Uitspraken 14 april 2017

Procedurenummer 16/2274 Wtra AK
Waardering van onderneming door huisaccountant van de onderneming in kader van echtscheidingsprocedure aandeelhouders/bestuurders. Ten onrechte geen afzonderlijke opdracht(bevestiging), geen waarborgen tegen bedreiging objectiviteit als bedoeld in artikel A-100.4 sub b VGC respectievelijk artikel 11 VGBA bij belangentegenstelling tussen aandeelhouders, ondeugdelijke grondslag voor waardering. Betrokkene is zich niet van een bedreiging bewust geweest en heeft geen waarborgen/maatregelen heeft getroffen, zelfs niet toen hem duidelijk geworden moest zijn dat klaagster het volstrekt niet eens was met zijn waardebepaling en het conflict tussen de echtelieden/aandeelhouders escaleerde. Betrokkene heeft de aandelen in het economisch verkeer gewaardeerd op basis van de intrinsieke waarde-methode en geschat op een bedrag van € 60.000,–, zonder uitleg te geven over de door hem gehanteerde (ongebruikelijke) waarderingsmethode. Een latere waardering door een andere accountant volgens de APV-methode kwam uit op een economische waarde van tussen € 700.000 en € 1.300.000. Berisping.