Procedurenummer 12/2337 Wtra AK
Kantoortoetsing. Op verzoek van de Accountantskamer is na eerste mondelinge behandeling een tweede hertoetsing gehouden, omdat inmiddels er voldoende signalen waren dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing beduidend was verbeterd. De tweede hertoetsing heeft een positief resultaat. De Accountantskamer volstaat daarom met oplegging van een berisping.
Procedurenummer 13/935 Wtra AK
Aan beoordeling of de betrokken accountant op enige wijze medewerking heeft verleend aan (mogelijke) valsheid in geschrifte c.q. paulianeus handelen komt de Accountantskamer niet toe, omdat de het klachtrecht v.w.b. deze klager daartoe verjaard is. De Accountantskamer geeft de Nba (Raad voor Toezicht) de aanbeveling een incidentenonderzoek te starten.
Procedurenummer 13/1302 Wtra AK
Betrokkene staat twee groepen van vennootschappen bij die intensief samenwerken en onderling financieel verweven zijn, waarbij zich een en ander voorts afspeelt in een familieverhouding. Op verzoek van de bank wordt onderzocht op welke wijze de rekening-courant-verhoudingen tussen Nederlandse en de buitenlandse kunnen worden opgeschoond, in welk kader betrokkene een overzicht en uitwerking verstrekt. Daarna worden de rekening-courant-verhoudingen tussen de Nederlandse vennootschappen opgeschoond, waarbij geen rekening wordt gehouden met de rekening-courant-verhoudingen met en tussen de buitenlandse vennootschappen. Klacht over het niet betrekken van die laatste rekening-courant-verhoudingen is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Klacht over te eenzijdige behartiging van belangen en zich te veel laten leiden door de belangen van de ene groep vennootschappen gegrond. Van betrokkene had mogen worden verwacht, dat hij gezien de evidente risico’s verbonden aan het deels opschonen en de voor klaagsters op het spel staande belangen, klaagster had gewezen dat en welke risico’s (mogelijk) waren verbonden aan het slechts deel opschonen van de rekening-courant-verhoudingen. Voorts heeft betrokkene door het door zowel klaagsters als de andere groep van vennootschappen gestarte voorlopig getuigenverhoor alleen voor te bespreken met de andere groep van vennootschappen en niet ook met klaagsters en haar daarvan onkundig te houden onvoldoende de van hem te vergen distantie betracht. Betrokkene heeft door een en ander de fundamentele beginselen van objectiviteit en van deskundigheid en zorgvuldigheid niet nageleefd. De overige klachtonderdelen, onder meer betreffende het onder ede niet vertellen van de waarheid, zijn ongegrond bevonden. Volgt maatregel van waarschuwing.
Procedurenummer 13/1476 Wtra AK
Kantoortoetsing AA; berisping.
Procedurenummer 13/1147 Wtra AK
Betrokkene sluit overeenkomst tot het verrichten van allerlei administratieve werkzaamheden voor een vennootschap. Om onduidelijk gebleven redenen staakt betrokkene de overeengekomen werkzaamheden en reageert hij niet dan wel nauwelijks op verzoeken, ook niet na een inventie door de klachtencommissie van NIVRA/NOvAA. Dit nalaten strijdt met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag; de vaag gehouden persoonlijke omstandigheden disculperen niet. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Volgt de maatregel van waarschuwing en een aanbeveling aan (Raad voor Toezicht van) de Nba om een (incidenten)onderzoek in te stellen naar (de praktijk van) betrokkene.
Procedurenummer 13/1566 Wtra AK
Betrokkene verricht administratieve en samenstelwerkzaamheden ten behoeve van vennootschap. Kort na het beëindigen van die werkzaamheden geraakt vennootschap in faillissement. De curator stelt onder meer de statutair bestuurder met succes aansprakelijk voor het tekort in het faillissement vanwege het niet deponeren van de jaarrekeningen ex artikel 2:394 BW en het niet voldoen aan de boekhoudplicht ex artikel 2:10 BW. De door de statutair bestuurder aan betrokkene gemaakt verwijten over het niet deponeren van de jaarstukken althans het schenden van een zorgplicht en over het onvoldoende onderhouden van contact is wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk. Anders dan klager meent, is het verjaringsregime uit het Burgerlijk Wetboek niet ook van toepassing en is de verjaringstermijn van artikel 22 Wtra niet vatbaar voor stuiting. Het verwijt dat de door betrokkene verzorgde administratie niet aan de daaraan te stellen voldeed, is ongegrond. Anders dan klager meent, heeft de civiele rechter dat niet vastgesteld, slechts dat de administratie van de vennootschap van de curator is weggehouden. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene bij de beëindiging van zijn werkzaamheden een ondermaatse administratie heeft opgeleverd.