Uitspraken 2 juni 2014

Procedurenummer 13/2921 Wtra AK

Na het doorlopen van de klachtprocedure bij de klachtencommissie van de Nba dienen klagers een gelijkluidende klacht in bij de Accountantskamer. Een aantal onderdelen van die klacht is echter wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk, nu een indiening van een klacht bij de klachtencommissie de in artikel 22 Wtra neergelegde termijn niet schorst, opschort of stuit. Ten onrechte hebben klagers zich bij de klacht bij de Accountantskamer zich beperkt tot een enkele verwijzing naar wat zij in de klachtenprocedure bij de Nba hebben aangevoerd en overgelegd. Die stukken zijn omvangrijk en de tuchtrechter is er niet om zelfstandig op te zoek gaan naar wat wel en wat niet dienstig is voor de klacht. Daarbij komt dat de klachtencommissie buiten de klacht is getreden zodat aan de gegrondverklaring op een aantal van de klachtonderdelen geen betekenis kan worden gehecht. Gelet op het gebrek aan concrete onderbouwing is daardoor het grootste deel van de ontvankelijke klachten ongegrond. Wel gegrond is de klacht over het ten onrechte salderen van posten (ovw. 4.5.2) en de klacht over het geen blijk geven van het genomen hebben van maatregelen tegen de evidente bedreiging voor zijn objectiviteit die ontstond als gevolg van het conflict tussen de twee bestuurders/grootaandeelhouders (ovw. 4.13). Volgt maatregel van waarschuwing.

Procedurenummer 14/235 Wtra AK

Kantoortoetsing. Niet de conclusies maar de bevindingen van de toetsers zijn bepalend bij de beoordeling of het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de getoetste praktijk al dan niet tekortschiet. Dat het eindoordeel van de Raad voor Toezicht een weinig zorgvuldige overweging dienaangaande maakt dat niet anders. Betrokkene had meer maatregelen moeten nemen omtrent de geheimhoudingsplicht van ingeleende medewerkers, meer moeten vastleggen omtrent opdrachtvoorwaarden en de aan de opdracht verbonden risico’s, omtrent de onafhankelijkheid van de assurance-cliënt en omtrent cliëntenonderzoek als bedoeld in de Wwft. Hoewel die vastlegging niet steeds expliciet in de regelgeving is bepaald, volgt uit de aard van de regelgeving, het gegeven dat dossiers steeds overdraagbaar dienen te zijn en wat van de accountant wordt gevergd, dat de accountant in het dossier inzichtelijk maakt wat hij ter zake heeft gedaan c.q. heeft afgewogen. Ook op andere aspecten is de vastlegging ondermaats. Een en ander leidt tot het oordeel dat de praktijk van betrokkene niet heeft beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de gestelde normen. Nu de geconstateerde tekortkoming grotendeels zien op de getoetse assurance-dossiers, betrokkene zonder enig voorbehoud heeft gesteld dergelijke opdrachten in de toekomst niet meer uit te voeren en aannemelijk is geworden dat betrokkene met betrekking tot de overige tekortkomingen zich inmiddels heeft verbeterd, wordt volstaan met de maatregel van berisping.

Procedurenummer 14/420 Wtra AK

Kantoortoetsing. Gegronde klacht over tekortschietend stelsel van kwaliteitsbeheersing na hertoetsing. Vanwege het uitblijven van verbetering en het ontbreken van perspectief volgt de maatregel van doorhaling.