UITSPRAKEN 31 JANUARI 2025

Procedurenummer 23/1890 Wtra AK
De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van twee maanden opgelegd. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en integriteit. Betrokkene heeft niet op gepaste en zakelijke wijze met klaagster gecommuniceerd en heeft daarnaast met het oog op zijn eigen belangen geprobeerd de waarheid geweld aan te doen. Hij heeft bij klaagster aangedrongen op het ondertekenen van een verklaring die, naar hij wist, niet (langer) strookte met de waarheid. Het feit dat betrokkene de intentie had om daarmee de voorzieningenrechter verkeerd voor te lichten wordt hem zwaar aangerekend. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

Procedurenummer 24/3024 Wtra AK
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Klaagster heeft in 2020 een kantoortoetsing uitgevoerd. Zij heeft vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het is in de drie jaren daarna niet gelukt om een hertoetsing uit te voeren, omdat betrokkene volgens klaagster daaraan weigert mee te werken. Verder heeft klaagster vastgesteld dat betrokkene de verplichte Kennistoets 2022 niet met succes heeft afgerond. De klacht is geheel gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw kan worden ingeschreven op vijf jaar.

Procedurenummer 24/3084 Wtra AK
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Tijdens een kantoortoetsing heeft klaagster vastgesteld dat in het NOW1-dossier de verplichte opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling niet was uitgevoerd. Klaagster heeft betrokkene in een periode van 15 maanden in de gelegenheid gesteld de stukken van de OKB te overleggen, maar ondanks toezeggingen van betrokkene heeft klaagster deze niet ontvangen. Klaagster is daarom van mening dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan de kantoortoetsing, als gevolg waarvan klaagster niet kan beoordelen of de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet. De klacht is gegrond. Betrokkene heeft wisselend verklaard over het overleggen van de stukken van de OKB en is vrijwel ieder contact uit de weg gegaan. Daarmee heeft hij onvoldoende medewerking verleend aan het afronden van de kantoortoetsing. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.