UITSPRAKEN 27 JULI 2020

Procedurenummer 19/305 Wtra AK
Klacht i.v.m. controle jaarrekeningen vijf ondernemingen behorend tot één groep. Klacht gedeeltelijk gegrond, gedeeltelijk ongegrond. Strijd met fundamenteel beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand. De Accountantskamer is van oordeel dat het door het bestuur van de holding opgestelde herstelplan essentieel was bij de controle van de jaarrekeningen van de gecontroleerde vennootschappen. Het herstelplan was immers cruciaal voor (de beoordeling van) de continuïteit van de vennootschappen. Tussen partijen is niet in geschil dat de vennootschappen ten tijde van de controle technisch failliet waren. Vanwege de bestaande problemen met de liquiditeit en de continuïteit had betrokkene het aangeleverde herstelplan professioneel kritisch moeten bezien. De Accountantskamer is van oordeel dat onvoldoende onderzocht is of de prognoses met betrekking tot de opbrengsten van de nieuwe fondsen en het terugvloeien van gelden naar de bestaande, verlieslatende fondsen reëel waren. Betrokkene had gezien de verbondenheid van twee buiten de groep vallende vennootschappen met respectievelijk de UBO en de zoon van de UBO een diepgaandere beoordeling van de betalingen aan deze vennootschappen moeten verrichten. De Accountantskamer is daarom van oordeel dat betrokkene onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de transacties van de holding met deze verbonden partijen.

Procedurenummer 19/1924 Wtra AK
Klacht tegen accountant in zijn hoedanigheid van (voormalig) aandeelhouder en directeur. Klager is een medewerker van wie de arbeidsovereenkomst is ontbonden. De klacht ziet op de gedragingen van betrokkene in de gerechtelijke procedure rondom de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst en de nasleep daarvan. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond, met uitzondering van het verwijt dat betrokkene in het mediationtraject de geheimhouding heeft geschonden. Maatregel: waarschuwing.