Uitspraken 28 oktober 2016

Procedurenummer 16/668 Wtra AK
Rapportage over waarde inbreng ter volstorting van aandelen per 1 januari 2009. Een andere accountant is voor de indertijd afgegeven inbrengverklaring tuchtrechtelijk veroordeeld; betrokkene wist hiervan af. Betrokkene heeft NVCOS 5500N toegepast. Hij heeft daarbij, gezien de bewoordingen van zijn conclusies in het rapport, niet, zoals in randnummer 27 van deze Cos is voorgeschreven, de opdracht op duidelijke wijze van een assurance-opdracht onderscheiden. De rapportage ontbeert deugdelijke grondslag, omdat enerzijds in het rapport staat dat het gebaseerd is op diverse stukken van na 23 oktober 2009, terwijl betrokkene heeft aangegeven dat deze stukken toch niet voor de waardebepaling gebruikt zijn. Ook had betrokkene in de gegeven omstandigheden van het geval voor de deugdelijkheid van zijn rapport klager moeten horen. Het rapport ontbeert een redelijk doel, nu het ten behoeve van een juridisch geschil is opgesteld, waarin de waarde van de inbreng per 21 januari 2010 van belang is, terwijl betrokkene de waarde van de ingebrachte ondernemingen heeft bepaald per 1 januari 2009. Voorts is betrokkene in het rapport ten onrechte niet volstrekt helder geweest over het onderscheid tussen beide data en waardebepalingen.
Berisping.

Procedurenummer 16/896 Wtra AK
Accountant die zoals hij gewoon was, financieel verslag (in de vorm van een balans, winst- en verliesrekening en een resultaatverdeling) van een maatschap opmaakt, wetend dat er sprake is van een geschil tussen de (ex-) maten over de financiële afwikkeling van de maatschap, en die zich niet realiseert dat zich in die situatie bedreigingen (kunnen) voordoen voor de naleving van de fundamentele beginselen van objectiviteit en deskundigheid en zorgvuldigheid, laat staan daartegen waarborgen treft, handelt in strijd met het conceptueel raamwerk van de VGC. Waarschuwing.