Uitspraken 21 augustus 2015

Procedurenummer 15/66 Wtra AK
Het is vaste jurisprudentie van de Accountantskamer dat, behoudens bijzondere omstandigheden, het door een accountant in zijn zakelijke betrekkingen al dan niet in rechte innemen van een civielrechtelijk standpunt in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professioneel gedrag (artikel A-100.4 sub a. juncto A-110.1, c.q. A-150.1 VGC) niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een accountant ingenomen standpunt bewust onjuist of misleidend, en dus te kwader trouw, blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een redelijke en goed geïnformeerde derde, die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep . De Accountantskamer voegt daaraan toe dat onder bijzondere omstandigheden ook de beginselen van objectiviteit en of deskundigheid (in de terminologie van de VGBA: vakbekwaamheid) en zorgvuldigheid kunnen zijn geschonden en dat zulks ook het geval kan zijn, indien betrokkene weliswaar niet bewust onjuist of misleidend een standpunt heeft ingenomen, maar hem wel in sterke mate verweten kan worden een onjuist of misleidend standpunt te hebben ingenomen. Waarschuwing.

Procedurenummer 15/295 Wtra AK
Accountantskamer onbevoegd om te oordelen over schadevergoeding. In casu sprake van diverse accountantswerkzaamheden voor diverse gelieerde vennootschappen. Ten onrechte betrokkenheid bij administratie en samenstellen jaarrekening en daarna de controle van die jaarrekening in één van die vennootschappen. (Niet materiele) fout bij uitsplitsing en weergave van het vermogen in de samengestelde jaarrekening in een andere vennootschap. Ernstige fout in weergave en toelichting van resultaat en vermogen bij samenstelling van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van de beheervennootschap.