UITSPRAKEN 24 FEBRUARI 2023

Procedurenummer 22/928 Wtra AK
Klacht gedeeltelijk gegrond, tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand. Klager en betrokkene waren partners bij hetzelfde accountantskantoor. Klager is per 1 januari 2021 vertrokken naar een ander accountantskantoor en heeft zijn klantenportefeuille meegenomen. Betrokkene heeft vanaf januari 2021 uitkeringen op grond van de NOW en TVL aangevraagd voor zijn accountantskantoor. Klager verwijt betrokkene dat hij deze uitkeringen ten onrechte heeft aangevraagd en dat hij bij de waardering van de aandelen van klager een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven door deze uitkeringen niet in zijn prognose over 2021 op te nemen. De Accountantskamer overweegt dat klager gemotiveerd en met stukken onderbouwd heeft gesteld dat betrokkene ten onrechte NOW-uitkeringen heeft aangevraagd, waardoor het op de weg van betrokkene lag om daartegen gemotiveerd verweer te voeren. Betrokkene heeft dat niet gedaan. Hij heeft alleen ontkend dat hij deze uitkeringen ten onrechte heeft aangevraagd, maar heeft niet willen uitleggen waar deze aanvraag op is gebaseerd. De Accountantskamer komt daarom tot de conclusie dat in deze tuchtprocedure aangenomen moet worden dat betrokkene NOW-uitkeringen heeft aangevraagd zonder dat aan de voorwaarden van de NOW is voldaan. De klacht is in zoverre gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond, omdat klager met betrekking tot de aangevraagde TVL-uitkering onvoldoende heeft gesteld om aan te kunnen nemen dat deze ten onrechte is aangevraagd. Daarnaast kan het standpunt van betrokkene dat de NOW- en TVL-uitkeringen niet in de prognose over 2021 hoefden te worden opgenomen worden beschouwd als een verdedigbaar civielrechtelijk standpunt.

Procedurenummer 22/1028 Wtra AK
Betrokkene heeft in het kader van een civielrechtelijk geschil, op verzoek van een van de partijen in dat geschil, een rapport opgesteld. In dit rapport heeft betrokkene een financiële analyse gemaakt. Klaagster meent dat betrokkene zich daarbij ten onrechte naar de wensen van haar opdrachtgever heeft gericht. De klacht is ongegrond. Betrokkene heeft zich bij de door haar verrichte cijfermatige analyse terecht gericht naar de door het gerechtshof Amsterdam gegeven uitleg van de winstrechtenovereenkomst. Betrokkene heeft zich gelet op het puur cijfermatige karakter van de uit te voeren analyse en omdat zij in haar rapport geen conclusies trok, op het standpunt mogen stellen dat hoor en wederhoor in dit geval niet noodzakelijk was ter verkrijging van een deugdelijke grondslag voor haar rapport.

Procedurenummer 22/1097 Wtra AK
Een accountant heeft jaarrekeningen van een onderneming samengesteld op basis van het microregime terwijl het regime voor kleine rechtspersonen van toepassing is. De klacht wordt gegrond verklaard en aan de accountant wordt de maatregel van berisping opgelegd. De accountant heeft door jaarrekeningen op te stellen volgens een regime dat op grond van de wettelijke bepalingen niet van toepassing is, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Procedurenummer 22/1427 Wtra AK
Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing. Betrokkene is de accountant van de broer en vader van klaagster 1 en is daarnaast de accountant van klaagsters geweest. De vader heeft in 2016 zijn aandelen in het familiebedrijf geschonken aan klaagster 1 en haar broer, waarbij een call-optie voor de broer is vastgelegd. In maart 2021 heeft de broer klaagsters verzocht om mee te werken aan het overzetten van deze call-optie naar zijn nieuwe vennootschap. Klaagsters hebben, nadat zij betrokkene om uitleg hadden gevraagd, daaraan meegewerkt. Daarna is er een geschil gerezen tussen klaagsters en de broer over de uitoefening van de call-optie, wat heeft geleid tot een civiele procedure. Betrokkene heeft ten behoeve van deze procedure in een brief aan de broer vragen van zijn advocaat beantwoord. Klaagsters verwijten betrokkene dat zij heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, objectiviteit, vertrouwelijkheid en integriteit. Volgens klaagsters heeft betrokkene hen (onder meer) onjuist voorgelicht over het overzetten van de call-optie, heeft zij het belang van de broer en vader vooropgesteld en heeft zij klantenkennis over klaagsters opgenomen in de brief. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid, omdat zij zonder toestemming van klaagsters informatie over hen heeft gedeeld met de broer. De klacht is in zoverre gegrond. Van schending van de overige fundamentele beginselen is geen sprake. Daarom is de klacht voor het overige ongegrond.

UITSPRAKEN 17 FEBRUARI 2023

Procedurenummer 22/268 Wtra AK
Klacht tegen accountant die diverse werkzaamheden heeft verricht. Klacht ongegrond. Niet aannemelijk is gemaakt dat sprake is geweest van een onjuiste of misleidende voorstelling van zaken dan wel van het niet correct informeren van de Belastingdienst.

Procedurenummers 22/847, 22/848 en 22/849 Wtra AK
Betrokkenen hadden achtereenvolgens de opdracht de jaarrekeningen over de jaren 2014 tot en met 2021 van de voormalige werkgever van klaagster te controleren. Volgens klaagster is bij deze werkgever sprake van een datalek. Klaagster verwijt betrokkenen dat zij in het kader van de controle van de jaarrekening het datalek niet hebben ontdekt. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond, omdat klaagster onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten door de accountants.

Procedurenummer 22/882 Wtra AK
Betrokkene was werkzaam bij een accountantsorganisatie die hem eind 2019 op staande voet heeft ontslagen. De accountantsorganisatie verwijt hem dat hij op grove wijze is tekortgeschoten in de vervulling van zijn werkzaamheden en dat hij daarbij ook niet eerlijk en oprecht is geweest. Betrokkene is na zijn ontslag werkzaam bij een andere accountantsorganisatie. De Accountantskamer verklaart de klacht op alle onderdelen gegrond. Betrokkene heeft bij de vervulling van zijn werkzaamheden de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden en hij heeft het vertrouwen in het accountantsberoep op zeer ernstige wijze geschaad. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel op van doorhaling van de inschrijving in de registers met een verbod tot herinschrijving voor de duur van tien jaren. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Procedurenummer 22/1219 Wtra AK
Betrokkene heeft een vermogensopstelling van een nalatenschap gemaakt die onjuist is aangezien niet alle saldi op alle bankrekeningen van de erflater daarin waren meegenomen. Betrokkene heeft in zijn communicatie met klaagster de stellige indruk gewekt dat de vermogensopstelling juist en compleet is. Hij had daarin terughoudender moeten zijn. Bovendien is zijn communicatie met klaagster en haar gemachtigden ontwijkend, denigrerend en laatdunkend, hetgeen het accountantsberoep in diskrediet brengt. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.

 

UITSPRAAK 6 FEBRUARI 2023

Procedurenummer 22/726 Wtra AK
Klacht gedeeltelijk gegrond, de maatregel van tijdelijke doorhaling van één maand is opgelegd. Klagers behoorden tot een groep van rechtspersonen waarvan betrokkene de samenstellend accountant was. Betrokkene was via zijn vennootschap als financier en aandeelhouder bij de groep betrokken en hij is zich op enig moment intensief met de dagelijkse gang van zaken gaan bezighouden. Klagers vinden dat betrokkene hierdoor het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geschonden. Betrokkene heeft in het zicht van het faillissement een transactie gefingeerd. Betrokkene heeft de bestuurder niet gewaarschuwd wegens niet betaalde loonheffing en pensioenpremies en betrokkene heeft onder tijdsdruk de splitsing van de groep afgedwongen. De Accountantskamer oordeelt dat de klacht grotendeels gegrond is. De belangen in en de betrokkenheid bij de groep waren serieuze bedreigingen van de objectiviteit van betrokkene. Hij had zich in dit geval als samenstellend accountant moeten terugtrekken. In strijd met het fundamentele beginsel van integriteit heeft betrokkene een transactie bedacht om belangen veilig te stellen. Betrokkene had moeten waarschuwen toen hem bekend werd dat loonheffing en pensioenpremies niet waren betaald, ook al was een melding formeel te laat. De door betrokkene gegeven termijn van vier dagen om op zijn voorstellen tot splitsing te reageren is kort maar vanwege alle omstandigheden tuchtrechtelijk onvoldoende relevant.

UITSPRAAK 27 JANUARI 2023

Procedurenummer 22/1301 Wtra AK
Klacht gegrond, maatregel van doorhaling voor de duur van twee jaar. In 2019 heeft een reguliere kantoortoetsing bij het accountantskantoor van betrokkene plaatsgevonden. De uitkomst was dat de opzet van het kwaliteitsstelsel onvoldoende was. Omdat er ten tijde van de toetsing binnen het accountantskantoor geen toetsbare cliëntendossiers waren, kon de werking van het kwaliteitsstelsel niet worden getoetst. Daarom is het eindoordeel van de toetsing aangehouden en zou het accountantskantoor opnieuw door de toetser worden bezocht. Dit bezoek heeft echter niet plaatsgevonden. Klaagster verwijt betrokkene dat hij onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorzetting van de toetsing, waardoor de toetsing tot op heden niet is afgerond. Ook wordt betrokkene verweten dat hij de monitoringsvragenlijst 2022 niet heeft ingevuld. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. Bij het bepalen van de hoogte van de maatregel is betrokkene zwaar aangerekend dat hij geen inzicht heeft gegeven in de activiteiten van zijn kantoor. Door zijn houding heeft betrokkene zich feitelijk onttrokken aan het toezicht op de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening, waardoor niet kan worden beoordeeld of de kwaliteit van de beroepsuitoefening van betrokkene in overeenstemming is met hetgeen van hem als accountant mag worden verwacht.

UITSPRAKEN 23 JANUARI 2023

Procedurenummer 22/64 Wtra AK
Klacht tegen accountant die bestuurder is van een onderneming die buitenlandse ondernemers assisteert bij het opzetten van Nederlandse entiteiten. Klacht ongegrond. Aangezien niet is komen vast te staan dat betrokkene een rol heeft gespeeld bij de oprichting van een B.V. voor klager en hij er daarom vaktechnisch niet voor verantwoordelijk kan worden gehouden, kan betrokkene niet worden verweten dat hij de B.V. niet aan klager heeft geleverd. Klager heeft niet aangetoond dat betrokkene hem heeft afgeperst en dat naast de gefactureerde werkzaamheden die zijn verricht op basis van de voor akkoord ondertekende opdrachtbevestiging nog andere bedragen in rekening zijn gebracht.

Procedurenummer 22/286 Wtra AK
Klacht tegen externe accountant over controle jaarrekening groep in verband met vermeende onjuistheden bij buitenlandse dochteronderneming. Klacht deels gegrond; deels ongegrond. Oplegging maatregel van waarschuwing. Bij gebreke van de administratieve gegevens waarop betrokkene zijn controlewerkzaamheden heeft verricht, kan niet worden vastgesteld of en zo ja in hoeverre betrokkene onvoldoende controlewerkzaamheden heeft verricht. Klaagsters hebben niet concreet gemaakt dat betrokkene bij de door hem verrichte controlewerkzaamheden tekort is geschoten. De controledocumentatie schiet op onderdelen tekort. Het lag op de weg van betrokkene om in zijn controledossier deugdelijk te documenteren waarom de door accountantsorganisatie Indonesië verschafte informatie voldeed om de daaruit getrokken conclusies te kunnen trekken. De weigering van accountantsorganistatie Indonesië om betrokkene nog toegang te verschaffen tot haar controledossier komt voor risico van betrokkene.

Procedurenummers 22/790 en 22/791 Wtra AK
Betrokkenen hebben gedurende vele jaren diverse werkzaamheden, waaronder het samenstellen van jaarrekeningen, verricht voor een vennootschap. Klagers zijn de enig aandeelhouders van de vennootschap. De rekening-courantschuld van klagers aan de vennootschap is in de loop van de jaren steeds verder opgelopen. Klagers stellen dat zij ten onrechte niet voor de risico’s hiervan zijn gewaarschuwd door betrokkenen en dat aan hen geen besprekingsverslagen zijn verstrekt. De klacht is ongegrond. Klagers zijn voldoende gewaarschuwd voor het oplopen van de rekening-courantschuld. Voldoende aannemelijk is dat besprekingsverslagen zijn toegezonden aan klagers.

UITSPRAAK 6 JANUARI 2023

Procedurenummer 21/892 Wtra AK
Betrokkene heeft drie jaarrekeningen van een inmiddels failliete reisorganisatie gecontroleerd en goedgekeurd. In deze jaarrekeningen is volgens de curator ten onrechte telkens een actieve belastingvordering (voorwaartse verliescompensatie) verwerkt. Die klacht is gegrond. Uit wat betrokkene ter zitting heeft verklaard heeft de Accountantskamer niet kunnen vaststellen dat betrokkene de controle van deze posten met een professioneel-kritische instelling heeft gedaan. Betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij zijn controle voldoende aandacht heeft besteed aan de vraag of de prognoses van omzet en winst, waarop de actieve belastinglatenties waren gebaseerd, aanvaardbaar waren en aan de vraag of de verwachting reëel was dat de geleden verliezen volledig met toekomstige winsten fiscaal gecompenseerd konden worden. De prognoses met betrekking tot omzet en winst wisselden nogal en gingen vaak uit van een sterke groei. Betrokkene heeft zijn controlewerkzaamheden op dit onderdeel onvoldoende gedocumenteerd. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel op van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

 

UITSPRAKEN 9 DECEMBER 2022

De Accountantskamer heeft op 9 december 2022 in 33 PE-zaken uitspraak gedaan. Al deze klachten zijn gegrond verklaard. De maatregelen van waarschuwing en een geldboete van
€ 420 zijn aan 29 accountants opgelegd. Vanwege recidive zijn aan 4 accountants de maatregelen van berisping en een geldboete van € 420 opgelegd. Bij het bepalen van de hoogte van de geldboete is de Accountantskamer uitgegaan van een bedrag van € 70,- per niet besteed PE-uur. Omdat de omvang van de verplichte PE-activiteit tenminste zes uur zou moeten zijn geweest, is de geldboete vastgesteld op € 420 (= 6 x € 70).

Twee van deze uitspraken zijn gepubliceerd op de website en tuchtrecht.nl, één uitspraak waarbij onder meer de maatregel van waarschuwing is opgelegd en één uitspraak waarbij onder meer de maatregel van berisping is opgelegd (zie hieronder).

Procedurenummer 22/1583 Wtra PE
Klacht over niet voldoen aan verplichte PE-training over het onderwerp Fraude(risico)factoren. Klacht gegrond; strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregelen van waarschuwing en van een geldboete van € 420 (6 PE-uren x € 70 per uur). Betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de verplichte training heeft gevolgd. Daarom moet worden geconcludeerd dat betrokkene niet heeft voldaan aan de verplichting om de verplichte PE-activiteit te verrichten. Ook heeft hij geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in het portfolio te reflecteren op het onderwerp.

Procedurenummer 22/1608 Wtra PE
Klacht over niet voldoen aan verplichte PE-training over het onderwerp Fraude(risico)factoren. Klacht gegrond; strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Recidive; oplegging maatregel van berisping en van een geldboete van € 420 (6 PE-uren x € 70 per uur). Betrokkene heeft niet bestreden dat hij de verplichte training niet heeft gevolgd. Daarom moet worden geconcludeerd dat betrokkene niet heeft voldaan aan de verplichting om de verplichte PE-activiteit te verrichten. Ook heeft hij geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in het portfolio voor het jaar 2021 te reflecteren op het onderwerp.

PE-zaken

In september 2022 heeft de NBA tegen in totaal 47 accountants een klacht ingediend in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen. De NBA verweet deze accountants dat zij geen PE-activiteiten hebben verricht in het kader van het verplichte PE-onderwerp Fraude(risicofacturen) in het jaar 2019.

Voor de zitting heeft de NBA 12 klachten ingetrokken. De overige 35 klachten zijn op 21 en 24 oktober 2022 op zitting behandeld. Naar aanleiding van het verweer van de betrokken accountants heeft de NBA op de zitting nog 2 klachten ingetrokken.

De Accountantskamer heeft op 9 december 2022 in de overgebleven 33 klachten uitspraak gedaan. Al deze klachten zijn gegrond verklaard. De maatregelen van waarschuwing en een geldboete van € 420 zijn aan 29 accountants opgelegd. Vanwege recidive zijn aan 4 accountants de maatregelen van berisping en een geldboete van € 420 opgelegd. Bij het bepalen van de hoogte van de geldboete is de Accountantskamer uitgegaan van een bedrag van € 70,- per niet besteed PE-uur. Omdat de omvang van de verplichte PE-activiteit tenminste zes uur zou moeten zijn geweest, is de geldboete vastgesteld op € 420 (= 6 x € 70).

Twee van deze uitspraken zijn gepubliceerd op de website, één uitspraak waarbij onder meer de maatregel van waarschuwing is opgelegd en één uitspraak waarbij onder meer de maatregel van berisping is opgelegd.

UITSPRAAK 11 NOVEMBER 2022

Procedurenummer 22/51 Wtra AK
Klacht AFM tegen accountant die de jaarrekening van een groep heeft gecontroleerd. Klacht deels gegrond; strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de accountant in de registers voor de duur van één maand. Betrokkene heeft zijn ongedeelde verantwoordelijkheid en taak als groepsaccountant lichtvaardig opgepakt door zich onvoldoende professioneel-kritisch op te stellen. Hij heeft daardoor niet steeds over voldoende en geschikte controle-informatie de beschikking gekregen. Waar betrokkene stelt dat hij wel voldoende en geschikte controle-informatie heeft verkregen, blijkt dat niet uit zijn controledossier.

UITSPRAAK 7 NOVEMBER 2022

Procedurenummer 22/801 Wtra AK
Klacht tegen accountant die was benaderd voor het verrichten van administratieve werkzaamheden. Klacht deels gegrond; strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van waarschuwing. Tot de verplichtingen die voortvloeien uit de VGBA behoort, naar het oordeel van de Accountantskamer, ook dat een accountant, indien hij wordt benaderd voor het verrichten van een professionele dienst en hij voor (een deel van) de werkzaamheden waarvoor hij is benaderd doorverwijst naar een andere organisatie, niet zijnde een accountantskantoor, voldoende duidelijk maakt dat deze werkzaamheden niet onder de professionele verantwoordelijkheid van een accountant worden verricht. Het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid brengt met zich mee dat de accountant dient te voorkomen dat de schijn wordt gewekt dat werkzaamheden onder zijn professionele verantwoordelijkheid als accountant worden verricht terwijl dat niet het geval is.

UITSPRAAK 4 NOVEMBER 2022

Procedurenummer 22/506 Wtra AK
Betrokkene is gevraagd om in een rapport van feitelijke bevindingen te beschrijven hoe de omzet en kosten tussen de samenwerkende ondernemingen worden doorbelast. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene voldoende heeft toegelicht dat de opdracht al eerder was bevestigd. De klacht is in zoverre ongegrond. Betrokkene heeft echter de feitelijke bevindingen niet voldoende gedetailleerd weergegeven in zijn rapport en een mate van assurance opgewekt, die niet past bij een Standaard 4400N-opdracht. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.

UITSPRAAK 21 OKTOBER 2022

Procedurenummer 21/1945 Wtra AK
Volgens klaagster had betrokkene de controleopdracht moeten afwijzen, omdat haar klant een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk is. Ook is de geconsolideerde jaarrekening onjuiste en niet inzichtelijk.
De klacht is grotendeels ongegrond. Dat de jaarrekening, het verslag van de IED en het bestuursverslag materiële onjuistheden bevatten of zelfs misleidend zijn, heeft klaagster niet aannemelijk gemaakt. Voor het gegrond verklaarde klachtonderdeel legt de Accountantskamer geen maatregel op.

UITSPRAAK 30 SEPTEMBER 2022

Procedurenummer 21/875 Wtra AK
Klacht gegrond, berisping. Klacht tegen een accountant die een samenstellingsopdracht en een opdracht voor het opstellen van een rapport van feitelijke bevindingen heeft aanvaard en uitgevoerd voor een vennootschap waarvan het faillissement was aangevraagd. Klagers hebben veel en zeer specifieke klachtonderdelen aangedragen. De Accountantskamer komt tot het oordeel dat betrokkene bij de uitvoering van de samenstellingsopdracht onvoldoende professioneel kritisch is geweest. Hij had onder andere de continuïteitsveronderstelling van het bestuur van de vennootschap nader moeten onderzoeken en hij had bij het bestuur moeten aandringen om deze gekwantificeerd en gemotiveerd in de jaarrekening toe te lichten. Betrokkene heeft daarmee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Ook bij de aanvaarding en de uitvoering van de opdracht voor het opstellen van een rapport van feitelijke bevindingen heeft betrokkene in strijd met dit beginsel gehandeld. Betrokkene heeft niet overeenkomstig Standaard 4400N heeft gehandeld, doordat hij niet vooraf met alle in het rapport genoemde beoogde gebruikers overleg heeft gevoerd. Daarnaast zijn de in het rapport gebruikte bewoordingen te stellig en heeft hij in het rapport uitspraak gedaan over het object in zijn totaliteit.

UITSPRAKEN 8 JULI 2022

Procedurenummer 20/865 Wtra AK
In deze zaak is eerder een voorzittersbeslissing gegeven. Omdat klaagster in verzet is gekomen, is deze beslissing komen te vervallen en is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Accountantskamer (art. 39 lid 3 Wtra). De Accountantskamer verklaart acht klachtonderdelen niet-ontvankelijk. Deze klachtonderdelen zijn al in een eerdere procedure aan de orde zijn geweest of zijn buiten de geldende klachttermijn ingediend. Eén klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene geen druk op klaagster uitgeoefend om geen tuchtklacht in te dienen.

Procedurenummers 21/1997 Wtra AK en 21/1998 Wtra AK
Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping en tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand. De NBA heeft een aanvullende kantoortoetsing gehouden bij het accountantskantoor waar betrokkenen werkzaam zijn. Betrokkenen hebben tegenover de toetser onjuiste verklaringen afgelegd met betrekking tot een voor de toetsing geselecteerd dossier en hebben geweigerd om de toetser inzage te geven in een beoordelingsdossier. Eén betrokkene heeft daarnaast wijzigingen aangebracht in een reeds afgesloten dossier nadat dat dossier voor toetsing was geselecteerd. Als een opdrachtdossier eenmaal is afgesloten, mogen daarin in beginsel geen administratieve werkzaamheden meer worden verricht. Ook niet als de termijn van twee maanden na afgifte van de verklaring nog niet is verstreken.

UITSPRAAK 1 JULI 2022

Procedurenummers 21/925 Wtra AK en 21/1525 Wtra AK
Klagers hebben beide een eenmanszaak. Zij hebben aan de accountantsorganisatie van betrokkene diverse werkzaamheden opgedragen. Volgens klagers heeft betrokkene ten onrechte haar opdracht niet schriftelijk vastgelegd en heeft zij klagers onvoldoende op de hoogte gehouden van de uitgevoerde werkzaamheden. Bovendien heeft zij volgens klagers te veel onnodige werkzaamheden gefactureerd en zijn de declaraties onvoldoende gespecificeerd.
De Accountantskamer verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. In dit geval bestond er geen verplichting de overeenkomst van opdracht schriftelijk aan klagers te bevestigen. De beoordeling van een geschil over declaraties is voorbehouden aan de burgerlijke rechter of de Raad voor Geschillen van de NBA. De Accountantskamer beoordeelt alleen of de accountant bewust en te kwader trouw onjuiste of misleidende facturen heeft opgesteld. Daarvan was geen sprake. De Accountantskamer beoordeelt een deel van de klachten, over de declaraties, daarom verder niet inhoudelijk. Betrokkene was voorts niet verantwoordelijk voor de fiscale advisering, omdat dat werk op het bordje van haar compagnon (register-belastingdeskundige) lag.

UITSPRAAK 24 JUNI 2022

Procedurenummer 21/1962 Wtra AK
Gedeeltelijk gegronde klacht, waarschuwing. Betrokkene heeft in verband met een geschil tussen een ondernemer en zijn voormalige accountant een e-mail (rapport) opgesteld. In dit rapport heeft betrokkene geschreven dat de accountant van de ondernemer fouten heeft gemaakt. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid niet heeft nageleefd, omdat hij geen hoor en wederhoor heeft gepleegd waardoor zijn rapport geen deugdelijke grondslag heeft. Daarnaast heeft hij (onder andere) niet vermeld welke werkzaamheden hij heeft uitgevoerd en is hij te stellig geweest in zijn bewoordingen. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Dat betrokkene de ondernemer heeft gewezen op de mogelijkheid om een tuchtklacht tegen zijn voormalige accountant in te dienen, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het is de bedoeling van de wetgever geweest om laagdrempelig tuchtrecht voor accountants in te stellen. Het verstrekken van informatie draagt bij aan de bekendheid van het bestaan van het tuchtrecht.

UITSPRAAK 20 JUNI 2022

Procedurenummer 21/1616 Wtra AK
Klacht tegen externe accountant van groep. Klacht gedeeltelijk gegrond; strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van één maand. Betrokkene heeft bij de door hem verrichte controlewerkzaamheden met betrekking tot wezenlijke posten geen toereikende controle-informatie verkregen.

UITSPRAKEN 20 MEI 2022

Procedurenummer 21/1045 Wtra AK
Partijen in een civiele procedure hebben een accountant ingeschakeld om onderzoek te doen naar de financiën van een vennootschap onder firma. Volgens klaagster heeft de accountant zijn opdracht niet goed en niet tijdig uitgevoerd. Verder zou de accountant niet op haar brieven en telefoontjes hebben gereageerd en zouden zijn declaraties buitensporig zijn. De klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard, omdat klaagster haar verwijten onvoldoende heeft onderbouwd en niet aannemelijk heeft gemaakt. Klaagster is in haar klacht die ziet op buitensporig declareren niet-ontvankelijk verklaard, omdat het aan de burgerlijke rechter en/of de Raad voor Geschillen is voorbehouden om tussen partijen bindend te oordelen over civielrechtelijke geschillen inzake declaraties van accountants.


Procedurenummer 21/2138 Wtra AK
Klacht tegen accountant die werkzaamheden heeft als penningmeester en secretaris van een Vereniging van Eigenaars (VvE). Klacht gegrond; oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van één maand. Geen reden voor aanhouding mondelinge behandeling. De door betrokkene verrichte werkzaamheden moeten als een professionele dienst worden gekwalificeerd. Betrokkene heeft in meerdere opzichten gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Betrokkene is zich er, ondanks de eerder aan hem opgelegde maatregel, nog altijd onvoldoende van bewust is dat voor hem, als accountant, gedrags- en beroepsregels gelden en dat hij zich, wanneer geklaagd wordt over schending hiervan, toetsbaar dient op te stellen. De Accountantskamer rekent het betrokkene tevens aan dat hij zich voorafgaand aan de zitting onbereikbaar heeft gehouden.

Procedurenummer 22/853 Wtra AK
Het verzoek tot wraking van een lid van de Accountantskamer is afgewezen.

UITSPRAAK 9 MEI 2022

Procedurenummer 21/1788 Wtra AK
Betrokkene werkte als zelfstandig ondernemer voor één opdrachtgever. Betrokkene heeft offertes uitgebracht aan (potentiële) klanten van deze opdrachtgever, zonder diens medeweten. In een enkel geval heeft betrokkene vervolgens de opdracht gekregen en uitgevoerd. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene hiermee in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid (artikelen 16 en 18 van de VGBA), omdat hij op basis van vertrouwelijke informatie die hij heeft verkregen vanwege zijn contractuele relatie met de opdrachtgever, voor eigen gewin, potentiële klanten heeft benaderd en offertes aan hen heeft verstuurd. Ook is naar het oordeel van de Accountantskamer sprake van schending van het fundamentele beginsel van integriteit, want betrokkene heeft jegens de opdrachtgever niet eerlijk en oprecht gehandeld (artikel 11 van de VGBA). De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.

UITSPRAAK 4 APRIL 2022

Procedurenummer 21/1286 Wtra AK
Klacht tegen accountant die de jaarrekening van een Vereniging van Eigenaars heeft gecontroleerd. Klacht ongegrond. Niet gebleken is dat betrokkene bij de uitvoering van de controle tekort is geschoten. De Accountantskamer is van oordeel dat klager, mede gelet op de door betrokkene getroffen maatregelen, niet aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene zijn onafhankelijkheid onvoldoende heeft gewaarborgd.

UITSPRAKEN 25 MAART 2022

Procedurenummer 21/1533 Wtra AK
Het kantoor van betrokkene heeft een FIU-melding gedaan, omdat in het kader van de controle van de geconsolideerde jaarrekening van klagers ongebruikelijke transacties waren gesignaleerd. Die transacties houden onder meer verband met de vermoedelijke omkoping van overheidsfunctionarissen in Oekraïne en het ‘zwart’ uitbetalen van een aanvulling op het loon van medewerkers van een onderneming waarin de houtonderneming een middellijke deelneming heeft. Klagers menen dat betrokkene de FIU-melding niet had mogen doen. Bovendien menen klagers dat betrokkene anders had moeten handelen na het ontvangen van de fraudesignalen en dat zij onduidelijkheid heeft laten ontstaan over de afronding van de jaarrekeningcontrole.

De Accountantskamer verklaart de klachtonderdelen die zien op de FIU-melding ongegrond, omdat er sprake was van ongebruikelijke transacties die gemeld behoren te worden. De klachtonderdelen die zien op de omgang met de aanwijzingen van fraude zijn gegrond. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene nader onderzoek had moeten doen naar de aanwijzingen van fraude en overtreding van wet- en regelgeving door de Oekraïense onderneming. De Accountant legt betrokkene de maatregel van berisping op.

Procedurenummer 21/1482 Wtra AK
Nieuwe behandeling klacht na terugverwijzing door CBb. Klacht gegrond; strijd met fundamentele beginselen van vakbekwaamheid/deskundigheid en zorgvuldigheid, professioneel gedrag en integriteit. Oplegging maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers met verbod tot herinschrijving voor de duur van drie jaar. Geen reden om de behandeling van de klacht aan te houden.  In de beslissing van het CBb van 7 september 2021 is de toezegging van het OM opgenomen dat de verklaringen van betrokkene en de uitspraken in de tuchtrechtelijke procedure, waarin die verklaringen kunnen zijn verwerkt, niet in het strafdossier terecht zullen komen. Betrokkene dient zich toetsbaar op te stellen. Betrokkene heeft wederom (vrijwel) geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de klacht. De onderbouwde klacht is niet afdoende weerlegd. Betrokkene heeft bewust meegewerkt aan overtreding van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en hij heeft eraan meegewerkt dat de overschrijdingen van de Balkenendenorm niet zichtbaar waren in de jaarrekeningen.

UITSPRAKEN 28 JANUARI 2022

Procedurenummer 21/647 Wtra AK
Klacht tegen accountant in business. Klacht gedeeltelijk gegrond. Strijd met fundamentele beginselen van integriteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van berisping. Betrokkene heeft de grens tussen haar professionele werkzaamheden en haar privé transacties en relatie niet goed afgebakend. Ook is zij zich niet voldoende bewust geweest van de risico’s van onzorgvuldige en soms ongeordende handelingen als bestuurder. Los van deze bijzondere context zou een zwaardere maatregel op zijn plaats zijn geweest.

Procedurenummer 21/1056 Wtra AK
Klaagster werkte samen met een tandarts in een kostenmaatschap. Betrokkene had de opdracht de jaarlijkse kostenverdeling voor de kostenmaatschap op te stellen. Gaandeweg wilde de tandarts nieuwe afspraken, omdat de kosten voor het baliepersoneel – die de tandarts voor haar rekening nam – flink waren gestegen. Klaagster verwijt betrokkene dat hij in de daarop gevolgde onderhandelingen en bemiddelingstraject een partijdige rol heeft ingenomen. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond. Vrij kort nadat een overleg niet had geleid tot nieuwe afspraken tussen klaagster en de tandarts, heeft klaagster een andere accountant gevraagd haar belangen te behartigen. Vanaf dat moment was de objectiviteit van betrokkene, zo die al in het geding is geweest, niet langer bedreigd. Er bestond dan ook geen aanleiding om maatregelen te nemen, laat staan de opdracht terug te geven.

UITSPRAAK 24 JANUARI 2022

Procedurenummer 21/556 Wtra AK
Klacht over een accountant die werkzaam is bij de FIOD en in die hoedanigheid heeft meegewerkt aan een onderzoek waarbij is onderzocht of klager mogelijk schuldig was aan strafbare feiten. Klager verwijt betrokkene dat het mede door hem opgestelde proces-verbaal onjuistheden bevat en dat hij dat wist of had behoren te weten. Klager doelt specifiek op een viertal passages uit het proces-verbaal. De Accountantskamer is van oordeel dat de klacht ongegrond is. De vier passages zijn letterlijke citaten uit het civiele procesdossier waarover betrokkene beschikte en geven niet de mening van betrokkene weer. Uit de dossierstukken en wat betrokkene daarover heeft opgemerkt blijkt dat de vier passages stroken met andere onderdelen van het dossier zoals betrokkene dat destijds tot zijn beschikking had, en dat de schaarse onderdelen van dat dossier die een andere richting uitwezen van onvoldoende gewicht konden worden bevonden.

UITSPRAKEN 27 DECEMBER 2021

Procedurenummer 21/657 Wtra AK
Klacht tegen een accountant die goedkeurende controleverklaringen heeft afgegeven bij de jaarrekeningen van een fonds voor gemene rekening en die een assurancerapport heeft opgesteld bij een prospectus. Klagers vinden dat ten onrechte in de prospectus is opgenomen dat “dividend” wordt uitgekeerd en vinden dat beleggers op het verkeerde been worden gezet. Klacht gedeeltelijk gegrond. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van waarschuwing.

Procedurenummer 21/876 Wtra AK
Klager is professioneel wielrenner geweest. Klager heeft betrokkene gevraagd de Belastingdienst ervan te overtuigen dat hij met zijn werkzaamheden als wielrenner als ondernemer voor de inkomstenbelasting diende te worden aangemerkt. Betrokkene heeft de aangiften inkomstenbelasting op die basis ingediend, maar de Belastingdienst heeft geoordeeld dat klager geen ondernemer is. De klacht gaat over onjuiste advisering over diverse belastingonderwerpen, zoals de aanvraag van een VAR-verklaring, het niet-toepassen van de 183-dagenregeling en de beperkte aftrek van kosten. De Accountantskamer heeft de klacht ongegrond verklaard. Betrokkene heeft de keuze voor de aangifte als winst uit onderneming of resultaat overige werkzaamheden expliciet aan klager voorgelegd en geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de belastingdruk. Het is niet aan betrokkene te wijten dat de Belastingdienst in de werkzaamheden van klager geen ondernemerschap heeft gezien.

UITSPRAAK 8 NOVEMBER 2021

Procedurenummer 17/1946 Wtra AK
Klacht ongegrond. Een accountant heeft van klager en zijn ex-vrouw de opdracht gekregen om een bindend advies uit te brengen over de afwikkeling van het tussen hen gesloten echtscheidingsconvenant. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant bij zijn werkzaamheden als bindend adviseur niet objectief is geweest. Ook volgt uit het feit dat het onderzoek bijzonder lang heeft geduurd (bijna vijf jaar) in dit geval niet dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, omdat deze lange duur voor een deel niet aan de accountant kan worden toegerekend. Daarnaast heeft de accountant overwogen dat het voor zijn bindend advies zeer van belang was dat dit een deugdelijke grondslag had. Daarom heeft hij de waarheidsvinding laten prevaleren boven een kortere doorlooptijd. Daarbij heeft hij veel waarde gehecht aan hoor en wederhoor. Betrokkene heeft klager en zijn ex-vrouw op hun verzoek veelvuldig in de gelegenheid gesteld om op elkaars standpunten te reageren en heeft het hun toegestaan om aanvullende stukken in te dienen, ook als de deadline al was verstreken. Het verwijt dat de accountant geen urenspecificatie aan klager heeft verstrekt slaagt ook niet, omdat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de accountant heeft gevraagd om zijn uren te specificeren.

UITSPRAKEN 20 AUGUSTUS 2021

Procedurenummer 20/2635 Wtra AK
Klacht over diverse werkzaamheden accountant exploitant campings. Klacht gedeeltelijk gegrond; strijd met fundamentele beginselen van vertrouwelijkheid en objectiviteit. Betrokkene heeft vertrouwelijke gegevens gedeeld met een derde. Dat, althans volgens betrokkene, sprake was van een staande praktijk, dat dit de samenwerking tussen klager en de derde ten goede kwam en dat klager hiervan op de hoogte was maakt dit niet anders, omdat daarin niet ligt besloten dat klager schriftelijk zijn toestemming tot het delen van vertrouwelijke informatie heeft gegeven. Betrokkene heeft niet, althans niet voldoende onderkend dat klager en derde tegenstrijdige belangen hadden. Klager was bij de overeenkomsten inzake de campings immers koper en huurder en derde verkoper en verhuurder, terwijl betrokkene van zowel klager als derde opdrachten heeft aangenomen en die opdrachten zowel feitelijk als juridisch sterk met elkaar waren verweven. Betrokkene heeft de hierin besloten liggende bedreiging voor zijn objectiviteit niet op de voet van artikel 21 VGBA geïdentificeerd en beoordeeld en hij heeft vervolgens geen toereikende maatregel genomen en in zijn dossier vastgelegd die ertoe leidde dat hij zich aan het fundamentele beginsel van objectiviteit kon houden.

Procedurenummer 21/223 Wtra AK
Kantoortoetsingen. Betrokkene heeft een eigen accountantskantoor en is door middel van een overeenkomst van opdracht werkzaam voor een ander accountantskantoor. Beide kantoren zijn getoetst. De NBA heeft bij beide kantoren tekortkomingen op zowel stelsel- als dossierniveau aangetroffen. Nadat het verbeterplan is uitgevoerd bleek bij het andere kantoor nog steeds van tekortkomingen. Dit kantoor heeft vervolgens de samenwerking met betrokkene stopgezet en treedt niet langer als accountantskantoor naar buiten.

Betrokkene heeft naar aanleiding van de klacht over zijn eigen kantoor alleen verweer gevoerd met betrekking tot de PE-punten en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Beide verweren slagen niet. Het verweer van betrokkene dat de toetser niet integer was en zijn werk niet goed heeft gedaan slaagt evenmin.

Hieruit volgt dat de klacht gegrond is. Aan betrokkene wordt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in de registers van 2 jaar opgelegd. Daarbij is overwogen dat betrokkene geen/onvoldoende medewerking heeft verleend aan de toetsing, dat sprake is van ernstige tekortkomingen en dat betrokkene op de zitting geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het feit dat hij flinke steken heeft laten vallen. Dit is des te ernstiger nu betrokkene niet alleen verantwoordelijk was voor het kwaliteitssysteem van zijn eigen onderneming, maar ook van het andere kantoor. Betrokkene heeft verder geen professioneel-kritische houding aangenomen ten opzichte van de resultaten van de toetsing.