Uitspraken 22 augustus 2014

Procedurenummer 13/2941 Wtra AK

Voormalig registeraccountant was leider van een onderzoek in opdracht burgemeester naar het uitoefenen van druk “vanuit de PvdA” op een stichting in relatie tot de dienstbetrekking van klaagster, en in het bijzonder of en zo ja, hoe de subsidierelatie van de gemeente met de stichting aan de orde is gesteld en als drukmiddel is gebruikt. Klaagster is voormalig raadslid voor de PvdA. Zij is uit de fractie getreden en heeft dat toegelicht in een brief aan de burgemeester. Een fotokopie daarvan heeft ze aan alle raadsleden gezonden. Die brief, waarin ze ook verslag doet van bemoeienis van PvdA-fractieleden met haar werkrelatie tot een van de vrijwilligsters van de stichting (een dochter van een van de fractieleden), is door een (ander) raadslid van de PvdA doorgestuurd naar de directeur van de welzijnsstichting. Daarop wordt klaagster op staande voet ontslagen, omdat zij zich niet aan redelijke werkafspraken heeft gehouden en omdat zij met de brief schade berokkend heeft aan de welzijnsstichting.

Betrokkene heeft in het onderzoeksrapport geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn dat er in relatie tot de dienstbetrekking van klaagster druk is uitgeoefend op de stichting. De subsidierelatie is niet bij de directeur van de stichting aan de orde gesteld. Het doorsturen van de brief van klaagster aan de burgemeester is niet te beschouwen als het schenden van vertrouwelijkheid want het was geen vertrouwelijk stuk omdat het in kopie aan alle raadsleden was gestuurd. Van overtreding van de gedragscode voor leden van de gemeenteraad is niet gebleken.  

De Ack is van oordeel dat betrokkene de opdracht te zeer heeft verengd tot de vraag of het doorsturen van de brief van klaagster aan de gemeenteraad is te beschouwen als het openbaren van vertrouwelijke informatie. Zelfs als het geen vertrouwelijk stuk was, heeft betrokkene verzuimd aan het raadslid dat de brief had doorgestuurd, te vragen met welk doel dit was gebeurd. Hij heeft die vraag ook niet voorgelegd aan de directeur van de stichting. Betrokkene heeft dus niet (kenbaar) onder ogen gezien of met het doorsturen van de brief mede was beoogd het uitoefenen van druk op de stichting een stap te zetten in het kader van de arbeidsverhouding van klaagster met de stichting. Volgens de gedragscode voor leden van de gemeenteraad moet een raadslid zorgvuldig en correct omgaan met informatie waarover hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap beschikt. Oordeel dat van overtreding van de gedragscode niet is gebleken, is in het licht van het vorenstaande niet zonder meer begrijpelijk. Verzuimen leveren schending van fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid op.