Procedurenummer 24/3904 Wtra AK
Accountant treedt op als bindend adviseur. De toetsing van zijn handelen is daarom terughoudend. De klacht is ongegrond omdat de verwijten geen grond vinden in de aangevoerde feiten en omstandigheden.
Procedurenummers 24/3581 Wtra PE, 24/3582 Wtra PE, 24/3587 Wtra PE, 24/3588 Wtra PE, 24/3589 Wtra PE, 24/3590 Wtra PE, 24/3594 Wtra PE, 24/3595 Wtra PE, 24/3597 Wtra PE, 24/3600 Wtra PE, 24/3601 Wtra PE, 24/3602 Wtra PE, 24/3606 Wtra PE, 24/3607 Wtra PE
Gegronde klachten, betrokkenen krijgen de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. Betrokkenen hebben voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.
Procedurenummers 24/3591 Wtra PE, 24/3592 Wtra PE, 24/3593 Wtra PE, 24/3598 Wtra PE, 24/3599 Wtra PE, 24/3605 Wtra PE
Gegronde klachten, betrokkenen krijgen de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. Betrokkenen hebben voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld.
Procedurenummers 24/3583 Wtra PE, 24/3596 Wtra PE, 24/3609 Wtra PE
Gegronde klachten, betrokkenen krijgen de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkenen hebben voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van verlichtende omstandigheden.
Procedurenummers 24/3151 en 24/3971 Wtra AK
Gedeeltelijk gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Klagers zijn verwikkeld in een civiele procedure waarin van hen een schadevergoeding wordt gevorderd. Betrokkene heeft op verzoek van de wederpartij van klagers ten behoeve van deze civiele procedure in 2020 twee rapporten op grond van Standaard 4400N uitgebracht. In 2023 heeft betrokkene deze rapporten van onwaarde verklaard en heeft hij een derde rapport uitgebracht met toepassing van NBA-Handreikingen 1111 en 1127. Klagers verwijten betrokkene dat hij heeft de gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Zo zijn de eerste twee rapporten niet in overeenstemming met Standaard 4400N opgesteld en heeft betrokkene niet voldoende duidelijk in zijn rapporten opgeschreven wat hij bedoelt.
Procedurenummers 23/2200 en 23/2201 Wtra AK
Klacht over onderzoeksrapporten van de Inspectie van het Onderwijs. Bij een tuchtklacht over de inhoud van het onderzoeksrapport moet beoordeeld worden of de accountant bij het opstellen daarvan al of niet in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. De toezichthoudende taak die betrokkenen als medewerkers van de Inspectie hebben, brengt noodzakelijkerwijs mee dat zij feiten en omstandigheden moeten onderzoeken en daarbij – soms complexe – wet- en regelgeving moeten uitleggen en toepassen. Betrokkenen dienen daarbij de fundamentele beginselen in acht te nemen en professionele oordeelsvorming toe te passen. Van betrokkenen mag daarom worden verlangd dat zij een volledig en zorgvuldig onderzoek instellen, alvorens op basis daarvan een standpunt in te nemen. De tuchtrechtelijke grens wordt (pas) overschreden, als betrokkenen een standpunt hebben ingenomen dat niet of onvoldoende wordt gedragen door de uitkomsten van het onderzoek of niet berust op een verdedigbare uitleg en toepassing van wet- en regelgeving. De klacht is grotendeels ongegrond, omdat niet steeds aannemelijk is geworden dat betrokkenen in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid hebben gehandeld. Op een aantal punten zijn betrokkenen wel tekortgeschoten. Daarom krijgen betrokkenen een waarschuwing.
Procedurenummer 24/2415 Wtra AK
Betrokkene heeft voldoende gegevens aan klagers verstrekt en doet geen (onterecht) beroep op zijn retentierecht. Het tweede klachtonderdeel heeft betrekking op de werkzaamheden die betrokkene heeft verricht in het kader van de overname van het bedrijf van klagers door de zoon van klager. De Accountantskamer vindt dat klagers niet aannemelijk hebben gemaakt dat betrokkene de regie had (die lag bij een daarin gespecialiseerd bedrijf, dat door de zoon van klagers was ingeschakeld) of anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
De klacht is geheel ongegrond.
Procedurenummer 24/2884 Wtra AK
Gedeeltelijk gronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager is betrokken in een civielrechtelijk geschil. Hij is in de procedure bij de rechtbank met zijn tegenpartij overeengekomen dat een bindend advies zal worden gevraagd. Daartoe is een opdracht aan betrokkene verstrekt. Betrokkene heeft een bindend advies in de vorm van een memo uitgebracht. De verwijten van klager gaan over de totstandkoming en de inhoud van het memo. Vanwege de aard van het memo, een bindend advies, vindt een terughoudende toetsing door de Accountantskamer plaats. De klacht is gedeeltelijk gegrond want betrokkene is op twee punten tekortgeschoten en heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
Procedurenummer 24/2621 Wtra AK
Ongegronde klacht. Betrokkene is als CFO werkzaam bij een vennootschap waarvan de aandelen door een derde van klaagster zijn gekocht. Tussen deze derde als koper en klaagster als verkoper van de aandelen is een meningsverschil ontstaan. Dat gaat onder meer over de voorraad grondstoffen bij de vennootschap waarvan de aandelen zijn verkocht. Volgens de koper is de werkelijke voorraad grondstoffen aanzienlijk lager dan de geadministreerde voorraad. De verschillen lopen volgens de koper in de miljoenen. Betrokkene heeft een (voortgezet) onderzoek gedaan naar de verschillen en heeft daarover een memorandum geschreven. Tussen de koper en de vennootschap als eisers en klaagster als gedaagde is een gerechtelijke procedure gestart die mede is gebaseerd op het memorandum van betrokkene. Dit memorandum schiet volgens klaagster in meerdere opzichten tekort. De Accountantskamer wijst de klacht af, vooral omdat klaagster haar klacht niet op het correcte toetsingskader heeft gebaseerd. Bij toepassing van het wel correcte toetsingskader (kort gezegd: het memorandum is een standpunt in een civielrechtelijk geschil) heeft betrokkene niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld of nagelaten.
Procedurenummer 24/2571 Wtra AK
Klaagster heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De drie gecontroleerde dossiers zijn onvoldoende bevonden. Deze tekortkomingen zijn nauwelijks weersproken. Daaruit blijkt volgens de Accountantskamer dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing nog altijd onvoldoende is. Ook de verplichte jaarlijkse evaluatie van de kwaliteitsambitie en de wijze waarop gewaarborgd is dat accountantsopdrachten conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd is met onvoldoende diepgang en deskundigheid verricht. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.
Procedurenummer 24/1869 Wtra AK
Na een eerdere klacht van klaagster tegen betrokkene over onder andere het samenstellen van een jaarrekening (boekjaar 2019), welke klacht tot een uitspraak van de Accountantskamer van 22 oktober 2021 heeft geleid, heeft klaagster opnieuw een klacht tegen betrokkene ingediend. De klacht heeft met name betrekking op het samenstellen door betrokkene van een achttal jaarrekeningen van eenzelfde vennootschap (2013 t/m 2020). De klacht is, voor zover ontvankelijk, grotendeels gegrond. De maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand wordt opgelegd.
Procedurenummer 24/2277 Wtra AK
Klager, die ondernemer is en een eenmanszaak heeft, beklaagt zich over door betrokkene verrichte werkzaamheden in het kader van administratieve dienstverlening. Klager meent dat betrokkene in meerdere opzichten is tekortgeschoten. De klacht is ongegrond. Klager heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene daadwerkelijk is tekortgeschoten en de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) heeft geschonden.
De klacht is ongegrond. Klager heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene daadwerkelijk is tekortgeschoten en de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) heeft geschonden.
Procedurenummer 24/1996 Wtra AK
Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één jaar opgelegd. Betrokkene is (mede)eigenaar en kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor met twee vestigingen. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing uitgevoerd. De vier getoetste dossiers zijn onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De toetsers hebben veelal basale tekortkomingen geconstateerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Procedurenummer 24/2414 Wtra AK
Betrokkene was samenstellend accountant van een onderneming over het boekjaar 2022. In die hoedanigheid heeft hij foutherstel toegepast ten aanzien van de verwerking onderhandenprojecten in de vergelijkende cijfers van 2021. Klager, die zijn aandelen in deze onderneming had verkocht en die een garantieverklaring had afgegeven aan de koper, meent dat ten onrechte foutherstel is toegepast, onder meer omdat daarvoor onvoldoende onderbouwing aanwezig was. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft onvoldoende onderbouwd dat hij kritisch heeft gekeken naar de informatie die hij van het management had ontvangen. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid had hij extra werkzaamheden moeten verrichten alvorens tot foutherstel over te gaan.
Procedurenummer 24/2448 Wtra AK
Kantoortoetsing, gegronde klacht. Betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene is de kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor. De NBA heeft, na een eerdere kantoortoetsing, een hertoetsing en een aanvullende hertoetsing uitgevoerd. Zowel bij de hertoetsing als bij de aanvullende hertoetsing is een aantal dossiers onvoldoende bevonden. Daaruit blijkt volgens de NBA dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor in opzet en werking nog steeds niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Accountantskamer kamer is van oordeel dat betrokkene is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheid als kwaliteitsbepaler om te zorgen voor een kwaliteitssysteem dat een redelijke mate van zekerheid geeft dat NVKS-opdrachten worden uitgevoerd conform de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. In dit geval volstaat een berisping omdat de tekortkomingen zijn geconstateerd in twee vrijwillige controleopdrachten en het accountantskantoor naar aanleiding van de hertoetsing heeft besloten om deze opdrachten niet meer uit te voeren. Het kwaliteitssysteem ten aanzien van de beoordelings- en samenstellingsopdrachten is uiteindelijk bij de hertoetsingen wel voldoende bevonden.
Procedurenummer 24/3257 Wtra AK
Kennelijk ongegronde klacht. Niet aannemelijk is gemaakt dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Procedurenummer 24/2183 Wtra AK
Na een eerdere klacht bij de Accountantskamer tegen betrokkene over diens afhandeling van een klacht van klaagster, welke klacht zowel door de Accountantskamer als in hoger beroep door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBb) ongegrond is verklaard, heeft klaagster opnieuw een klacht bij de Accountantskamer ingediend tegen betrokkene. Deze klacht gaat over de procesopstelling van betrokkene in de eerdere procedures bij de Accountantskamer en het CBb. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond omdat niet aannemelijk is geworden dat betrokkene in het licht van de fundamentele beginselen op ongeoorloofde wijze verweer heeft gevoerd tegen de eerste klacht van klaagster.
Procedurenummers 23/299, 23/300, 23/583, 23/700 Wtra AK
Klacht over handelen accountant als bindend adviseur in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden van klaagster en haar voormalige echtgenoot. Klaagster meent dat betrokkene bij het uitvoeren van zijn opdracht onzorgvuldig heeft gehandeld en ten onrechte zijn werkzaamheden na haar wrakingsverzoek heeft voortgezet. De klacht is ongegrond. Betrokkene mocht zijn werkzaamheden als bindend adviseur voortzetten. Betrokkene heeft bij het uitvoeren van zijn opdracht niet gehandeld in strijd met enig fundamenteel beginsel.
Procedurenummer 24/216 Wtra AK
Er heeft een hertoetsing van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van betrokkene plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan heeft klager geconstateerd dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene in opzet en werking niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Tevens heeft klager tekortkomingen geconstateerd in de uitvoering door betrokkene van NVKS-opdrachten. Betrokkene heeft ten onrechte verklaard dat hij een portfolio in verband met zijn PE-verplichting over 2021 heeft bijgehouden. De klacht is gegrond. De Accountantskamer legt de maatregel op van een tijdelijke doorhaling voor de duur van 30 maanden.
Procedurenummer 23/1522 Wtra AK
Ongegronde klacht. Betrokkene heeft een goedkeurende verklaring afgegeven bij de jaarrekening 2022 van een stichting. Volgens klager heeft betrokkene bij haar controlewerkzaamheden ten onrechte geen toepassing gegeven aan de Wet normering topinkomens (WNT) en heeft zij ten onrechte het ANBI-formulier van de stichting niet gecontroleerd. De Accountantskamer is van oordeel dat de WNT in 2022 nog niet van toepassing was op de stichting. De stichting is namelijk in 2020 opgericht, waardoor deze in 2022 nog geen drie jaar achtereen subsidies had ontvangen. Er is niet gebleken dat sprake is van een (voor de WNT relevante) rechtsvoorganger. Ook was betrokkene niet verplicht om het ANBI-formulier te controleren.
Procedurenummer 23/2277 Wtra AK
De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Betrokkene is werkzaam als medebestuurder van een STAK. Klaagster is ook medebestuurder van de STAK en enig certificaathoudster. Klaagster heeft eerder een tuchtklacht ingediend tegen betrokkene en haar dochter heeft dat ook gedaan. Klaagster verwijt betrokkene in deze klacht dat hij vanaf 2021 geen administratie voor de STAK heeft gevoerd en dat hij heeft geweigerd om informatie aan klaagster te verstrekken. Daarnaast verwijt klaagster hem dat hij de kosten van eerdere juridische procedures, waaronder de twee tuchtprocedures, bij de STAK heeft gedeclareerd en dat hij geen maatregelen heeft genomen om de problemen met betrekking tot deze en andere declaraties op te lossen. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene wel een administratie voor de STAK gevoerd en kan niet worden geconcludeerd dat hij klaagster onvoldoende van informatie heeft voorzien. Dat betrokkene de kosten van de tweede tuchtprocedure heeft gedeclareerd is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hetzelfde geldt voor het niet nemen van maatregelen met betrekking tot andere declaraties, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De klacht is in zoverre ongegrond. De klacht is voor het overige niet-ontvankelijk, omdat in de eerste en tweede klachtprocedure al is geklaagd over de kosten van de andere juridische procedures, waaronder de eerste tuchtprocedure.