Uitspraken 17 april 2015

Procedurenummers 14/906 en 14/907 Wtra AK
Betrokkenen voeren voor hun clienten een due diligence onderzoek uit i.v.m. een voorgenomen bedrijfsovername. De verkopers worden bijgestaan door een adviseur. Betrokkenen hebben zelf een zakelijke relatie met deze adviseur. Een dergelijke situatie levert een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis op voor de objectiviteit van betrokkenen i.v.m. vertrouwdheid.  Betrokkenen hebben niet althans onvoldoende het conceptueel raamwerk toegepast door waarborgen te treffen en e.e.a. in hun dossier schriftelijk vast te leggen.
Het staat een accountant in het algemeen vrij in zijn zakelijke betrekkingen met zijn cliënt al dan niet in rechte een civielrechtelijk standpunt – daaronder te begrijpen het beëindigen van de werkzaamheden – in te nemen of rechtsmaatregelen te treffen. Hij dient daarbij wel een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen zijn eigen belang, te weten in casu het beëindigen van de werkzaamheden, en de (voor hem kenbare) belangen van die cliënt, die als gevolg van die te nemen (rechts)maatregelen (kunnen) worden geschaad. In casu hebben betrokkenen dat onvoldoende gedaan.
Betrokkenen hebben in strijd met het beginsel van  professioneel gedrag jegens klagers tijdens een gesprek in het kader van een interne klachtprocedure dusdanig taalgebruik gebezigd en druk uitgeoefend, dat er geen sprake was van een correcte afhandeling van die klacht.