Uitspraken 3 maart 2017

Procedurenummer 15/2252 Wtra AK
Klager (belegger in commanditaire vennootschappen die eigenaar zijn van vakantieparken met huisjes die verhuurd worden) klaagt dat controlerend accountant geen goedkeurende verklaring had mogen afgeven bij jaarrekeningen omdat er onder de post debiteuren niet bestaande vorderingen op de huurder zijn opgenomen. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene gezien de controle-informatie waarover hij beschikte de verwerking van het in 2014 voor het eerste halfjaar van 2015 aan de huurder in rekening gebrachte bedrag, het daarvan in 2014 ontvangen bedrag en het daarvan in 2015 nog te betalen bedrag in de jaarrekening over 2014 als niet onaanvaardbaar heeft mogen beschouwen, aangezien met deze verwerking geen onjuist beeld wordt gegeven van de verrichte en nog te verrichten prestaties op grond van de huurovereenkomst en aangezien van deze wijze van verwerking geen invloed uitgaat op het vermogen en het resultaat van de commanditaire vennootschap. Klacht ongegrond.

Procedurenummer 16/1239 Wtra AK
Accountant legt rapport van een andere accountant zonder toestemming over in een procedure bij het CBb. Dat is in strijd met het beginsel van integriteit. Accountant schrijft daarna brief aan het CBb waarin hij verzoekt een eerdere brief van zijn advocaat aan het CBb (die daarin het hiervoor bedoelde rapport terugtrekt uit de procedure bij het CBb) als niet verzonden te beschouwen. Het schrijven van deze brief is gebeurd met de kennelijke bedoeling het CBb ertoe te bewegen de brief van de advocaat te negeren. Daarom is ook het sturen van deze brief aan het CBb in strijd met het beginsel van integriteit. Beide handelingen zijn ook in strijd met het beginsel van professionaliteit.
Accountant handelt ten derde male in strijd met beginsel van integriteit doordat hij in een e-mailbericht aan een klant geen melding maakt van het feit dat een door hem afgegeven inbrengverklaring (die in het e-mailbericht wordt gehandhaafd) ter discussie staat in een klachtprocedure bij de Ack. 
Definitieve doorhaling voor zes maanden.

Procedurenummer 16/2213 Wtra AK
Geschil voortvloeiende uit overdracht van een deel van een accountantspraktijk aan een administratiekantoor. De overdragende accountant moet daarbij eerlijk en oprecht optreden. Ruime uitleg van artikel 3, tweede lid VGBA. Klacht in casu ongegrond.

Procedurenummer 16/2454 Wtra AK
Tuchtrechtelijke norm voor de accountant die als bindend adviseur optreedt. Voor het tuchtrecht heeft evenals in het civiele recht te gelden dat de positie die een bindend adviseur-accountant dient in te nemen met zich brengt dat aan deze de benodigde beoordelingsruimte dient toe te komen bij de (wijze van) invulling en uitvoering van de opdracht. Het fundamentele beginsel van objectiviteit vergt van een accountant die als bindend adviseur optreedt, dat de accountant onafhankelijk en onpartijdig optreedt in de zin zoals deze begrippen moeten worden verstaan op grond van de jurisprudentie van de civiele rechter.