentele beginselen nu geen specifiek nader voorschrift of specifieke standaard van toepassing is. Daarbij moet worden aangetekend dat, gelet op de specifieke kader waarbinnen betrokkene zijn opdracht vervult, de civiele rechter geacht moet worden leidend te zijn bij de processuele aspecten omtrent (de totstandkoming van) het deskundigenbericht, dat de waardering van het deskundigenbericht aan de civiele rechter moet worden overgelaten en dat de tuchtrechter dienaangaande geen rol heeft. Dit is slechts anders onder bijzondere omstandigheden. Een dergelijke beperking in rol geldt niet voor de materiële inhoud van het deskundigenbericht, de deugdelijke grondslag daarvan daaronder begrepen.
Tegen de achtergrond van die maatstaf, het gegeven dat klager niet heeft gereageerd op het laatste conceptrapport en evenmin heeft gereageerd op het definitieve rapport in de civiele procedure falen alle klachtonderdelen over de inhoud van het deskundigenbericht. Ook de overige klachtonderdelen die onder andere zien op een verstrengeling van belangen met de raadsheer-commissaris, de kwalificaties van betrokkene, het niet beproeven van een mediation of minnelijke regeling en een eenzijdige en partijdige communicatie stranden.
Procedurenummer 13/1057 Wtra AK
Nieuwe directeur van vennootschap stelt aan voormalige accountant van de vennootschap een aantal vragen, waarna deze accountant in de visie van die directeur te traag en onvoldoende antwoord geeft en zich ten onrechte verschuilt achter zijn geheimhoudingsplicht. Uit de vraagstelling behoefde de accountant echter niet te begrijpen dat ‘slechts’ om voorafgaande journaalposten en kolommenbalansen werd gevraagd nu die vraagstelling veeleer wees op een nadere opdracht tot het analyseren en zoveel mogelijk verklaren van de door de vennootschap aangedragen verschillen in de rekening-courant tussen de vennootschap en haar voormalige directeur. Dat betrokkene zo’n opdracht niet kon of wilde aanvaarden is te billijken, gelet op de mogelijke implicaties voor die voormalige directeur, die nog cliënt van betrokkene was, en de daardoor ontstane bedreiging voor een juiste naleving door betrokkene van de fundamentele beginselen uit de VGC. Volgt ongegrondverklaring.
Procedurenummer 13/1223 Wtra AK
Medewerkers kantoor betrokkene hebben op verzoek cliënt geldleningsovereenkomst tussen klaagster enerzijds en dochter directeur/eigenaar klaagster en haar toenmalige partner anderzijds opgesteld.
Volgens klaagster en haar directeur/eigenaar (klager) bevat de overeenkomst een tweetal fouten.
Voor zover is beoogd daarover te klagen is de klacht niet ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
De klacht dat betrokkene (één van de eigenaren van het kantoor) weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de hiervoor bedoelde fouten faalt want er doet zich geen bijzondere omstandigheid voor die maakt dat het door betrokkene ingenomen civielrechtelijke standpunt over die fouten tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
Klacht dat het bekend maken van stukken (eerdere geldleningsovereenkomsten met een vergelijkbaar geredigeerde bepaling) aan de verzekeraar van het kantoor van betrokkene en aan de advocaat van klaagster in een civiele procedure levert geen schending op van de op betrokkene rustende geheimhoudingsplicht.
Procedurenummer 13/1145 Wtra AK
Kantoortoetsing. Niet voldoen aan PE-verplichting, aan verplichting omtrent beroepsaansprakelijkheidsverzekering en aan de verplichting omtrent het beschikken over een adequaat intern stelsel van kwaliteitsbeheersing. Gelet op de aard, omvang en duur van de normschendingen kan niet worden volstaan met een andere maatregel dan die van doorhaling in het register, waarbij de termijn voor niet-inschrijving wordt bepaald op 18 maanden.
Procedurenummer 12/2785 Wtra AK
Bij de tuchtrechtelijke beoordeling van het optreden van een accountant die is benoemd als executeur (en zijn werkzaamheden als accountant van de erflater en diens ondernemingen heeft overgedragen aan een accountant van een andere vestiging van zijn kantoor) moet ook acht worden geslagen op de wettelijke regeling van de executeur en op wat in het testament van de erflater over de executeur is bepaald. De toetsing door de Accountantskamer van dit optreden houdt in dat de accountant slechts op dit optreden kan worden aangesproken als hij daarbij zodanig in strijd met de van hem te verlangen zorgvuldigheid heeft gehandeld dat daardoor aan de orde is een schending van het bij of krachtens de Wet AA bepaalde.Betrokkene had als executeur aan zijn kantoor geen opdracht mogen verstrekken tot het verrichten van een deel van de werkzaamheden als executeur omdat hij daarover niet eerst in overleg is getreden met de erfgenamen. Door niet in overleg te treden over deze opdracht kon onduidelijkheid ontstaan over de grondslag voor de honorering voor de werkzaamheden, aangezien voor het werk van een executeur een andere (wettelijke) maatstaf kan gelden als voor andere werkzaamheden. Klacht in zoverre gegrond verklaard.
Klacht dat betrokkene als executeur en vertegenwoordiger van de erfgenamen geen controle heeft uitgeoefend op de verkoop van de activa van een holding (waarvan de helft van de aandelen in de nalatenschap vallen) door de bestuurder van die holding ongegrond verklaard. Gesteld noch gebleken is dat het deze bestuurder op grond van de statuten van de holding niet vrijstond om zonder instemming van de aandeelhouders tot die verkoop over te gaan
Klacht dat betrokkene als executeur en vertegenwoordiger van de erfgenamen niet had mogen instemmen met het verlenen van decharge aan diezelfde bestuurder omdat de jaarrekening van de holding nog niet was vastgesteld eveneens ongegrond. Een besluit tot decharge staat los van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening en niet is betwist dat betrokkene kennis droeg van de conceptjaarrekening van de holding.
Procedurenummer 13/347 Wtra AK
Klacht dat betrokkene voor werkzaamheden die door hem of zijn collega zijn verricht declaraties heeft verzonden, terwijl het grootste deel van de werkzaamheden niet is verricht, ongegrond verklaard. Betrokkene heeft registratie overgelegd van uren en werkzaamheden en klager heeft daarop niet gereageerd. Voor zover geklaagd wordt over staken werkzaamheden oordeelt de Accountantskamer dat betrokkene daartoe na afweging van de belangen in redelijkheid had kunnen komen.
Procedurenummer 12/2807 Wtra AK
Klacht over “ontleend aan- verklaring “ bij opgave entiteit van het resultaat van dochtervennootschap over een bepaald jaar zoals dat bleek uit de jaarrekening van de dochtervennootschap (waarbij een goedkeurende verklaring was afgegeven), die waren overgelegd in geding bij gerechtshof over berekening aanspraak op bonus voormalig directeur dochtervennootschap, ongegrond verklaard. Betrokkene had volgens klager moeten uiteenzetten dat en in hoeverre deze jaarrekening afwijkt van de hem bekende interne jaarrekening van de dochtervennootschap, Er bestaan geen specifieke voorschriften met betrekking tot de inhoud en de wijze van totstandkoming van een “ontleend aan-verklaring” waaruit de verplichting voortvloeit die klager op het oog heeft. Ook de fundamentele beginselen in de VGC nopen daartoe niet. Een eis zoals klager die bepleit strookt niet met beperkte reikwijdte van de “ontleend aan-verklaring” en de daaraan ten grondslag liggende controlewerkzaamheden en zou neerkomen op een onderzoek gelijk aan het onderzoek dat ten grondslag lag aan de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening. De omstandigheid dat de “ontleend-aan-verklaring” is overgelegd in de procedure bij het gerechtshof, is geen grond om anders te oordelen omdat niet is gebleken dat betrokkene voordat hij de “ontleend aan-verklaring” afgaf kennis droeg van gegevens die twijfel opriepen aan de juistheid van de opgave van de entiteit van het resultaat, zodat niet gezegd kan worden dat betrokkene met de “ontleend aan-verklaring” de objectieve waarheidsvinding door het gerechtshof heeft belemmerd.
Procedurenummer 13/702 Wtra AK
Klachten over mogelijke belangenverstrengeling van betrokkene en zijn rol bij de mogelijke overdracht van de aandelen van klaagster aan de andere aandeelhouder wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn verjaard. Ongegrond is verwijt dat betrokkene zich had moeten terugtrekken toen de situatie tussen klaagster en de medeaandeelhouder escaleerde omdat klaagster door eigen adviseurs werd bijgestaan. Evenmin is gegrond het verwijt dat betrokkene uit eigener beweging werkzaamheden heeft verricht en computerapplicaties heeft geleverd.
Procedurenummer 13/1008 Wtra AK
Een ieder kan een klacht indienen tegen een accountant zodat gepasseerd wordt het verweer dat een klager geen belang heeft bij een klacht. De omstandigheid dat de accountant na een civiel vonnis zijn werkzaamheden heeft verricht, maakt hem niet tot een gerechtelijk deskundige. Vast wordt gesteld dat betrokkene met zijn rapportage, waarvan hij wist dat deze door zijn opdrachtgever in diverse gerechtelijke procedures zou worden gebruikt, onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Daarvoor is redengevend dat de opdrachtformulering in de rapportage verwarring wekkend is, dat niet blijkt dat betrokkene onder ogen heeft gezien in hoeverre sprake was van een (rechts)persoonsgericht onderzoek, dat niet valt in te zien dat betrokkene over specifieke zendingen van schoenen ook ‘tussentijdse’ of deelrapportages kon uitbrengen nu dat leidt tot fragmentarische rapportages waardoor de civiele rechter werd bemoeilijkt in zijn oordeelsvorming en dat de gebruikte bewoordingen en waarschijnlijkheidsgradaties weldegelijk als concluderend en in aanmerkelijke mate als zekerheid biedend moeten worden aangemerkt, waarvoor een deugdelijke grondslag dient te bestaan en het rapport daardoor ten onrechte is aangesloten bij NVCOS 4400. Dat de rapportages van betrokkene geen deugdelijke grondslag hebben, is echter niet aannemelijk geworden. Het falen van betrokkene leidt tot de conclusie dat de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag zijn overtreden. Volgt de maatregel van waarschuwing.
Procedurenummer 13/852 Wtra AK
Klachten over uitkomsten hertoetsing (op grond van de VPPT) kantoor betrokkene. Eindoordeel eerdere toetsing kon met bestuursrechtelijke rechtsmiddelen aangevochten worden. Klager heeft dat niet gedaan en kan daarom niet opkomen tegen de uitkomsten van de hertoetsing met de klacht dat de hertoetsing onrechtmatig is omdat de toetsing niet conform de geldende wet- en regelgeving heeft plaatsgevonden. Bij de hertoetsing zijn tekortkomingen geconstateerd in de acceptatie en continuering van de opdrachten (assurance en aan assurance verwant) en in de uitvoering en documentatie van de werkzaamheden. Zo bevindt zich in een dossier een opdrachtbevestiging die dateert van na de datum van een uitgebracht onderzoeksrapport. De opdrachtbevestiging houdt geen vastleggingen in over de verantwoordelijkheid van de cliënt en ook niet over het overeengekomen verspreidingsgebied. In het dossier (en in een ander dossier) ontbreken ook vastleggingen over het onderzoek naar de integriteit van de cliënt en naar het waarborgen van zijn deskundigheid en objectiviteit. In het dossier van een bijzondere controleopdracht is over de uitvoering van de werkzaamheden onvoldoende opgenomen. Er is geen inschatting gemaakt van het bestaan van risico’s van afwijkingen van materieel belang. Er blijkt niet dat adequate, gegevensgerichte controles zijn opgezet en uitgevoerd op (geselecteerde) posten en dat cijferanalyses zijn opgezet of een evaluatie heeft plaatsgevonden van de uitkomsten van dergelijke analyses. Er is ook vastlegging aangetroffen van controle-informatie met betrekking tot de continuïteit van de onderneming. In het dossier van een samenstellingsopdracht zijn geen werkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de post voorraad hoewel die post al jaren constant is. Ondanks een opmerking dat het vermoeden bestaat dat de voorraad is afgenomen is de post onveranderd in de jaarrekening opgenomen. Niet blijkt verder dat zichtbaar aandacht is geschonken aan gebeurtenissen na balansdatum in de jaarrekening over 2010 die in juli 2012 is uitgebracht. Gezien de aarde en omvang van de geconstateerde tekortkomingen moet worden geoordeeld dat de praktijk van betrokkene niet beschikte over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de geldende normen als bedoeld in de VPPT. Dat levert een overtreding op van de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Doorhaling van de inschrijving voor een periode van twee jaar is passend en geboden. Vrijwillige uitschrijving staat niet in de weg aan het opleggen van een maatregel.
Procedurenummer 13/471 Wtra AK
Vergeefse klacht over het door de accountant beëindigen van de opdrachtrelatie, nu de opdrachtgever vanwege de openstaande declaraties en het daardoor opschorten van verdere werkzaamheden door de accountant er alleszins rekening mee moest houden dat de opdracht zou worden teruggegeven. Geen blijk van een onjuiste afweging door de accountant van de op het spel staande belangen. De accountant behoefde de opvolgend accountant niet van informatie te voorzien nu pas om informatie werd verzocht nadat de opvolgend accountant de opdracht van opdrachtgever al had aanvaard. Tot slot is niet aannemelijk geworden dat de accountant omtrent de door hem afgegeven samenstellingsverklaring de verslaggevingsregels niet heeft nageleefd.
Procedurenummers 13/179 en 13/180 Wtra AK
Toepassing van randnummer 14 NVCOS 4410; alvorens samenstellingsverklaring af te geven had de accountant de leiding van de entiteit om aanvullende informatie moeten verzoeken.
Procedurenummer 12/2444, 12/2570, 12/2571 en 12/2572 Wtra AK
Opdracht aan kantoor accountant (AA) behelst onder meer samenstellen jaarrekeningen en verzorgen administratie van een aantal met elkaar verknoopte vennootschappen. Klacht dat niet is gewezen op de termijn voor het deponeren van jaarstukken bij de KvK is ongegrond want het deponeren hoorde niet tot de uit te voeren werkzaamheden, ook niet impliciet. Klacht dat op basis van verleende machtiging tot automatische incasso vanwege betalingsachterstand hogere bedragen dan de afgesproken € 1.000,– per maand zijn geïncasseerd en wel op basis van niet betwiste mondelinge afspraak dat voor latere declaraties eveneens gebruik gemaakt mocht worden van afgegeven machtiging, gegrond verklaard want deze mondelinge afspraak had schriftelijk vastgelegd moeten worden. Klacht dat accountant ten behoeve van in te houden loonheffing en af te dragen omzetbelasting heeft verzuimd de opgegeven cataloguswaarde van auto van de directie van een van de vennootschappen en het opgegeven aantal kilometers voor privégebruik niet heeft gecontroleerd ongegrond. Er was opgegeven dat de auto niet voor privédoeleinden werd gebruikt. De accountant hoefde een en ander niet te controleren want er was geen reden om te constateren dat de verstrekte informatie onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend was. Overige klachten ongegrond. Gezien ondergeschikte aard gegrond verklaarde klacht geen maatregel opgelegd.
Procedurenummer 12/1611 Wtra AK
Onvolldoende professioneel kritische toets van de waardering van activa bij een inbrengverklaring.
Procedurenummers 12/3 tot en met 12/9 Wtra AK
Rapport van feitelijke bevindingen bevat vergaande conclusies ten nadele van een (rechts)persoon; de conclusies hebben bovendien het karakter van de uitkomsten van een persoonsgericht onderzoek; daarvoor is standaard NVCOS 4400 ongeschikt. Onvoldoende deugdelijke grondslag; alleen uitgegaan van door de client aangereikte stukken; horen van de te onderzoeken (rechts)persoon was echter zonder meer noodzakelijk. Onvoldoende bewust van relevante bedreigingen door onvoldoende door te vragen bij de fiscalist/maat van de eigen maatschap (en de relatiebeheerder van de client), en diens medewerker/jurist, naar de achtergrond van het verzoek tot uitvoering van de opdracht en de aard van de bijstand die de fiscalist/maat en diens medewerker aan de client gaven; deze collegae stonden de client in juridsiche procedures bij, hetgeen betrokkenen t.t.v. de uitvoering van de opdracht verklaren niet geweten te hebben. Daardoor ook onvoldoende zorg uitgeoefend (waarborgen genomen) zodanig dat deze collegae, dus binnen de eigen organisatie, niet in strijd zouden handelen met de in het rapport opgenomen mededeling dat zonder toestemming van de opstellers de rapportage niet aan derden vestrekt mocht worden; deze collegae hebben echter de rapportage in verschillende procedures doen overleggen.
Nu al aan enige accountant binnen de accountantspraktijk ter zake een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken en de fiscalist via eigen tuchtrecht kan worden aangesproken, is er in casu geen grond de bestuurder en eindverantwoordelijke binnen deze accountantspraktijk er mede tuchtrechtelijk voor verantwoordelijk te houden dat de fiscalist/maat en zijn medewerker in weerwil van het embargo, en in strijd met normen ontleend aan het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep en de fundamentele beginselen, de rapportage toch aan derden hebben verstrekt.
Nu het rapport toch was verspreid hebben betrokkenen ten onrechte nagelaten, na ontvangst van informatie van de onderzochte rechtspersoon, het rapport aan te vullen, te wijzigen of te laten intrekken.
Procedurenummers 12/1956 en 12/1958 Wtra AK
Subsidieverklaring. Onvoldoende onderzoek naar de eisen die de gebruikers aan de accountantsverklaring stellen. Onvoldoende professioneelkritische instelling bij de uitvoering van de opdracht.Onvoldoende controlemiddelen ingezet. Hogere maatregelmaat i.v.m. recidive.
Procedurenummer 13/210 Wtra AK
Klacht houdt in dat betrokkene klager heeft bewogen in te stemmen met omzetting van het bedrag dat de vennootschappen van klager schuldig zijn aan het kantoor van betrokkene voor door (het kantoor van) betrokkene verrichte accountantswerkzaamheden, in een geldlening aan klager in privé. Een van deze vennootschappen (de grootste schuldenaar) was enkele maanden daarvoor failliet verklaard. De accountant heeft het bedrag van de lening opgeeist nadat was gebleken dat klager zich tot een andere dienstverlener had gewend. Na beslaglegging op een onroerende zaak van klager en het uitbrengen van een dagvaarding heeft klager na onderhandelingen een (lager) bedrag betaald aan het kantoor van betrokkene. Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer staat het een accountant vrij rechtsmaatregelen te treffen jegens een betalende cliënt, tenzij gezegd moet worden dat de accountant daartoe, na afweging van de betrokken belangen, niet had mogen overgaan. Het handelen van betrokkene kan de toets aan deze maatstaf doorstaan. De omstandigheid dat de grootste schuldenaar al enige tijd failliet was, is geen reden om anders te oordelen. Daarbij is meegewogen dat klager in het overleg over (de voorwaarden van de) geldlening werd bijgestaan door een financieel adviseur. Vaste jurisprudentie van de Accountantskamer is ook dat het innemen van een civielrechtelijk standpunt (zoals dat over de opeisbaarheid van de lening) door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt oplevert, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Die zijn er in dit geval niet.
Procedurenummer 13/367 Wtra AK
Beleggingsfonds in onroerend goed mocht bij de inrichting van haar jaarrekening kiezen voor eigen grondslagen voor waardering, resultaatbepaling en presentatie en was niet gehouden te voldoen aan Titel 9 Boek 2 BW. Bij zijn jaarlijkse beoordeling of de accountant bij de controle van de jaarrekening toepassing kon geven aan NVCOS 800 dient de accountant, gelet op het bepaalde in de artikelen A-100.1 en A.110.2 VGC, niet alleen na te gaan of de gekozen wijze van verslaggeving voldoet aan de daarvoor geldende regels maar ook op die wijze van opstelling voldoende inzicht verschaft in de financiële situatie van de entiteit, gelet op het doel van de jaarrekening, de beoogde gebruikers en de aanvaardbaarheid van het gekozen stelsel van verslaggeving in de gegeven omstandigheden. In dit geval kon betrokkene, gelet op specifieke aanvullende gegevens en toelichtingen, van opvatting zijn dat het door het fonds gekozen stelsel van financiële verslaglegging aanvaardbaar was. Het verwijt dat betrokkene ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft afgegeven is daardoor ongegrond. Voorts is ongegrond het aan betrokkene gemaakte verwijt dat de jaarrekening ruimer is verspreid dan waarvoor betrokkene toestemming heeft gegeven. Betrokkene heeft na het hem bekend worden daarvan zoveel mogelijk bewerkstelligt dat dat strijdige handelen zou eindigen.
Procedurenummer 13/943 Wtra AK
Over declaraties kan alleen met succes worden geklaagd indien aan de orde is een schending van de Wet RA en/of de VGC, zoals bijvoorbeeld het bewust en te kwader trouw onjuiste of misleidende declaraties indienen of het niet nakomen van specifiek afspraken omtrent declareren. In dit geval wordt vastgesteld dat drievoudig overschrijden van de overeengekomen prijsafspraak, als het gaat om het daarover communiceren, het bieden van inzicht in de facturen en het hebben van een voldoende deugdelijke grond voor zo’n overschrijding, een schending oplevert van de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag. Voorts heeft betrokkene door een beroep te doen op een retentierecht en stukken terug te houden onaanvaardbaar en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Volgt de maatregel van berisping.
Procedurenummer 13/945 Wtra AK
Wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn is niet ontvankelijk een klacht over de onjuiste verwerking van een post in de jaarrekening en wegens overschrijding van de 6-jaarstermijn de klachten over een fout in een aangifte IB 2004 en de toepassing vanaf maart 2004 van een bepaalde rekenrente. Ongegrond zijn de verwijten dat betrokkene de onjuiste verwerking van een post niet (met voldoende voortvarendheid) heeft gecorrigeerd, dat op ontoelaatbare wijze is gedeclareerd en dat niet dan wel onvoldoende is meegewerkt aan een overdracht van de werkzaamheden aan een opvolgend accountant.
Procedurenummer 12/2451 Wtra AK
Accountant geeft in juni 2011 goedkeurende verklaring af bij jaarrekening over 2010 van twee vennootschappen die deel uitmaken van een groep. Een van deze vennootschappen (die zelf niet controleplichtig is) heeft als nagenoeg enig actief een stuk grond in de gemeente X. De bestemming van deze grond was ten tijde van de aankoop van de grond akkerbouw. In 2006 is de bestemming van de grond gewijzigd in bedrijfsdoeleinden. In de jaarrekening over dat jaar is de grond voor het eerst gewaardeerd op basis van de actuele waarde die hoger ligt dan de kostprijs. In verband met deze waardevermeerdering is in de jaarrekening over 2006 een herwaarderingsreserve gevormd. In 2008 is de grond getaxeerd door een externe taxateur.(Mede) op basis van deze taxatie is de waarde van de grond in de jaarrekening over dat jaar nog iets verhoogd, onder gelijktijdige aanpassing van de herwaarderingsreserve. In 2009 zijn de aandelen van de vennootschap waarvan de grond nagenoeg het enige actief is, tegen de nettovermogenswaarde verkocht aan een andere vennootschap die ook deel uitmaakt van de groep. De uiteindelijke aandeelhouder bleef de grootmoedervennootschap. De met de verkoop van de aandelen samenhangende schuld is gecedeerd aan de grootmoedervennootschap die op haar beurt de vordering heeft omgezet in agio, die als agioreserve is verantwoord in de jaarrekening van de kopende vennootschap. Deze laatste vennootschap is in februari 2012 op eigen aangifte failliet verklaard. Een maand later worden ook de vennootschap met de grond en de grootmoedervennootschap failliet verklaard.Klacht houdt onder meer in dat de controlerend accountant over te weinig controle-informatie beschikte ten aanzien van de waardering van de grond en ten onrechte heeft ingestemd met de beslissing om de agioreserve niet als wettelijke reserve deelneming aan te merken. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. De accountant had zich expliciet moeten afvragen of er een reële kans bestond dat het optimale ontwikkelingsscenario waarvan de externe taxateur in 2008 is uitgegaan, dat voorzag in splitsing van de grond in drie percelen en de bouw van een hal op elk van deze percelen, op afzienbare termijn werkelijkheid kon worden. Daartoe diende hij niet alleen te beschikken over de prijzen van door de gemeente X uitgegeven en uit te geven grond en acht te slaan op de verkoop en levering van vergelijkbare percelen, maar ook zicht te hebben op de feitelijke ontwikkeling van het bedrijventerrein en op het tempo waarin deze zich sedert de wijziging van de bestemming van de grond had voltrokken. Deze benadering was te meer aangewezen door het nog altijd voortduren van de kredietcrisis. De accountant ontbeerde dat zicht en daardoor was zijn oordeel over de aanvaardbaarheid van de waardebepaling van de grond ontoereikend gemotiveerd. Nu het om informatie van materieel belang ging, was er onvoldoende grondslag voor het afgeven van de goedkeurende verklaring.
Voor het inzicht dat de jaarrekening volgens artikel 2:362 lid 1 van het BW moet bieden, is het noodzakelijk dat bij elke rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep rechtspersonen, gekozen wordt voor dezelfde waarderingsgrondslagen. Gelet daarop en op het feit dat er in de jaarrekening van de grootmoeder over 2010 net als in de jaarrekeningen van de grootmoeder over de jaren daarvoor een herwaarderingsreserve was opgenomen in verband met de waardevermeerdering van de grond, had die reserve ook moeten worden opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap die de nieuwe aandeelhouder was geworden van de vennootschap die de grond als nagenoeg enig actief had. Het opnemen van een agioreserve is daarmee in strijd. Dat klemt te meer nu een agioreserve wel en een herwaarderingsreserve niet tot de vrij uitkeerbare reserves behoort en de waardevermeerdering van de grond pas feitelijk wordt gerealiseerd bij verkoop van de grond.