UITSPRAKEN 16 JULI 2021

Procedurenummer 20/1820 Wtra AK
Klacht over een accountant die werkzaam is geweest voor een groep vennootschappen waarvan klager bestuurder en aandeelhouder is. Betaling van facturen van betrokkene ging als gevolg van de financiële situatie van de bedrijven niet altijd even snel. In 2017 bleek dat de door klager ingehuurde controller enorme achterstanden in de administratie en het opstellen van de jaarstukken heeft laten ontslaan. Betrokkene heeft in opdracht van klager de administratie hersteld. De uit deze werkzaamheden voortvloeiende facturen leidden tot problemen en procedures tussen klager en betrokkene. De klacht ziet op ondoorzichtig en onzorgvuldig declareren, het niet op de juiste wijze behartigen van de belangen van klager en het niet juist uitvoeren van de werkzaamheden.
De klacht is deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de zes- en driejaarstermijn. De klacht is deels gegrond omdat betrokkene richting klager niet duidelijk genoeg is geweest over wat hij tot zijn opdracht rekende en omdat hij klager langdurig niet duidelijk op de hoogte heeft gehouden van de door hem verrichte werkzaamheden en de bedragen die hij daarvoor in rekening wilde brengen. Verder is de klacht gegrond omdat betrokkene voor werkzaamheden die hij abusievelijk heeft gefactureerd klager niet onverwijld heeft gecrediteerd. Voor het overige is de klacht ongegrond.
Maatregel: waarschuwing.

Procedurenummer 21/199 Wtra AK
Klacht tegen een accountant die de opdracht had om de jaarrekening van klaagster samen te stellen: klacht is ongegrond. Het ontbreken van persoonlijk contact met het management van klaagster is in dit specifieke geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Onder meer omdat het accountantskantoor een langlopende klantrelatie met klagers had, het de bedoeling was dat de accountant de samenstelwerkzaamheden slechts tijdelijk zou overnemen en de accountant werd ondersteund door een samenstelteam dat al geruime tijd bekend was met en inzicht had in de onderneming. Ook het verwijt dat de accountant onvoldoende toezicht heeft gehouden op een accountmanager, die klagers heeft geadviseerd bij de verkoop van de onderneming, is ongegrond. Omdat de accountant alleen een samenstelopdracht had, is hij niet vaktechnisch verantwoordelijk voor deze advieswerkzaamheden. Daarbij is in aanmerking genomen dat hij zich niet met de advisering heeft bemoeid en dat binnen het accountantskantoor ook nog andere accountants werkzaam zijn, waardoor niet valt in te zien waarom juist deze accountant verantwoordelijk zou zijn voor de advisering. De accountant kan evenmin worden verweten hij een afspraak over de winstdeling niet juist heeft verwerkt in de jaarrekening. Deze afspraak is gemaakt in het kader van de overdracht van de onderneming. Omdat de juridische overdracht plaatsvond na balansdatum was er geen reden om de verkoop al in de cijfers van de jaarrekening te verwerken. Ook was er op het moment van het opstellen van de jaarrekening geen reden om aan te nemen dat sprake was van een continuïteitsonzekerheid.