Uitspraken 13 juli 2015

Procedurenummer 14/3235 Wtra AK
Kantoortoetsing. Op iedere accountant verbonden aan een accountantspraktijk rust de verplichting zorg te dragen voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing, zodat betrokkene tuchtrechtelijk aanspreekbaar is voor eventuele tekortkomingen in dat stelsel, ook al was een andere accountant meerderheidsaandeelhouder. Overigens is voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene vaktechnische verantwoordelijkheid droeg, zodat hij daarvoor in tuchtrecht kan worden aangesproken. Na eerste negatief eindoordeel worden in 2013 in een hertoetsing vijf dossiers getoetst die allen als onvoldoende worden beoordeeld, terwijl er voorts op kantoorniveau in strijd met diverse voorschriften is gehandeld. Niet gebleken is dat het kantoor inmiddels beschikt over een deugdelijk stelsel van kwaliteitsbeheersing. Alles overziende wordt een doorhaling passend en geboden geacht, voor de duur van 18 maanden. Dat het kantoor – in de persoon van andere accountants – nog onverminderd assurance- en aan assurance verwante-opdrachten kan uitvoeren, kan daar niet aan afdoen. Het is aan de beroepsorganisatie en/of de AFM om naar dat laatste onderzoek te doen en daar eventueel een gevolgtrekking aan te verbinden.