Uitspraken 3 januari 2014

Procedurenummer 13/1020 Wtra AK
Betrokkene is tijdelijk werkzaam geweest als openbaar accountant. Met ingang van een bepaalde datum heeft hij zich ingeschreven als accountant in business. Klaagsters stemmen in met offerte voor accountantswerkzaamheden (uitgebracht op een tijdstip waarop betrokkene nog ingeschreven stond als openbaar accountant en mede door hem ondertekend) van onderneming met welke betrokkene zegt geen enkele band te hebben. In reactie op de bezwaren van klaagsters tegen hoogte van declaraties worden zij door betrokkene verwezen naar een belastingadviseur die samen met betrokkene eigenaar is van een andere onderneming.   
Een accountant in business die voor de helft eigenaar is van een onderneming is alleen al daarom verantwoordelijk voor door die onderneming gezonden facturen. Inhoudelijk is klacht over declaraties niet met feiten toegelicht en daarom ongegrond. 
Klacht inhoudend dat betrokkene een rookgordijn heeft opgeworpen (door eerst onder een bepaalde (handels)naam werkzaamheden als openbaar accountant te verrichten en de hiervoor vermelde offerte mede te ondertekenen en door daarna vrijwel alleen werkzaamheden vanuit een derde onderneming te verrichten) is gegrond. Het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid vergt dat een accountant bij het offreren van werkzaamheden en het declareren voor verrichte werkzaamheden zorgvuldig optreedt. 
De door betrokkene geschapen onduidelijkheid over zijn verantwoordelijkheid voor de verrichte werkzaamheden is in strijd met het fundamentele beginsel van professioneel gedrag voor zover dit inhoudt dat een accountant zich onthoudt van gedrag dat het accountantsberoep in diskrediet brengt,