Procedurenummer 14/1045 AK
Bestuur van vermogensbeheerder met Wft-vergunning aanvaardt offerte van accountant voor wettelijke controle jaarrekening. De voorgaande accountant wordt enkele maanden later door de AVA van de vermogensbeheerder benoemd tot controlerend accountant.
De accountant aan wie het bestuur de opdracht heeft verleend, meldt het verkrijgen van de opdracht aan de voorgaande accountant en vraagt om hem toegang te verschaffen tot relevante informatie.
Voorgaande accountant heeft opvolgende accountant daarna schriftelijk uitgenodigd om controledossier op zijn kantoor te komen inzien. Opvolgende accountant schrijft in e-mails aan voorgaande accountant dat hem een aantal zaken ter ore is gekomen.
Het bestuur van de vermogensbeheerder deelt kort nadien aan de opvolgende accountant mee dat er onvoldoende wederzijds vertrouwen is en geen basis meer voor verdere samenwerking en vraagt aan voorgaande accountant om controle te verrichten. Vervolgens wordt een opdrachtbevestiging aan de voorgaande accountant getekend. Kantoor van opvolgende accountant start civiele procedure over vordering vanwege verrichte werkzaamheden.
Opvolgende accountant klaagt dat voorgaande accountant opzettelijk heeft verzuimd de noodzakelijke informatie te verstrekken. Voorgaande accountant stelt in zijn verweer dat zijn opdracht ruim een maand na zijn benoeming is opgezegd.
Ack: deze opzegging is niet aan te merken als een intrekking van de opdracht als bedoeld in artikel 2:393 lid 2 van het BW want een opdracht komt pas tot stand nadat de accountant de opdracht heeft aanvaard.
Artikel 20 lid 3 van de Wta moet richtlijnconform worden uitgelegd. De verplichting van de accountantsorganisatie om desgevraagd toegang te verlenen tot alle relevante informatie met betrekking tot de controlecliënt rust ook op de voorgaande accountant. Gezien het belang van informatieverschaffing aan de opvolgende accountant aan wie een opdracht tot wettelijke controle is verstrekt, en gezien de Europeesrechtelijke origine van het artikellid, ligt het voor de hand de verplichting ruim uit te leggen. De zaken die aan de opvolgende accountant ter ore zijn gekomen vallen onder de informatieplicht.
Procedurenummer 14/1346 Wtra AK
Niet gebleken van een (bewust) onjuist afgelegde getuigenverklaring. Betrokkene behoeft, alvorens een schriftelijke (getuigen)verklaring af te leggen daarover niet de persoon, waartegen hij verklaart, van tevoren te horen.
Procedurenummer 14/1748 Wtra AK
Accountant die in opdracht van twee broers de belastingdienst verzoekt om de aan hen opgelegde aanslagen successierecht/erfbelasting ambtshalve aan te passen (resulterend in belastingteruggaven aan deze broers en aan klaagster (hun zus)), beroept zich tegenover klaagster terecht op zijn geheimhoudingsplicht (vervat in de VGC) ter onderbouwing van zijn afwijzing van het verzoek van klaagster om afschriften van alle stukken die verband houden met de belastingteruggaven.
Procedurenummer 14/2371 en 14/2523 Wtra AK
Accountant houdt zich onbereikbaar voor cliënten. Bij toetsing van de praktijk van de betrokken accountant door de Raad voor Toezicht van de Nba wordt geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing verbetering behoeft. Betrokkene voldoet niet aan verzoeken om een verbeterplan in te dienen. De accountant verweert zicht niet tegen de klachten en verschijnt niet ter zitting van de Accountantskamer. Gegrondverklaring en definitieve doorhaling voor drie jaar.