Uitspraken 18 mei 2015

Procedurenummer 14/2514 Wtra AK
Geen sprake van tekortkoming in de behartiging van de belangen van de cliënt in diens overleg met de belastingdienst. Klacht ongegrond.

Procedurenummer 14/2876 Wtra AK
Klachten over persoonsgericht onderzoek naar subsidie- en opdrachtverstrekkingen in de deelgemeente Feijenoord.
Betrokkene is gezien de opgesomde omstandigheden tuchtrechtelijk verantwoordelijk te achten voor de uitvoering van het onderzoek en voor de inhoud van het uitgebrachte rapport.  
De kwalificatie in het rapport van een uitlating in een gesprek als het uitoefenen van oneigenlijke druk door klager (destijds voorzitter van het dagelijks bestuur van de deelgemeente) is onvoldoende gemotiveerd en ontbeert daarom een toereikende grondslag. 
Betrokkene had die kwalificatie dan ook niet mogen presenteren aan pers en publiek en evenmin in dat verband de term machtsbederf mogen hanteren. 
Strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Berisping.

Procedurenummer 14/3045 Wtra AK
Vergeefse klacht over declaratiegedrag van accountant. Eveneens strandt het verwijt over het niet uitvoeren van werkzaamheden aangezien betrokkene een en andermaal klager heeft gewaarschuwd dat het uitblijven van een ondertekende opdrachtbevestiging in de weg zou staan aan het uitvoeren van de aangeboden werkzaamheden.

Procedurenummer 14/3059 Wtra AK
Klacht van het OM tegen een accountant die in reactie op de vordering tot uitlevering van het kasboek van een cliënt de primaire kasregistratie zodanig aanpast dat de negatieve stand van de kas verdwijnt en deze aangepaste registratie uitlevert zonder mede te delen dat die registratie niet origineel is en is aangepast. Dergelijke handelwijze is in strijd in de fundamentele beginselen van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Het daarnaast voor de cliënt indienen van aangiften omzetbelasting terwijl betrokkene wist dat de door de cliënt aangeleverde omzetgegevens onvolledig en daardoor onjuist waren, en de aangiften omzetbelasting steeds in het voordeel van de cliënt waren, is eveneens in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Tot slot is gegrond de klacht over het niet tijdig melden van het bestaan van een negatieve kas als een ongebruikelijke transactie. Een en ander leidt tot de conclusie dat betrokkene met zijn handelwijze het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht en zodoende het fundamentele beginsel van professionaliteit heeft geschonden. In het kader van de bepaling van de strafmaat is er mede acht op geslagen dat betrokkene er nauwelijks blijk van heeft gegeven de onjuistheid en de onzorgvuldigheid van zijn handelwijze in te zien. Een en ander leidt tot de maatregel van tijdelijke doorhaling in het accountantsregister voor de duur van vier maanden.

Procedurenummers 15/1 en 15/2 Wtra AK
Klacht van voormalig werknemer / accountant in opleiding tegen voormalige praktijkopleider. Deze praktijkopleider heeft geweigerd een na anderhalf jaar na het eindigen van de arbeidsrelatie aangeleverd extra essay te beoordelen. Deze weigering is in de gegeven omstandigheden alleszins te billijken en valt binnen de aan een accountant toekomende vrijheid om in zakelijke betrekkingen een civielrechtelijk standpunt in te nemen. De tegen de kantoordirecteur ingediende klacht is wegens gebrek aan samenhang met het aan de praktijkopleider verweten handelen al ongegrond.

Procedurenummer 15/92 Wtra AK
In rapportages gebruikt betrokkene bewoordingen als “controleren” en/of “beoordelen” inzake financiële gegevens. Mede gezien hetgeen betrokkene ter zitting heeft verklaard, wordt geconcludeerd dat betrokkene assurance omtrent het in die rapportage aan de orde gestelde heeft gegeven. Voor zijn conclusies en oordelen heeft betrokkene onvoldoende werkzaamheden verricht; de rapportages ontberen een deugdelijke grondslag, terwijl betrokkene ook niet heeft voldaan aan enige standaard inzake inrichting van assurance-rapportages. Ook onvoldoende objectiviteit ter zake zijn opdracht in acht genomen. Een voor de advocaat van zijn cliënt geschreven advies, dat niet bedoeld was om aan de rechter ter kennis te komen, is door die advocaat wel als productie in een civiele procedure overgelegd. Betrokkene  heeft nagelaten in dat advies te vermelden dat zonder zijn instemming dit advies niet aan derden mag worden overgelegd. Voorts had hij er actief voor dienen zorg te dragen dat de rechter alsnog zou worden voorgelicht dat het advies slechts een intern stuk was. Berisping.