UITSPRAKEN 18 JANUARI 2021

Procedurenummer 20/413 Wtra AK
Tweede OM-klacht tegen accountant. Betrokkene heeft een concept-jaarrekening aan zijn klant verstrekt en daarbij diens verzoek om de term ‘draft’ te verwijderen gehonoreerd. Strijd met het fundamentele beginsel van integriteit. Betrokkene heeft erkend dat hij dit niet zo had moeten doen. Klacht gegrond. Aan betrokkene is eerder een waarschuwing opgelegd. Deze hield verband met hetzelfde feitencomplex, maar zag op een andere gedraging. De eerste klachtprocedure heeft voor betrokkene privé en zakelijk ernstige gevolgen gehad. Een tweede maatregel treft betrokkene onevenredig hard. De Accountantskamer ziet in dit geval dan ook af van het opleggen van een maatregel.

Procedurenummers 20/771 en 20/772 Wtra AK
Klacht tegen twee accountants. Accountant 1 stond verkoper van een onderneming als adviseur bij in een verkooptraject. Accountant 2 was samenstellend accountant van de onderneming. Nieuwe behandeling klacht na vernietiging gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring klacht en terugverwijzing door het CBb. Klacht tegen accountant 1 is gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond; oplegging maatregel van berisping. Klacht tegen accountant 2 is ongegrond. Accountant 1 heeft als gemachtigde van de verkoper de koper er niet op heeft gewezen dat de daadwerkelijk in 2013 gerealiseerde omzet zonder de verschuivingen van 2014 naar december 2013 aanzienlijk lager zou zijn geweest dan tot dan toe was gecommuniceerd. Alhoewel het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid zich ertegen verzette dat accountant 1 dat uit eigen beweging aan koper communiceerde zonder toestemming van verkoper daartoe, had hij zich wel moeten realiseren dat sprake was een bedreiging voor zijn integriteit (red flag) doordat hij in verband werd gebracht met het niet-integere handelen van de verkoper. De Accountantskamer is van oordeel dat accountant 1 door de bedreiging voor zijn integriteit niet te onderkennen, geen toereikende maatregel te nemen en deze evenmin vast te leggen, heeft gehandeld in strijd met artikel 7 van de VGBA en daarmee met het fundamentele beginsel van integriteit. Accountant 2 heeft jaarrekeningtechnisch juist gehandeld door de wijze van verwerking van de in 2013 gerealiseerde omzet van de onderneming. Hij heeft gehandeld in overeenstemming met Standaard 4410.

Procedurenummer 20/777 Wtra AK
Betrokkene heeft in een echtscheidingsprocedure voor één van de echtelieden als partijadviseur een waardeanalyse gemaakt van aandelen in een besloten vennootschap.  Volgens klager heeft hij de waarde van een deelneming vastgesteld zonder zelf  onderzoek te verrichten en onterecht aan goodwill een waarde toegekend. Ook heeft betrokkene volgens klager geen rekenkundige onderbouwing gegeven hoewel klager daarom heeft gevraagd en onvoldoende oog gehad voor de belangen van klager.
Voor de beoordeling van de handelwijze van betrokkene in zijn rol als zogeheten partij-accountant is de jurisprudentie die ziet op accountants die in hun zakelijke betrekkingen zelf deelnemen aan het rechtsverkeer, van overeenkomstige toepassing. Het is eveneens vaste rechtspraak van de Accountantskamer dat een accountant gegevens mag verzamelen ter onderbouwing van een partijstandpunt om daarmee het belang van die partij te dienen, mits de accountant zich daarbij houdt aan het fundamentele beginsel van objectiviteit. Verder geldt volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer dat het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid met zich brengt dat conclusies die in een schriftelijk eindproduct van een accountant zijn opgenomen van een deugdelijke grondslag dienen te zijn voorzien en geldt dat in versterkte mate indien een dergelijke rapportage bedoeld is om in een gerechtelijke procedure, die is gericht op waarheidsvinding, ter ondersteuning van een partijstandpunt over te leggen.
Beoordeeld tegen deze achtergrond zijn de klachtonderdelen ongegrond verklaard.

Procedurenummer 20/1118 Wtra AK
Klacht tegen accountant die als deskundige in civiele procedure (echtscheiding) is benoemd. Betrokkene heeft zich bij de uitvoering van de opdracht laten bijstaan door een pensioendeskundige. Nadat deze zich terugtrok heeft betrokkene de opdracht terug gegeven en zich laten uitschrijven uit het register. Klacht niet-ontvankelijk voor zover die ziet op het handelen van na de uitschrijving. Klacht voor het overige ongegrond. De tuchtprocedure dient niet voor toetsing van rapport van een door de rechter benoemde deskundige. Betrokkene heeft alleen een concept-rapport afgeleverd. Hieraan worden minder zware eisen gesteld dan aan een eindrapport. Niet gebleken dat betrokkene niet deskundig genoeg was en evenmin dat het concept-rapport verwijtbare onjuistheden bevat of misleidend is. Dat betrokkene zijn opdracht heeft teruggegeven is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar nu de rechter hem niet heeft gevraagd de opdracht af te ronden.

Procedurenummer 20/1207 Wtra AK
Klacht van de NBA naar aanleiding van een kwaliteitstoets. Klaagster verwijt betrokkene dat hij aanhoudend heeft geweigerd om een verbeterplan in te dienen en daardoor in strijd heeft gehandeld met artikel 16, eerste lid en artikel 5 van de Vo-Kwb. Als gevolg van die weigering heeft klaagster niet kunnen beoordelen of het kwaliteitssysteem van de accountantspraktijk inmiddels wel aan de eisen voldoet.
Met zijn handelwijze heeft betrokkene het in de verordeningen neergelegde toetsingssysteem langdurig gefrustreerd. Door weinig of geen acht te slaan op de rapellen die hij van klaagster heeft ontvangen en niet mee te werken  aan een tijdige verbetering van de kwaliteit van zijn kantoor die volgens de voorgeschreven systematiek op grondslag van een goedgekeurd verbeterplan kon worden getoetst heeft hij gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van professionaliteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
De maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden wordt opgelegd. In aanmerking is genomen dat uit de eerste toetsing het beeld naar voren is gekomen dat op een aantal punten sprake was van tekortkomingen die, gelet op het goedgekeurde verbeterplan, relatief eenvoudig konden worden hersteld en beoordelingsopdrachten niet meer worden uitgevoerd vanaf 2018 en anderzijds dat klager betrokkene veel ruimte in de tijd heeft gegund en kennelijk in de beoordeelde kantoorkwaliteit geen reden zag eerder een vervolgactie in te zetten of een tuchtklacht in te dienen.

Procedurenummer 20/1235 Wtra AK
Klacht tegen accountant over de uitvoering van de dienstverlening: adviesgesprekken – onder meer over de aangiften – waarom werd gevraagd werden niet gevoerd, klager kreeg geen kopieën van de boekhouding en suppletie-aangiften zijn niet ingediend. Alle klachtonderdelen zijn gemotiveerd betwist en klager heeft ze niet onderbouwd. Klacht ongegrond.

Procedurenummer 20/1424 Wtra AK
Klacht tegen accountant in business na misgelopen investering. Klacht ongegrond. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene de belangen van de onderneming en van de aandeelhouders niet juist heeft behartigd.