Uitspraken 15 juli 2019

Procedurenummer 19/340 Wtra AK
Klaagster verwijt aan de accountant, dat hij heeft geweigerd om aan haar mee te delen welke accountant namens het accountantskantoor, waarvan de accountant volgens klaagster de voorzitter van de raad van bestuur is, tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor de accountantswerkzaamheden die zijn verricht als externe beoordelaar in het kader van het Uniform Herstelkader Rentederivaten. Deze klacht is ongegrond, reeds op de grond dat betrokkene op het moment dat het verzoek werd gedaan, geen bestuurder meer was van bedoeld accountantskantoor. Ook om andere redenen kan de klacht niet slagen.