UITSPRAAK 23 JULI 2021

Procedurenummer 20/2468 Wtra AK
Klacht van een groep vennootschappen tegen accountant die samen met collega’s (niet-accountants) werkzaamheden voor de groep heeft verricht. Klacht dat betrokkene geen door klaagster ondertekende opdrachtbevestiging had is ongegrond. De opdracht is schriftelijk bevestigd en naar klaagster gezonden. Daarmee is voldaan aan de regelgeving.
Klacht is wel gegrond voor zover betrokkene stukken heeft verstuurd aan de ex-vrouw van de bestuurder die zien op een entiteit waarvan zij geen bestuurder is. Dat betrokkene stukken heeft verstuurd naar de bank in het kader van een financieringsaanvraag is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De betrokken bestuurder is daarvan ook op de hoogte gebracht.
De overige klachtonderdelen zien op fiscale werkzaamheden, een jaarrekening en betalingen van facturen en salarissen. Niet gebleken is dat betrokkene voor de aangiften als verantwoordelijke heeft te gelden. Dat geldt ook voor het klaarzetten van betalingen. Betrokkene is een poosje niet ingeschreven geweest in het register en in die periode hoe dan ook niet tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat de jaarrekening een materiele fout bevat is niet onderbouwd. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond.
Maatregel: waarschuwing.