UITSPRAAK 17 SEPTEMBER 2021

Procedurenummer 21/290 Wtra AK
Klacht tegen accountant die betrokken was bij de samenwerking tussen twee partijen en bij de koop en verkoop van aandelen. Klacht gedeeltelijk gegrond; strijd met fundamentele beginselen van objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van berisping. De sterk eenzijdige samenwerkingsovereenkomst ten gunste van zijn ene cliënt en ten nadele van zijn andere cliënt, vormde bovendien een bedreiging voor betrokkenes objectiviteit. Betrokkene had in het kader van de toepassing van professionele oordeelsvorming, na signalering van de bedreiging, een toereikende maatregel moeten nemen om de bedreiging tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Verkoopovereenkomst: onder de gegeven omstandigheden kon betrokkene hoe dan ook niet volstaan met een enkele (herhaalde) mondelinge aanbeveling aan klager om externe financiële advisering in te roepen, maar had hij dit expliciet schriftelijk moeten doen en/of zich er anderszins van moeten overtuigen dat zijn advies bij klager was doorgedrongen. Betrokkene heeft door een standpunt in te nemen met betrekking tot de interpretatie van een bepaling van de verkoopovereenkomst, partij gekozen ten gunste van één van beide bij deze overeenkomst betrokken partijen. Betrokkene heeft de stelling dat de LOR’s ontbreken bij de jaarrekeningen 2017 en 2018 onvoldoende weerlegd.