UITSPRAKEN 16 APRIL 2021

Procedurenummer 20/1894 Wtra AK
Klacht tegen accountant in business. Klacht gegrond; oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van één maand. Betrokkene heeft door over de jaren 2014 en 2015 een verschil te laten ontstaan tussen de boekhouding (auditfiles en grootboekkaarten) enerzijds en de aangiften omzetbelasting anderzijds en dit verschil te laten voortbestaan, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Procedurenummer 20/2530 Wtra AK
Voorzittersuitspraak. Klacht over accountant die correspondentie, adviesdossiers en administratie van klaagster aan de FIOD heeft verstrekt en heeft meegewerkt aan een gedelegeerd rechter-commissarisverhoor door de FIOD. Betrokkene heeft de stukken aan de FIOD overhandigd na ontvangst van een vordering als bedoeld in art. 126nd Wetboek van Strafrecht (Sv), zodat sprake is van openbaarmaking die door de wet wordt gevorderd, in welk geval de accountant vertrouwelijke gegevens toch openbaar moet maken. Daarnaast was betrokkene op grond van het bepaalde in de artikelen 201, 213 en 221 Sv verplicht mee te werken aan het gedelegeerd getuigenverhoor. Aan een accountant komt geen verschoningsrecht toe. Betrokkene heeft hierover overleg gehad met de afdeling juridische zaken en hun adviezen opgevolgd. Klacht kennelijk ongegrond.