Uitspraken 27 juli 2018

Procedurenummer 18/256 Wtra AK
De door een medewerker van betrokkene verrichte werkzaamheden, waarvoor kennis en vaardigheden van de accountant vereist zijn, vinden hun oorsprong in de aan betrokkene verstrekte opdracht zodat betrokkene voor deze werkzaamheden tuchtrechtelijk aansprakelijk is. Dit geldt te meer nu betrokkene en de desbetreffende medewerker gezamenlijk samenstelwerkzaamheden verrichtten en stukken met vermelding van het logo van het accountantskantoor werden verzonden.

Betrokkene heeft, deels via zijn medewerker, op meer punten het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden, door:
– niet te toetsen of de aan de omzet- en liquiditeitsprognoses ten grondslag liggende veronderstellingen en schattingen juist en reëel waren en of de aan de financiering verbonden rente en aflossingen waren meegenomen;
– niet de risico’s te benoemen die zijn verbonden aangaan van een overeenkomst, hoewel dit uit de op hem rustende zorgplicht voortvloeit en cliënt zich in privé borg diende te stellen voor de terugbetaling van de lening;
– geen specificatie van de facturen te verstrekken en in deze weigering te volharden, ondanks een daartoe strekkend verzoek van de cliënt;
– als tekenend accountant niet zelf de jaarrekening over 2015 met zijn cliënt te bespreken, hoewel hiertoe aanleiding was, nu de jaarrekening een negatief vermogen liet zien en daarnaast sprake was van een krappe liquiditeit met een langlopende financiering vanuit privé en een relatief zwaar negatief resultaat;
– geen persoonlijk contact te hebben met (een vertegenwoordiger) van zijn cliënten voor de aanvang van de uitvoering van de opdracht.

Maatregel: Berisping