UITSPRAKEN 17 DECEMBER 2021

Procedurenummer 21/447 Wtra AK
Man en vrouw (klaagster) zijn al jaren bezig met de afwikkeling van de samenwoning en hebben beiden advocaten ingeschakeld. De klacht ziet op de accountant van de man, die op verzoek van de man stukken heeft opgemaakt over diens vermogenspositie. De man heeft hem gevraagd de stukken te voorzien van de naam van het accountantskantoor. Betrokkene had zich moeten afvragen waarom hem die vraag werd gesteld, aangezien hij had kunnen vermoeden dat de man deze niet alleen voor eigen gebruik nodig had. Nadat de klacht is ingediend heeft betrokkene in een brief aan de man zijn eerdere stukken nader toegelicht en de man gevraagd deze in de inmiddels lopende procedure in te sturen. Betrokkene heeft daarin echter niet uiteengezet op basis van welke opdracht en welke beroepsregels is gewerkt. Klacht gegrond omdat betrokkene geen mogelijke bedreiging voor zijn objectiviteit heeft onderkend, geen maatregelen heeft getroffen en niets heeft vastgelegd. Verwijt dat betrokkene heeft meegewerkt aan het opheffen van de onderneming ongegrond, nu dit niet aannemelijk is gemaakt. Maatregel: waarschuwing.

Procedurenummers 21/533 en 21/535 Wtra AK
Klaagster is een filmproducent aan wie een subsidie is verleend ten behoeve van de productie van een film. Aan de subsidie waren voorwaarden verbonden. Zo moet de eindafrekening worden gecontroleerd door een accountant. Omdat de subsidieverstrekker nog vragen had bij de eindafrekening van de film hebben zij betrokkenen gevraagd hiernaar onderzoek te doen.
Volgens klaagster bevat de opdracht geen rationeel doel en ontbreekt het normenkader. Ook lijkt het erop dat het de opdrachtgever erom te doen was klaagster in een negatief daglicht te stellen en staan betrokkenen niet neutraal tegenover haar. Verder stelt klaagster dat er 3 definitieve rapporten zijn opgesteld met onverklaarbare verschillen en dat zij niet is gehoord.
De klachten zijn ongegrond. In het rapport is toegelicht wat de vragen zijn en met welk doel het onderzoek is verricht. Dat de opdrachtgever de reputatie van klaagster wilde schaden is niet aannemelijk geworden, zodat betrokkenen niet reeds hierom hun medewerking aan het onderzoek hadden moeten weigeren.
Tot slot is geen sprake van drie definitieve rapporten, maar van verschillende conceptrapporten. Klaagster heeft alle concepten ontvangen en kon daarop reageren. Betrokkenen hebben betoogd dat zij alle reacties en stukken van klaagster hebben bekeken. Dat betrokkenen niet alle 103 reacties hebben overgenomen en alle 36 bijlagen bij het rapport hebben gevoegd maakt niet dat zij hieraan zijn voorbij gegaan.

Procedurenummer 21/926 Wtra AK
Bij een kantoortoets in 2012 heeft klaagster vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene niet op orde is. Klaagster heeft betrokkene in de gelegenheid gesteld een verbeterplan op te stellen en uit te voeren. Daarna is klaagster niet in de gelegenheid geweest om een hertoets uit te voeren. Vijf van de zes geplande hertoetsmomenten zijn door betrokkene kort van tevoren afgezegd en eenmaal kon de hertoets vanwege de coronamaatregelen niet doorgaan. Ook heeft betrokkene de oriëntatievragenlijst niet ingevuld. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan een beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening als bedoeld in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. Hij heeft daarmee in strijd gehandeld met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en een verbod tot het opnieuw inschrijven in het register voor de duur van twee jaren.