UITSPRAKEN 12 FEBRUARI 2021

Procedurenummer 19/1059 Wtra AK
Klacht tegen accountant die werkzaam is als gemachtigde en coördinator tuchtrecht bij het Openbaar Ministerie. Klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond; oplegging maatregel van berisping. Handelen van betrokkene is onderworpen aan tuchtrechtspraak (artikel 42 Wab). Toen klager betrokkene er uitdrukkelijk en gemotiveerd op had gewezen dat er wel degelijk inbreuk werd gemaakt op zijn verschoningsrecht, kon betrokkene niet volstaan met een verwijzing naar het standpunt van het Openbaar Ministerie in dezen. Betrokkene heeft, door de bedreiging voor het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid niet te onderkennen en door geen maatregel te nemen, gehandeld in strijd met dat beginsel. Betrokkene heeft in een klachtprocedure naar voren gebracht dat sprake was van een door klager, als advocaat, opgezette ‘schijnconstructie’ en van ‘misbruik van verschoningsrecht’ door klager. Dat was een zware beschuldiging, op te wankele basis. Betrokkene had zich van een andere woordkeuze kunnen en moeten bedienen. Weliswaar trad betrokkene op als gemachtigde, maar hij kan de hoedanigheid van accountant waarin hij blijkens de door hem gebruikte titels ook optrad niet van zich afschudden. Als gevolg daarvan had hij zich moeten afvragen of hij als accountant voldoende deugdelijke grondslag had voor de door hem gedane uitlatingen en of mogelijk sprake was van een bedreiging. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Procedurenummer 20/585 Wtra AK
Klacht tegen accountant die werkzaam is als gemachtigde en coördinator tuchtrecht bij het Openbaar Ministerie. Klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond; oplegging maatregel van berisping. Handelen van betrokkene is onderworpen aan tuchtrechtspraak (artikel 42 Wab). Betrokkene kon, toen hij er uitdrukkelijk en gemotiveerd op werd gewezen dat wel degelijk inbreuk werd gemaakt op het verschoningsrecht van een advocaat niet volstaan met een verwijzing naar het standpunt van het Openbaar Ministerie in dezen. Betrokkene heeft, door de bedreiging voor het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid niet te onderkennen en door geen maatregel te nemen, gehandeld in strijd met dat beginsel. Betrokkene heeft zich in zijn rol als gemachtigde van het Openbaar Ministerie in een klachtprocedure bediend van zeer zware bewoordingen, onder meer over klager. Betrokkene had zich bij het bepleiten van het standpunt dat klager had meegewerkt aan een niet geoorloofde constructie en dat sprake was van “liegen” van een andere woordkeuze moeten bedienen. Weliswaar trad betrokkene op als gemachtigde, maar hij kan de hoedanigheid van accountant waarin hij blijkens de door hem gebruikte titels ook optrad niet afschudden. Als gevolg daarvan had hij zich moeten afvragen of hij als accountant voldoende deugdelijke grondslag had voor de door hem gedane uitlatingen en of mogelijk sprake was van een bedreiging. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Procedurenummer 20/1009 Wtra AK
Klacht ingediend door twee klokkenluiders. Naar aanleiding van de door de klokkenluiders gedane meldingen over onder meer handelen in strijd met de wet heeft betrokkene in opdracht van de werkgever van de klokkenluiders onderzoek gedaan naar de wijze van afhandeling van hun klachten. Zijn conclusie is dat de klachtafhandeling bedachtzaam heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft in afwijking van het eigen protocol niet de opdracht aan de klokkenluider verstrekt. Betrokkene heeft niet uiteen gezet hoe hij de klachtafhandeling heeft getoetst; het rapport bevat geen normatief kader. Betrokkene heeft ingestemd met het plaatsen van onjuiste publicaties op de website van de werkgever. In het rapport heeft betrokkene geconcludeerd dat de klachtafhandeling bedachtzaam is geweest terwijl hij wist en vond dat de regels omtrent aanbesteding niet waren nageleefd. Daarvan heeft hij in het rapport geen melding gemaakt.  Tot slot is het concept-rapport – anders dan in de opdracht is vastgelegd – niet met klagers besproken. Klacht gegrond. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

Procedurenummer 20/1292 Wtra AK
Een accountant heeft voor een bedrijf dat in financiële moeilijkheden verkeerde de communicatie met één van de (mogelijke) schuldeisers verzorgd. Het verwijt dat hij deze schuldeiser opzettelijk onjuist en onvolledig zou hebben geïnformeerd faalt, omdat klager ter onderbouwing van zijn standpunt alleen aannames en vermoedens naar voren heeft gebracht. Ook het verwijt dat de accountant zou hebben meegewerkt aan de benadeling van schuldeisers van het bedrijf, omdat hij zou hebben geadviseerd om het bedrijf te ontbinden door middel van een turbo-liquidatie treft geen doel. Op het moment van de turbo-liquidatie had de schuldeiser niets meer te vorderen, waardoor van benadeling geen sprake kan zijn geweest. Tot slot heeft de accountant klager ook niet onheus bejegend. De klacht is ongegrond.

Procedurenummer 20/1476 Wtra AK
Klacht van een eigenaresse van een coachings- en trainingsbureau. Zij verwijt haar voormalig accountant dat hij niet integer zou zijn en zijn geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Volgens klaagster heeft de accountant haar trainingen gekopieerd en heeft hij bij het werven van klanten gebruik gemaakt van haar klantenbestand. De accountant heeft de verwijten gemotiveerd bestreden. Omdat klaagster haar stellingen niet (tijdig) verder heeft onderbouwd, zijn de feiten die zij aan de klacht ten grondslag heeft gelegd onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat de Accountantskamer niet kan beoordelen of de accountant op grond daarvan al dan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is ongegrond.