UITSPRAAK 8 MAART 2021

Procedurenummer 20/1685 Wtra AK
Klacht tegen accountant die ook werkzaam is als advocaat. Klager heeft niet toegelicht welke in de producties genoemde feiten er specifiek toe hebben geleid dat betrokkene de beroepsregels voor accountants heeft overtreden (doordat hij standpunten te kwader trouw of in sterke mate bewust onjuist of misleidend heeft ingenomen). Het is niet aan de Accountantskamer om uit overgelegde producties die feiten te destilleren die dienstig kunnen worden geacht aan de onderbouwing van een klacht. Meerdere tuchtrechtelijke beslissingen (van Raden- en Hoven van Discipline) zijn genomen jegens betrokkene in zijn hoedanigheid van advocaat op in die beslissingen vastgestelde feiten. De in die beslissingen vastgestelde feiten staan voor een andere tuchtrechter, en dus voor de Accountantskamer nog niet vast. Een tuchtrechtelijke veroordeling als advocaat impliceert niet zonder meer dat beroepsregels van accountants zijn geschonden. De klacht is ongegrond.