Uitspraken 9 december 2013

Procedurenummer 13/1239 Wtra AK

Categorische weigering om aan PE-verplichting te voldoen leidt, mede gelet op de recidive aangaande de driejaarscyclus 2007-2009 en het jaar 2010, tot het oordeel dat geen andere maatregel dan doorhaling in het register passend en geboden is.

Procedurenummer 13/719 Wtra AK

Betrokkene wordt door civiele rechter benoemd tot deskundige ter voorlichting over de vraag welk bedrag ingevolge de huwelijkse voorwaarden verrekend dient te worden tussen de partijen in die boedelscheidingsprocedure. Het door betrokkene aan de civiele rechter uitgebrachte rapport leidt tot een klacht, bestaande uit 73 onderdelen. Het handelen en/of nalaten van betrokkene dient te bezien te worden tegen de achtergrond van de fundamentele beginselen nu geen specifiek nader voorschrift of specifieke standaard van toepassing is. Daarbij moet worden aangetekend dat, gelet op de specifieke kader waarbinnen betrokkene zijn opdracht vervult, de civiele rechter geacht moet worden leidend te zijn bij de processuele aspecten omtrent (de totstandkoming van) het deskundigenbericht, dat de waardering van het deskundigenbericht aan de civiele rechter moet worden overgelaten en dat de tuchtrechter dienaangaande geen rol heeft. Dit is slechts anders onder bijzondere omstandigheden. Een dergelijke beperking in rol geldt niet voor de materiële inhoud van het deskundigenbericht, de deugdelijke grondslag daarvan daaronder begrepen. 

Tegen de achtergrond van die maatstaf, het gegeven dat klager niet heeft gereageerd op het laatste conceptrapport en evenmin heeft gereageerd op het definitieve rapport in de civiele procedure falen alle klachtonderdelen over de inhoud van het deskundigenbericht. Ook de overige klachtonderdelen die onder andere zien op een verstrengeling van belangen met de raadsheer-commissaris, de kwalificaties van betrokkene, het niet beproeven van een mediation of minnelijke regeling en een eenzijdige en partijdige communicatie stranden. 

Procedurenummer 13/1057 Wtra AK

Nieuwe directeur van vennootschap stelt aan voormalige accountant van de vennootschap een aantal vragen, waarna deze accountant in de visie van die directeur te traag en onvoldoende antwoord geeft en zich ten onrechte verschuilt achter zijn geheimhoudingsplicht. Uit de vraagstelling behoefde de accountant echter niet te begrijpen dat ‘slechts’ om voorafgaande journaalposten en kolommenbalansen werd gevraagd nu die vraagstelling veeleer wees op een nadere opdracht tot het analyseren en zoveel mogelijk verklaren van de door de vennootschap aangedragen verschillen in de rekening-courant tussen de vennootschap en haar voormalige directeur. Dat betrokkene zo’n opdracht niet kon of wilde aanvaarden is te billijken, gelet op de mogelijke implicaties voor die voormalige directeur, die nog cliënt van betrokkene was, en de daardoor ontstane bedreiging voor een juiste naleving door betrokkene van de fundamentele beginselen uit de VGC. Volgt ongegrondverklaring.

Procedurenummer 13/1223 Wtra AK

Medewerkers kantoor betrokkene hebben op verzoek cliënt geldleningsovereenkomst tussen klaagster enerzijds en dochter directeur/eigenaar klaagster en haar toenmalige partner anderzijds opgesteld. 

Volgens klaagster en haar directeur/eigenaar (klager) bevat de overeenkomst een tweetal fouten. 

Voor zover is beoogd daarover te klagen is de klacht niet ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

De klacht dat betrokkene (één van de eigenaren van het kantoor) weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de hiervoor bedoelde fouten faalt want er doet zich geen bijzondere omstandigheid voor die maakt dat het door betrokkene ingenomen civielrechtelijke standpunt over die fouten tuchtrechtelijk verwijtbaar is. 

Klacht dat het bekend maken van stukken (eerdere geldleningsovereenkomsten met een vergelijkbaar geredigeerde bepaling) aan de verzekeraar van het kantoor van betrokkene en aan de advocaat van klaagster in een civiele procedure levert geen schending op van de op betrokkene rustende geheimhoudingsplicht.