Procedurenummers 14/1512 en 14/1991 Wtra AK
Persoonsgericht onderzoek met als doel het verschaffen van inzicht in de relevante gebeurtenissen die ten grondslag liggen aan de aan de opdrachtgever gemelde mogelijke onregelmatigheden bij een bedrijf, waarvan klager directeur is. Volgens de klacht hebben betrokkenen ten onrechte geweigerd de verslagen van de gesprekken die in het kader van dit onderzoek met (voormalige) functionarissen van onder meer dit bedrijf zijn gevoerd, vooruitlopend op het uitbrengen van het definitieve rapport, aan klager te verstrekken. Klacht is ongegrond.
De beslissing om de notities die van de gevoerde gesprekken zijn gemaakt, niet aan klager te verstrekken, is genomen door betrokkene sub 1. Dat behoort tot zijn taak als de accountant die eindverantwoordelijk is voor het onderzoek. Het feit dat betrokkene sub 2. de dagelijkse leiding heeft gehad van dit onderzoek en (een aantal van) de gesprekken waarom het gaat, heeft gevoerd, schept geen eigen verantwoordelijkheid voor deze beslissing.
Het maken van een verslag van een gesprek dat als onderdeel van een persoonsgericht onderzoek heeft plaatsgevonden, en het verstrekken van dit verslag aan de persoon, die het object is van het persoonsgerichte onderzoek, kunnen zinvol en nuttig zijn, aangezien beide het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor de bevindingen van het onderzoek ten goede kunnen komen. Er is geen algemene gedrags- of beroepsregel aan te wijzen die meebrengt of inhoudt dat het een en het ander altijd moeten gebeuren.
Door de wijze waarop in dit geval feitelijke bevindingen zijn verwoord en de mededelingen van de gesprekken die zijn gevoerd, zijn opgetekend, zijn aan klager voldoende mogelijkheden geboden om zich een oordeel te vormen over de juistheid en de volledigheid van deze bevindingen en mededelingen en zich daartegen te kunnen verweren. Daarom kan niet worden gezegd dat aan klager, voordat het definitieve rapport is uitgebracht, geen adequaat wederhoor is geboden.
Procedurenummer 14/2265 Wtra Ak
Klacht over advisering bij aankoop en nadien bij verkoop van aandelenbelang te laat ingediend en daarom niet ontvankelijk, evenals de klacht over het (laten) accepteren en uitvoeren van een opdracht van de rechtspersoon, waarvan klagers doende waren het (indirect) gehouden aandelenbelang af te stoten. Het ontvankelijke onderdeel van de klacht over het niet aan klagers verstrekken van nieuwe, relevante informatie van/over de te verkopen rechtspersoon ongegrond.