Uitspraken 9 november 2018

Procedurenummer 17/2497 Wtra AK
Betrokkene heeft het besluit van klaagster, een andere (rechts)persoon dan zijn opdrachtgever, tot een aandelenemissie onderzocht. Dit onderzoek is aan te merken als een persoonsgericht onderzoek in de zin van de NBA-Praktijkhandreiking 1112. De in deze handreiking opgenomen aanwijzingen geven richting aan beantwoording van de vraag welke eisen de fundamentele beginselen stellen aan de accountant die een persoonsgericht onderzoek verricht en zijn in zoverre van belang bij de beantwoording van de vraag of in een concreet geval sprake is geweest van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Nu klaagster (mede) onderwerp van het onderzoek was, had betrokkene, voor het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor het rapport, haar de mogelijkheid moeten bieden om informatie te verschaffen voordat hij zijn rapport aan zijn opdrachtgever aanbood. Niet voldoende is dat betrokkene zijn opdrachtgever vragen heeft laten stellen op de vergadering van aandeelhouders. Evenmin is van belang dat hoor en wederhoor hebben plaatsgevonden bij het gerechtshof en dat het hof heeft laten zien te begrijpen dat het hier gaat om een partijrapport dat niet gebaseerd is op informatie verstrekt door klaagster. Dit nalaten levert schending op van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing