Procedurenummer 18/606 Wtra AK
De klacht waarin aan betrokkene onder meer wordt verweten dat hij opdrachten heeft aanvaard en uitgevoerd, niet tijdig een Wwft-melding heeft gedaan en zich niet toetsbaar heeft opgesteld, is in al haar onderdelen ongegrond.
Procedurenummers 18/1391 t/m 18/1396 Wtra AK
Klagers zijn in dienst geweest van de maatschap waarvan betrokkenen lid zijn of zijn geweest. Bij de civiele rechter wordt tussen klagers en drie van de betrokkenen een schadestaatprocedure gevoerd over de hoogte van de schade die klagers hebben geleden ten gevolge van het inbrengen van het onder de (gematigde) eindloonregeling opgebouwde pensioenkapitaal in een nieuwe pensioenregeling. In deze procedure is nog geen vonnis gewezen. Klagers verwijten betrokkenen dat zij meerdere fundamentele beginselen hebben geschonden bij de afwikkeling van de schade door onder meer geen voorschot op het vastgestelde pensioentekort vast te stellen en in de onderhandelingen geen constructief tegenvoorstel te doen. De klacht is ongegrond. Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer staat het een accountant immers in beginsel vrij om in zijn zakelijke betrekkingen, ook in rechtsgedingen, een (civielrechtelijk) standpunt in te nemen en zal slechts onder bijzondere omstandigheden een klacht over een daarin ingenomen (civielrechtelijk) standpunt slagen. Niet gebleken is van bijzondere omstandigheden.
Procedurenummer 18/724 Wtra AK
De accountant heeft de jaarrekening over 2014 van een woningcorporatie gecontroleerd. Gezien het materiële belang van de waardering van (kort gezegd) het onroerend goed en de gevolgen daarvan voor zowel de balans als het resultaat, mag niet licht worden gedacht over de noodzaak om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen voor de beoordeling van die waardering. De accountant heeft weliswaar enige stukken uit het controledossier overgelegd, maar deze zijn zeer beperkt in aantal en maken niet inzichtelijk op welke wijze hij de controle heeft aangepakt en uitgevoerd. De accountant heeft weliswaar de verwachte huuropbrengsten vergeleken met de daadwerkelijke huuropbrengsten, maar nu niet duidelijk is geworden waarop die verwachte huuropbrengsten gebaseerd zijn, kan aan de conclusie dat de daadwerkelijke opbrengsten binnen de verwachte grens liggen, geen waarde worden toegekend. Verder heeft de accountant het door klaagster aangevoerde onderscheid tussen bedrijfs-, maatschappelijk en zorg onroerend goed gebagatelliseerd en is hij niet nagegaan of dit onderscheid bestaat en of dit voor de waardebepaling van belang is. Inzake de volledigheid van de vastgoedportefeuille heeft de accountant verwezen naar een overzicht waarbij de vastgoedadministratie wordt vergeleken met de opgelegde aanslagen onroerende zaakbelasting. Daargelaten dat uit voormeld overzicht niet kan worden afgeleid wat de accountant heeft gecontroleerd, is de Accountantskamer van oordeel dat een enkele controle op totalen bij een dergelijke vastgoedportefeuille te beperkt is. Betrokkene heeft van een aantal overige in zijn verweerschrift omschreven controlewerkzaamheden geen enkele productie overgelegd, zodat de Accountantskamer deze werkzaamheden reeds op die grond niet in haar beoordeling kan betrekken. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: berisping.
Procedurenummers 17/2473, 2474, 2475 en 2476 Wtra AK
Wrakingsverzoek te laat, want na einduitspraak gedaan. Dat de kamer een voorgenomen hersteluitspraak van een kennelijke fout heeft aangekondigd, doet daar niet aan af.
Procedurenummer 18/1806 Wtra AK
Betrokkene heeft zich niet gerealiseerd dat een overeenkomst van geldlening met een cliënt, waarbij betrokkene het geld verstrekte, een bedreiging van zijn objectiviteit vormde en heeft geen waarborgen getroffen om de bedreiging van zijn objectiviteit als accountant weg te nemen dan wel om deze tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Verder is aannemelijk geworden dat betrokkene zijn cliënt heeft geadviseerd over mogelijk frauduleuze handelingen en zich aldus ongepast heeft laten beïnvloeden door de wens van zijn cliënt om met een (gefingeerde) tegenvordering de rekening-courantschuld van de cliënt aan diens C.V. te verminderen.
Schending van het conceptueel raamwerk en de fundamentele beginselen van objectiviteit, van integriteit, van professioneel gedrag en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.
Procedurenummer 18/932 Wtra AK
Klacht over handelen accountant (verduisteren gelden) bij het doen van de administratie van de ouders/de moeder van de accountant is gedeeltelijk niet-ontvankelijk omdat dit handelen voor 1 januari 2013 als privé-handelen moet worden aangemerkt. Ditzelfde handelen valt na 1 januari 2013 wel onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Klacht over handelen als executeur van de nalatenschappen ook ontvankelijk. Klachten voor zover ontvankelijk ongegrond want onvoldoende aannemelijk gemaakt.
Procedurenummer 18/2082 Wtra AK
Klacht over uitlatingen betrokkene die namens hem zijn gedaan in een civiele procedure (die uitlatingen zijn in strijd met de waarheid en in strijd met wat betrokkene in een andere zaak op een eerdere zitting van de Accountantskamer heeft verklaard). Klacht valt onder de reikwijdte van het tuchtrecht, zoals bepaald in artikel 42 van de Wab (ten aanzien van zijn beroepsuitoefening). Innemen van een standpunt in een civielrechtelijke procedure door een accountant is alleen in strijd met de fundamentele beginselen als het bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw is gebeurd of naar zijn aard moet worden beschouwd als het accountantsberoep in diskrediet brengend. Dat is hier niet aannemelijk geworden. Klacht ongegrond.
Procedurenummers 17/2473, 17/2474, 17/2475 en 17/2476 Wtra AK
Opnieuw klagen over zelfde feitencomplex als in eerdere klacht niet-ontvankelijk wegens strijd met de goede tuchtprocesorde. Klacht over onwaarheden in vorige procedure ongegrond, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkenen zich in processtukken of ter zitting bewust misleidend hebben uitgelaten, waardoor de tuchtrechter op het verkeerde been zou zijn gezet.
Procedurenummer 18/698 Wtra AK
De klacht is niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 22, eerste lid Wtra (oud).
Procedurenummer 18/805 Wtra AK
De klacht ziet op de controle door betrokkene van de jaarrekening van een stichting die onderwijs aanbiedt op ruim dertig scholen. Klager verwijt betrokkene, samengevat weergegeven, dat hij a) het jaarverslag ten onrechte heeft goedgekeurd, b) zich niet integer heeft gedragen, c) heeft geprobeerd klager te intimideren en d) in strijd heeft gehandeld met het Onderwijsaccountantprotocol. De klacht is in al haar onderdelen ongegrond.
Procedurenummer 18/1122 Wtra AK
De klacht is in al haar onderdelen niet-ontvankelijk in verband met overschrijding van de zesjaarstermijn respectievelijk driejaarstermijn als bedoeld in artikel 22, eerste lid Wtra (oud).
Procedurenummer 18/1865 Wtra AK
Opinie geschreven op verzoek advocaat van vrouw die is ingebracht in procedure over te betalen alimentatie. Opinie behelst een conclusie over de mogelijkheid om dividend uit te keren en ontbeert in vele opzichten een deugdelijke grondslag. Dat levert schending van het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid op. Verder geen voldoende waarborgen getroffen voor het naleven van het beginsel van objectiviteit (de vrouw is een vriendin van de echtgenote van de accountant). Geen enkel besef van de onjuistheid van het handelen getoond. Betrokkene hecht kennelijk ook geen enkel belang aan het naleven van de gedragsregels. Tijdelijke doorhaling voor drie maanden.
Procedurenummers 18/137 en 18/138 Wtra AK
Klacht grotendeels niet ontvankelijk wegen verstrijken van de 3-jaarstermijn. Klacht gegrond voor zover de samenstellend accountant zich niet voor het afgeven van de samenstellingsverklaring ervan verwittigd heeft dat de voorgenomen dividenduitkering krachtens art. 2:216, tweede lid BW de goedkeuring had van het bestuur van de vennootschap.
Klacht grotendeels niet ontvankelijk wegen verstrijken van de 3-jaarstermijn. Klacht gegrond voor zover de samenstellend accountant zich niet voor het afgeven van de samenstellingsverklaring ervan verwittigd heeft dat de voorgenomen dividenduitkering krachtens art. 2:216, tweede lid BW de goedkeuring had van het bestuur van de vennootschap.
Procedurenummer 18/807 Wtra AK
Betrokkene heeft een collega zonder opdracht of vergoeding (in beperkte mate) bijgestaan bij haar echtscheiding van klager. Klager verwijt betrokkene dat deze de werkzaamheden voor zijn collega niet heeft gestaakt nadat deze collega hem e-mails had toegezonden die zij zonder medeweten en toestemming uit de mailbox van klager had gekopieerd. Deze klacht is ongegrond nu betrokkene de inhoud van deze e-mails niet heeft gebruikt maar zijn collega heeft gewaarschuwd dat zij niet meer in de mailbox moest kijken en geen mails daaruit mocht doorsturen. Doordat betrokkene de mailberichten niet bij het verlenen van de professionele dienst heeft gebruikt, is immers geen bedreiging voor het zich houden aan de fundamentele beginselen ontstaan, zodat betrokkene geen maatregel als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de VGBA hoefde te nemen en vast te leggen, laat staan zijn bijstand aan zijn collega te staken.
Procedurenummers 18/1091 en 18/1092 Wtra AK
Klacht over rapport uitgebracht op verzoek curator over overname van een (later gefailleerde) onderneming. Rapport wordt gebruikt (in weerwil van verbod om het aan derden ter beschikking te stellen) in civiele procedure ter onderbouwing vordering tegen verkoper onderneming. Over inhoud en wijze van totstandkoming rapport wordt te laat geklaagd. Klacht dat betrokkenen eerdere fouten niet hebben gecorrigeerd is tijdig ingediend en gegrond. Betrokkenen hebben niet onderkend dat zij een persoonsgericht onderzoek hebben verricht. Zij hadden daarom de verkoper van de onderneming moeten horen alvorens het rapport op te stellen. Bevindingen betrokkenen in rapport berusten niet op deugdelijke grondslag. Grondslag moet uit rapport zelf blijken. In het rapport wordt omschreven welke beoordelingsmaatstaf betrokkenen hebben aangelegd bij het onderbouwen van hun bevindingen en hun conclusie. Berisping.
Procedurenummer 18/736 Wtra AK
Klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding drie- en zesjaarstermijn. Ontvankelijk deel van de klacht ziet op de aangifte inkomstenbelasting 2013. Betrokkene heeft de door klagers overlegde gegevens niet, dan wel onvoldoende geverifieerd, en heeft zich er zodoende onvoldoende van vergewist dat hij een juiste aangifte inzond. Klacht op dit punt gegrond, voor het overige ongegrond. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummer 18/668 Wtra AK
Rapport in opdracht NMa naar aanleiding van beroep klaagster op hardheidsclausule om te beoordelen of voorgenomen boete waarschijnlijk het faillissement van klaagster tot gevolg zal hebben. Op de opdracht tot een zodanig rapport is geen enkele standaard van de NVCOS van toepassing. Onder de gegeven omstandigheden mocht betrokkene het rapport opstellen zonder eerst klaagster te horen. Dat laat onverlet dat het rapport wel op een deugdelijke grondslag moet berusten. Dat is niet het geval. Een deel van de informatie waarop betrokkene zijn bevindingen heeft gebaseerd en veronderstellingen waarvan betrokkene is uitgegaan, zijn niet opgenomen in het rapport. Waarschuwing.
Procedurenummer 18/1093 Wtra AK
Klaagster verwijt betrokkene onder andere dat hij ten onrechte een goedkeurende verklaring van onwaarde heeft verklaard, dat hij rechtens onjuiste conclusies van de Onderwijsinspectie klakkeloos heeft overgenomen en dat hij er daarbij volledig aan voorbij is gegaan dat klaagster rechtshandelingen heeft verricht na advisering door betrokkene. De Accountantskamer heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard.
Procedurenummers 17/2151 en 17/2152 Wtra AK
Klacht over controle van de post goodwill (samenhangend met in- en uittreding van een of meer aandeelhouders) in de jaarrekening 2011 gegrond. In geen van de documenten uit het controledossier waarnaar betrokkene 1) ter onderbouwing van zijn verweer verwijst, is expliciet vastgelegd op grond van welke gegevens en afwegingen hij het opnemen van goodwill aanvaardbaar heeft geacht. Een document behelst alleen de blote mededeling dat de post immateriële activa geen intern gegenereerde goodwill omvat. In geen van de documenten staat wat de algemeen heersende opvatting is over de verwerking van goodwill in een context zoals die bij de entiteit, waarom die opvatting als de algemeen heersende moet worden beschouwd en evenmin waarom aan die opvatting zoveel gezag toegekend moet worden dat ze een goede reden oplevert om af te wijken van het uitgangspunt neergelegd in RJ 115.107 (bij het opstellen van de jaarrekening dient de economische realiteit van transacties te worden gevolgd). Betrokkene (1) heeft verder bij de controle van de afschrijving van de goodwill geen van de stappen voorgeschreven in NVCOS 540 uitgevoerd. Wat hij wel heeft gedaan en vastgelegd in het dossier, kan niet worden gezien als een beoordeling van de gegevens en het onderzoek naar de veronderstellingen, waarop de schatting is gebaseerd. Betrokkene 2) had de dagelijkse leiding over het controleteam en is daarom in dezelfde mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de werkzaamheden in het kader van de controle van de jaarrekening over 2011 en de vastlegging daarvan. Klacht over dividenduitkeringen gedaan in 2012 gegrond. Die uitkeringen vormden bij de controle van de jaarrekening over dat jaar, waarbij een afkeurende controleverklaring was gegeven vanwege de verwerking van goodwill voortvloeiend uit de in- en uittreding van een of meer aandeelhouders, een omstandigheid die gerede twijfel kon doen ontstaan over de juistheid van de gehanteerde continuïteitsveronderstelling. Betrokkene 2) heeft dat ten onrechte niet onderkend.
Procedurenummer 17/2574 Wtra AK
Controle van het vormen van een voorziening voor groot onderhoud van sportvelden. Betrokkene heeft onvoldoende onderzocht of voldaan was aan de voor de overdracht van het onderhoud door de gemeente noodzakelijke stappen. De vastlegging van de analyse van deze overdracht in het controledossier is incompleet en vormt geen zorgvuldige onderbouwing van de beslissing om het vormen van de voorziening en de omvang daarvan aanvaardbaar te achten. Zo is er geen aandacht besteed aan de van toepassing zijnde verslaggevingsvoorschriften, aan de wijze waarop een voorziening voor groot onderhoud zou moeten worden gevormd en aan de verplichting bij beëindiging van de overdracht het restant van de verkregen fondsen te retourneren aan de gemeente. Waarschuwing.
Procedurenummer 17/2276 Wtra AK
In het licht van zijn samenstelwerkzaamheden noopte de geconstateerde (in vergelijking met de voorgaande jaren) lage brutowinstmarge betrokkene om op grond van artikel 14 Standaard 4410 alsnog de in artikel 13 van deze Standaard bedoelde werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot marge en crediteuren. Nu betrokkene dat achterwege heeft gelaten heeft hij niet overeenkomstig Standaard 4410 en in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikelen A-100.4 sub c juncto A.130.1 van de VGC gehandeld. Bij het opleggen van de maatregel heeft de Accountantskamer meegewogen dat niet is gebleken dat betrokkene dit bewust niet heeft gedaan en dat hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummer 18/488 Wtra AK
Medewerkers van betrokkene hebben gedurende een aantal jaren voor een aantal cliënten van betrokkene op basis van facturen die door deze cliënten aangeleverd en (naar later bleek) vervalst waren, aangiften omzetbelasting opgesteld en ingediend. Betrokkene heeft signalen die rezen rond deze facturen en die vragen hadden moeten oproepen, genegeerd. Evenmin heeft hij zijn medewerkers voldoende geïnstrueerd en begeleid, waardoor zij niet in staat zijn gebleken hun werkzaamheden uit te voeren op de wijze die van hen mocht worden verwacht. Daardoor heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummer 18/556 Wtra AK
Betrokkene heeft onvoldoende acht geslagen op de bedreigingen voor het zich houden aan de fundamentele beginselen die in het geding waren, omdat het kantoor van betrokkene werkzaam was voor entiteiten met tegengestelde belangen, geen afdoende maatregelen getroffen en haar beoordeling niet vastgelegd. Aldus is eveneens het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummers 18/276, 18/277 en 18/328 Wtra AK
Klachten van curatoren van een failliete vennootschap. Deze vennootschap heeft in het verleden een overeenkomst gesloten met de entiteit waaraan de accountants zijn verbonden. Daarbij heeft de vennootschap zich verbonden om geen klachten in te dienen tegen de accountants. Curatoren oefenen een eigen recht uit en zijn niet op een lijn te stellen met het bestuur van de failliete entiteit. Klachten ontvankelijk.
Procedurenummer 18/821 Wtra AK
Betrokkene heeft zich tegenover klaagster ten onrechte op zijn geheimhoudingsplicht beroepen, nu uit e-mails van (de bestuurder van) klaagster bezwaarlijk een andere conclusie getrokken kan worden dan dat klaagster in haar hoedanigheid van bestuurder van de opdrachtgever van betrokkene, en aldus namens haar, met het verstrekken van de informatie aan de vennootschap van klager heeft ingestemd. Indien betrokkene van oordeel was dat het hem desondanks niet vrijstond de informatie aan bedoelde vennootschap te verstrekken, dan had betrokkene klaagster kunnen en behoren mee te delen dat hij wel bereid was de verlangde informatie aan zijn opdrachtgever, na een van haar ontvangen verzoek, te verstrekken. Gesteld noch gebleken is dat hij dat heeft gedaan. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummer 17/2728 Wtra AK
Schaderapport(en) van een partijdeskundige, bedoeld om het standpunt van de cliënt in een civiele procedure te ondersteunen, ontberen een deugdelijke grondslag. Onvoldoende voorbehouden, nu bij het opstellen alleen van de standpunten van de cliënt is uitgegaan. Onjuiste uitgangspunten bij de schadeberekening. Ten onrechte geen hoor en wederhoor toegepast. Onvoldoende verificatie standpunten van cliënt. Overtreding van de beginselen van vakbekwaamheid, objectiviteit en professionaliteit. Maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van 2 maanden.
Procedurenummer 18/446 Wtra AK
Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort (net als geldt bij het samenstellen van een jaarrekening) dat een accountant bij het verrichten van fiscale werkzaamheden (het in casu opstellen van een OB-aangifte), indien deze constateert dat de door de cliënt verschafte gegevens onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend zijn, bij de cliënt inlichtingen inwint om de betrouwbaarheid van de door deze verstrekte informatie vast te stellen of te verifiëren. In casu heeft betrokkene ter zake de post privéonttrekkingen nagelaten daaraan te voldoen. Waarschuwing.
Procedurenummer 17/1149 Wtra AK
Ambtshalve aanvulling van de klacht, behandeld door nieuwe samenstelling van de kamer. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding 3-jaarstermijn. Betrokkene en zijn echtgenote zijn minderheidsaandeelhouder in een bepaalde (dochter)vennootschap; betrokkene heeft ook de jaarrekening van deze vennootschap over meerdere jaren samengesteld. Betrokkene en zijn echtgenote hebben een civiele procedure tegen de (moeder)vennootschap ingesteld, die het overgrote deel in het aandelenkapitaal van de (dochter)vennootschap houdt en tevens bestuurster van de (dochter)vennootschap is; in deze procedure vorderen ze dat de moedervennootschap het aandelenbelang van betrokkene en zijn echtgenote overneemt. In die civiele procedure maken betrokkene en zijn echtgenote (voor eigen gewin) gebruik van documenten waarvan betrokkene als accountant van de (dochter)vennootschap kennis had. Hierdoor heeft betrokkene het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid en art. 21 VGBA geschonden.
Procedurenummer 18/1126 Wtra AK
Betrokkene heeft organogram van ondernemingsstructuur van een voormalige cliënt toegestuurd aan klager. Dit organogram was afkomstig van haar voormalige cliënt en maakte deel uit haar dossier. Wat erin staat over de verhouding tussen een groot aantal vennootschappen is geen informatie waarover eenieder door raadpleging van het handelsregister kan beschikken. Schending van het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid. Uit de tussen betrokkene en klager gewisselde e-mailberichten leidt de Accountantskamer af dat betrokkene wist dat klager het toegezonden organogram wenste te gebruiken in het kader van diens geschil met de voormalige cliënt van betrokkene. Waarschuwing
Procedurenummer 18/716 Wtra AK
Rapport omtrent indicatieve waarde aandelen. In het rapport wordt voldoende duidelijk gemaakt wat de door betrokkene bepaalde indicatieve waarde inhoudt en wat de aan deze wijze van waarderen klevende beperkingen zijn. Klacht in zoverre ongegrond. De mededeling dat is uitgegaan van informatie afkomstig van het management is onjuist. Betrokkene heeft erkend dat hij alleen heeft gesproken met een voormalige manager van de onderneming. Betrokkene heeft ook verzuimd nader onderzoek te doen naar een vordering van 10 miljoen die deze voormalige manager tegen de vennootschap had ingesteld. Hij had moeten nagaan of deze vordering tot een uitstroom van middelen zou leiden. Waarschuwing.
Procedurenummer 17/1881 Wtra AK
Aan betrokkene was de opdracht verstrekt om de goederenstromen, facturering en geldstromen bij onder meer klaagster 1) te onderzoeken. Tijdens zijn onderzoek had betrokkene aanleiding moeten zien om zijn initiële afweging dat geen sprake was van een persoonsgericht onderzoek, te heroverwegen, nu het handelen van klaagster 1) de facto onderwerp van het onderzoek werd. Het lag dan ook in beginsel op zijn weg om klaagster 1) over dat onderzoek te informeren, haar te benaderen om informatie te verschaffen, om zijn bevindingen met haar te delen en haar in de gelegenheid te stellen een reactie kenbaar te maken. Nu geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken die rechtvaardigen dat het horen van klaagster 1) achterwege kon blijven, is niet voldoende dat betrokkene, met verzending van een afschrift van een daarop ziende e-mail aan de advocaat van klaagster 1), de accountant van klaagster 1) heeft geïnformeerd en in de gelegenheid heeft gesteld om een reactie op zijn bevindingen te geven. Het rapport van betrokkene ontbeert dan ook reeds op die grond een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft een jurist en een ‘praktijkdeskundige’ geraadpleegd op het (specialistische) gebied van onder meer het vervoersrecht, maar heeft nagelaten in zijn rapport te vermelden op welke wijze hij hun deskundigheid heeft geverifieerd. Nu hij bij gebreke aan voldoende eigen juridische kennis zelf de (juistheid van de) inhoud van de adviezen van degenen die door hem waren geraadpleegd, niet kon beoordelen, had betrokkene een voorbehoud moeten maken voor zover zijn bevindingen zijn gebaseerd op de van hen verkregen adviezen. Dit geldt te meer, nu de bevindingen van de accountant van klaagster 1), zoals betrokkene ook zelf in zijn rapport heeft geconstateerd, “lijnrecht staan tegenover de rechtsuitleg van” degenen die door hem waren geraadpleegd. Een accountant moet verder voorkomen dat, indien hij een schatting maakt, die schatting een misleidend beeld geeft. Hij moet zich baseren op reële veronderstellingen en voor zover het door hem geschetste beeld is gebaseerd op onzekerheden, deze onzekerheden benoemen. Betrokkene heeft dit niet gedaan. Door geen voorbehouden te maken waar dit wel had gemoeten en conclusies te trekken zonder deze (afdoende) met feiten te onderbouwen, heeft betrokkene het rapport ook in zoverre niet voorzien van een deugdelijke grondslag en aldus gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, zoals neergelegd in artikel 2 onder d. van de VGBA. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummer 18/921 Wtra AK
Opdracht tot waarderen aandelen van Holding in opdracht van een van de aandeelhouders. Betrokkene heeft standaard 5500N toegepast maar zich niet gehouden aan de paragrafen 19 en 29 van deze standaard. Rapport behelst inhoudelijk op alle onderdelen waarover is geklaagd tekortkomingen. Die tekortkomingen en de herhaalde mededeling dat zijn opdrachtgever de tegenpartij van klaagster is, duiden erop dat betrokkene zich bij zijn afwegingen ongepast heeft laten beïnvloeden door zijn opdrachtgever. Betrokkene heeft bovendien aan de Holding en niet aan de opdrachtgever gedeclareerd zonder zich bewust te zijn van het gevolg daarvan voor een zuivere btw-afdracht door de Holding. Klacht in alle onderdelen gegrond. Tijdelijke doorhaling voor drie maanden.
Procedurenummer 18/350 Wtra AK
Klacht over het niet betalen van een vergoeding hoewel betrokkene daartoe door het Hof is veroordeeld, en het niet inschakelen van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Gebleken is dat betrokkene inmiddels een betalingsregeling heeft getroffen. Ook heeft hij onweersproken gesteld dat hij een tegenvordering heeft op klager, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is. Betrokkene heeft zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering wel aangesproken zodat dit klachtonderdeel feitelijke grondslag mist en eveneens ongegrond is.
Procedurenummer 18/790 Wtra AK
Klachten over onderzoek naar de grondslag van uitlatingen klaagster in radioprogramma. Betrokkene heeft klaagster bij de start van het onderzoek geen van belang zijnde informatie over haar rol en de doelstelling van het onderzoek onthouden. Dat betrokkene als accountant dient te handelen in het algemeen belang staat er niet aan in de weg een onderzoek in te stellen naar de grondslag van uitlatingen van klaagster. Niet aannemelijk is gemaakt dat vragen die bij klaagster leefden en stukken die openbaar gemaakt moesten worden, licht konden werpen op die grondslag en daarom hoefden die vragen niet betrokken te worden in het onderzoek. Het niet beantwoorden van die vragen en het niet openbaar maken van die stukken doet dan ook geen afbreuk aan de waarheidsvinding met betrekking tot die grondslag. Het is voor een accountant niet verboden gegevens te verzamelen en aan te leveren ter onderbouwing van een partijstandpunt en daarmee het belang van die partij te dienen, mits de accountant zich daarbij houdt aan het fundamentele beginsel van objectiviteit dat wil zeggen zich bij zijn afwegingen niet ongepast laat beïnvloeden. Dat betrokkene dat niet heeft gedaan is niet aannemelijk gemaakt. Betrokkene heeft ook geen onjuiste indruk gewekt in het rapport over de betrokkenheid van klaagster bij de inhoud van het rapport.
Procedurenummer 17/1265 Wtra AK
Klacht deels verjaard omdat de verweten gedragingen op het moment van indienen van de klacht meer dan 6 jaar oud waren. Tegen betrokkene is eerder een klacht door het OM ingediend. Verweer van ne-bis-in-idem slaagt in ieder geval niet indien tijdens het aanhangig zijn van de eerste klacht in eerste aanleg door een andere partij ter zake (deels) dezelfde gedragingen en hetzelfde feitencomplex eveneens een klacht wordt ingediend. Zulks is wat betreft de ontvankelijkheid van de tweede klacht/klager niet anders, indien, nadat de tweede klacht is ingediend, op de eerste klacht door de Accountantskamer inmiddels een eindbeslissing is gegeven, ook niet als die eindbeslissing onherroepelijk zou zijn geworden. De kern van een deel van de klacht komt overeen met een inmiddels gegrond verklaard onderdeel van de eerder door het OM ingediende klacht. De Accountantskamer neemt dat oordeel uit de eerdere zaak in de huidige, door de andere klager ingediende tweede klachtzaak over en laat buiten bespreking wat de tweede klager aan diens klacht op dit onderdeel nog verder ten grondslag heeft gelegd. Nieuwe klacht op verschillende onderdelen ongegrond bij gebreke aan voldoende substantiering in het klaagschrift.
Procedurenummer 17/2481 Wtra AK
Mede in het licht van de opdrachtbevestiging, waarin staat dat het bestuur verantwoordelijk is voor de afstemming van de werkzaamheden van betrokkene met de interim-directie en de controller en bovendien expliciet is opgenomen dat dit reeds is gebeurd, had betrokkene niet mogen voldoen aan het verzoek van de interim-directeur om hem een préconceptrapportage toe te zenden voordat hij dit (pré)concept met klager en zijn medebestuurder, als (toenmalige) bestuurders van de opdrachtgever van het rapport, had gedeeld en besproken. Dit geldt te meer nu het rapport juist was bedoeld om klager en zijn toenmalige medebestuurder te “assisteren in het beantwoorden van diverse vragen die door de interim-directie zijn gesteld”. Daarbij komt dat het toevoegen door betrokkene van een persoonlijke noot in het aan de interim-directeur overgelegde concept, waarbij hij expliciet vermeldt dat deze niet bestemd is voor de conceptrapportage, en zijn aanbod de interim-directeur te laten weten wat hij vond, niet bij een opdracht op grond van Standaard 4400 passen. Niet is gebleken dat betrokkene in dit alles een bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geïdentificeerd en afdoende maatregelen heeft getroffen. Er is dan ook sprake van een schending van de artikelen 21 en 22 VGBA, hetgeen tevens een schending van artikel 13, eerste lid VGBA met zich brengt. Maatregel: waarschuwing.
Procedurenummers 17/2552, 17/2553 en 17/2554 Wtra AK
Toepassing driejaarstermijn. Klacht niet-ontvankelijk.
Procedurenummers 17/2424 en 17/2573 Wtra AK
Klachten over rapport uitgebracht met het oog op het leggen van conservatoir beslag. Ook in die situatie moet de betrokken accountant (en had betrokkene moeten) beseffen dat zijn rapport gebruikt wordt ter onderbouwing van het standpunt van zijn opdrachtgever (over de vordering in verband waarmee wordt verzocht om toestemming tot het leggen van beslag). Aan een zodanig rapport moeten daarom dezelfde eisen worden gesteld als aan rapporten waarvan duidelijk is of wordt dat zij dienen ter ondersteuning van het standpunt van de opdrachtgever in een (aan te spannen) gerechtelijke procedure. Dat betekent dat de accountant ervoor zorg dient te dragen dat het rapport de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmert. De kans daarop is aanwezig als (kort gezegd) bevindingen en conclusies in het rapport geen deugdelijke grondslag hebben. Om de kans dat dit gebeurt tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, moeten de (feitelijke) grondslag voor een bevinding of een conclusie (de gegevens waarop een bevinding of conclusie stoelt, de daarbij gevolgde redenering en/of de gehanteerde maatstaf) en een gemaakt voorbehoud bij een bevinding of conclusie in het rapport zelf duidelijk worden uiteengezet. Op de werkzaamheden die ten grondslag liggen aan een dergelijk rapport is geen specifieke standaard van de NVCOS van toepassing. Als de wederpartij van de opdrachtgever niet is gehoord en niet in de gelegenheid is gesteld te reageren op bevindingen en conclusies voordat rapport is uitgebracht moet dat duidelijk in het rapport worden vermeld. Inhoudelijk ontbeert het rapport van betrokkene op een aantal punten een deugdelijke grondslag. Berisping.