Procedurenummers 14/2443, 2444, 2445, 2446 en 2447 Wtra AK
Een deel van de klachten tegen betrokkene 1) niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem beginsel en de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure. Klacht tegenontvankelijk voor zover die ziet op aanvullende werkzaamheden. Bevindingen betrokkene 1 niet toereikend om conclusie over herkomst schoenen te dragen. Klacht in zoverre gegrond.
Betrokkene 2 heeft medeverantwoordelijkheid genomen voor eerder door betrokkene 1 uitgebracht rapport, welk rapport een deugdelijke grondslag ontbeert. Klacht tegen betrokkene 2 daarom gegrond.
Procedurenummer 16/1028 Wtra AK
Aannemelijk is dat betrokkene zijn aangiften omzetbelasting over een periode van zes maanden ten bedrage van ruim € 9.000 telkens bewust onjuist heeft gedaan. Definitieve doorhaling gedurende zes maanden. Geen gedragsregel die inhoudt dat een accountant zijn cliënt niet in verschillende rollen zou mogen bijstaan, geld aan hem uit te lenen of verbiedt belanghebbende te zijn bij de uitkomst van een door de cliënt aangespannen civiele procedure. Wel dient de accountant in deze situaties altijd bedacht te zijn op bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen.
Procedurenummer 16/1574 Wtra AK
Briefrapport van betrokken accountant, uitgebracht aan zijn cliënt, wordt in een civiele procedure tussen klager en een derde (niet zijnde die cliënt) op onvolledige wijze ingebracht. Klager brengt betrokkene hiervan op de hoogte en verzoekt hem aan te geven of het briefrapport van hem afkomstig is of het inderdaad onvolledig is, en zo ja of hij een kopie van het volledige briefrapport kon verkrijgen. Betrokkene erkent dat het briefrapport van hem afkomstig is, doch weigert met een beroep op zijn geheimhoudingsverplichting (onder vigeur van de VGC) een kopie daarvan aan klager af te geven. Hij geeft geen informatie over het feit dat het briefrapport inderdaad onvolledig in de civiele procedure is ingebracht.
Schending van het fundamentele beginsel van integriteit. De accountant dient te vermijden dat hij in verband wordt gebracht met rapportages en andere informatie die een bewering bevatten die niet volledig is als gevolg waarvan de bewering als misleidend kan worden ervaren. Betrokkene heeft onvoldoende waarborgen getroffen, nadat hij met deze situatie bekend is geworden, welke hij ingevolge art. A-100.8 “onverwijld” had moeten treffen. Geen sprake van een beroepsethisch conflict, nu hij de kwestie niet aan zijn cliënt zelf eerst heeft voorgelegd, alvorens zich te beroepen op geheimhouding c.q. het onvermeld laten van de onvolledigheid van het overgelegde rapport. Ook indien zijn cliënt hem niet specifiek had gemachtigd klager te informeren, dan had in zoverre het zich houden aan het beginsel van integriteit voor moeten gaan boven het fundamentele beginsel van geheimhouding, door in ieder geval klager tijdig te informeren dat het overgelegde rapport onvolledig was.
Waarschuwing.