Uitspraken 18 november 2016

Procedurenummer 16/563 Wtra AK
Geschil tussen scheidende levenspartners/aandeelhouders in een besloten vennootschap. Betrokkene was accountant van de vennootschap en beide aandeelhouders en neemt een bemiddelende rol in bij de verkoop van de aandelen van de ene aan de andere ex-partner. De over te dragen aandelen zijn gewaardeerd volgens een ongebruikelijke waarderingsmethode. 
De Accountantskamer overweegt dat een openbaar accountant van een entiteit met twee of meer bestuurders/aandeelhouders die optreedt voor die entiteit én die bestuurders/aandeelhouders, op grond van de VGC voortdurend bedacht moet zijn op mogelijke bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen vervat in (zowel) de VGC (als haar opvolgster de VGBA). In het bijzonder moet in dit verband gedacht worden aan het (dreigen te) ontstaan van belangenconflicten tussen de bestuurders/aandeelhouders en daarmee de kans op niet naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit als bedoeld in artikel A-100.4 onder b. van de VGC. Doen zich op enig moment bedreigingen voor het niet naleven van de fundamentele beginselen voor, dan treft de accountant (in de terminologie van artikel A-100.2 van de VGC) waarborgen die de bedreiging wegnemen of terugbrengen naar een aanvaardbaar niveau. De accountant legt een bedreiging van niet te verwaarlozen betekenis, de naar aanleiding daarvan getroffen waarborgen en zijn conclusie vast.
In casu is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene onvoldoende waarborgen heeft getroffen om de bedreiging van zijn objectiviteit in de gegeven omstandigheden van het geval terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau, nu hij in die gegeven omstandigheden van het geval niet schriftelijk de voorwaarden heeft vastgelegd waaronder hij de werkzaamheden met betrekking tot de verbreking van de samenleving van partijen zou uitvoeren, en zo onduidelijkheid heeft laten ontstaan over zijn rol, hij voorts klaagsters niet heeft ingelicht over het ongebruikelijke karakter van de voorhanden liggende waarderingsmethode en daarbij klaagsters niet heeft geadviseerd ter zake van expliciet die waardering zich van deskundige bijstand te voorzien en voorts zich er niet van heeft vergewist dat klaagsters terzake de waardering van de aandelen daadwerkelijk deskundige bijstand hadden ingeschakeld.
Berisping.

Procedurenummers 16/1377 en 16/1378 Wtra AK
Kantoortoetsing. De jonge accountant, die het kantoor voortzet, krijgt nog een kans het stelsel van kwaliteitsbeheersing verder aan de normen aan te passen. Berisping. De oudere accountant, die zich inmiddels zelf uit het register heeft laten uitschrijven, wordt een (definitieve) doorhaling voor de duur van 1 jaar opgelegd.