Uitspraken 5 december 2016

Procedurenummer 16/753 Wtra AK
Verklaring over realiseren deel premieplichtige loonsom van klant betrokkene, toegevoegd aan verzoek van die klant om toestemming voor ontslaan klager, niet onjuist. De brief opgesteld door betrokkene en toegevoegd aan verzoek van diezelfde klant om toestemming voor ontslaan andere medewerkers niet aannemelijk geworden. In beide stukken staan wel omissies maar niet zodanig ernstig dat betrokkene daarvan een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Procedurenummer 16/1029 Wtra AK
Bij het opstellen van de publicatiestukken van een vennootschap heeft betrokkene een aantal jaren lang niet opgemerkt dat een regel met de post agioreserve niet is opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Dat is in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel A-100.4 onder c. van de VGC en het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA.

Procedurenummer 16/1532 Wtra AK
Een accountant die vanwege een mogelijke fraude bij een cliënt waarvan hij de jaarrekening aan het beoordelen is, een advies uitbrengt aan zijn cliënt over de persoon van een in te schakelen deskundige die onderzoek naar die fraude moet instellen, moet gedegen en zorgvuldig te werk gaan. In dit geval heeft betrokkene gesteld dat hij destijds niet op de hoogte was van het negatieve nieuws omtrent de persoon die hij heeft aanbevolen, terwijl wel van hem verlangd kon worden dat hij een oordeel had gegeven over diens bekwaamheid mede aan de hand van de beschikbare actuele gegevens (waaronder een uitspraak van de Accountantskamer waarbij aan die persoon een berisping is opgelegd) omtrent diens reputatie. 
Betrokkene heeft ter zitting erkend dat elk van de zeven onderwerpen, waarnaar op grond van de opdracht aan de persoon die betrokkene had aanbevolen, onderzoek moest worden gedaan, van belang konden zijn voor het bestaan van fraude, en voorts dat in de bevindingen van het conceptrapport van deze persoon aan vijf van die zeven onderwerpen zonder enige motivering geen woord wordt gewijd, mocht betrokkene niet zonder meer uitgaan van de juistheid van de conclusie van het conceptrapport, luidende ‘dat geen informatie naar boven was gekomen die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening door de externe accountant en dat niet was gebleken van een ernstige integriteitsinbreuk van de huidige bestuurders met mogelijke consequenties voor de aanpak van de accountant’. 
Betrokkene heeft ook niet zelf aan de hand van de bevindingen van de opsteller van het conceptrapport vastgesteld, laat staan vastgelegd dat de door deze opsteller verrichte werkzaamheden in het kader van het doel van de beoordelingsopdracht toereikend waren, terwijl   nu hij de conclusie uit het conceptrapport wel voor die beoordelingsopdracht heeft gebruikt   hij dit volgens het bepaalde onder 16 van Standaard 2400 van de NVCOS wel had moeten doen. Tot twee maal toe strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. 
Berisping.